
Veranderen begint met het samenhangend beantwoorden van de kernvragen uit het vierballenmodel, zoals wij hebben geïntroduceerd. De kern van dat model bestaat uit vier bedrieglijk simpele vragen: WAAROM moeten we veranderen, WAT zouden we dan in de organisatie moeten aanpakken, HOE kunnen we dat veranderproces vormgeven en WIE zijn daarbij (intern of extern) betrokken? Het model helpt deze vragen en de verbindingen daartussen uitgelijnd te beantwoorden. Dat kan door linksom (rationeel-analytisch) te redeneren of door rechtsom meer procesmatig te werk te gaan. Dat is niet zo simpel als het klinkt. Het proces van analyseren en interveniëren kent de nodige voetangels en dilemma’s. In dit artikel kijken we naar de breedte en diepte van veranderkundige vraagstukken en drie veranderordes die daaruit zijn af te leiden.
Dit is het derde artikel in een serie van vier over de essentie van verandermanagement. In deze vier artikelen wordt stapsgewijs een veranderkundige aanpak aangereikt; een aanpak die wij in de afgelopen tien jaar hebben ontwikkeld en veelvuldig toegepast. In het boek De kunst van Veranderen hebben we de aanpak verder uitgewerkt. In het eerste artikel is het vierballenmodel geïntroduceerd en hebben we laten zien hoe je daarmee kunt werken. In het tweede artikel hebben we drie centrale veranderkundige dilemma’s uitgewerkt. In deze derde bijdrage gaan we in op het denken over veranderen in veranderkundige lagen, of zoals wij het noemen ‘veranderordes’. Er wordt stilgestaan bij eerste-, tweede- en derde-ordeveranderingen en de consequenties voor een passende veranderkundige aanpak. In het vierde en laatste artikel staan we stil bij vijf strategieën voor klantwaardecreatie.