Vakantie lijkt het moment waarop ontspanning eindelijk kan beginnen, al duurt het vaak even voordat ook het hoofd tot stilstand komt. Maar wat gebeurt er eigenlijk met die rust zodra het gewone ritme zich weer aandient? En waarom lijkt ontspanning zo vaak iets tijdelijks, gekoppeld aan afwezigheid in plaats van aan hoe we werken en leven? In dit blog onderzoekt Fief Macrander wat deze terugkerende beweging ons laat zien, en waar je zelf verschil kunt maken.

Veel mensen werken het grootste deel van het jaar in een hoog tempo. De agenda is leidend en er ligt altijd wel iets dat aandacht vraagt. In de periode vlak vóór een vakantie wordt dat vaak alleen maar intenser. Er moet worden afgerond, overgedragen en afgestemd. Deadlines schuiven naar voren, afspraken worden nog ‘even snel’ tussendoor gepland. De dagen tot aan het moment dat je daadwerkelijk stopt, zijn zelden rustig; ze zijn vaak juist voller dan normaal.
Juist in die drukte groeit het verlangen naar vakantieperiodes zoals de kerst of de zomervakantie. Niet omdat de spanning dan alvast afneemt — integendeel — maar omdat er een moment in zicht komt waarop het werk even ophoudt met sturen. Voor veel mensen stopt het pas echt wanneer ze fysiek weg zijn: wanneer de laptop dichtgaat, de deur achter zich sluit of de auto wordt gestart. En zelfs dan kost het tijd voordat het hoofd volgt. Die knop gaat niet in één keer om.
Even los
Pas na een paar dagen gebeurt er iets. Je wordt wakker zonder meteen te bedenken wat er allemaal moet. Je pakt je telefoon later op en kijkt minder vaak op de klok. Dingen mogen blijven liggen zonder dat het direct onrustig voelt. Je leest eindelijk dat boek dat al weken op je nachtkastje ligt, maakt een wandeling zonder doel of blijft ergens zitten zonder dat je het gevoel hebt dat je alweer verder moet.
Even hoeft niets.
Het bekende moment
Een paar dagen voordat je weer begint, komen de eerste gedachten op. Welke gesprekken staan er straks gepland? Wat ligt er op je bureau wanneer je terugkomt? Je denkt aan de eerste week, aan wat je te wachten staat. Misschien betrap je jezelf erop dat je je agenda al bekijkt. Je alvast wilt weten waar je straks weer instapt. Langzaam vult je hoofd zich weer met werk.
Wat even naar de achtergrond was verdwenen, komt terug in beeld. De ruimte die er was, wordt kleiner. Je bent nog vrij, maar de spanning die bij het werk hoort, sluipt alweer naar binnen.
Terug in het ritme
Wanneer je weer begint, gaat het sneller dan je had verwacht. De agenda vult zich, de dagen krijgen opnieuw een vast stramien en je pakt de draad weer op. Wat tijdens de vakantie mocht blijven liggen, ligt nu bovenop. Na een paar dagen vraagt iemand hoe je vakantie was. Je aarzelt even. Niet omdat het niet fijn was, maar omdat het verder weg voelt dan je zou verwachten. Je moet nadenken over wat je eigenlijk hebt gedaan. Het ontspannen gevoel van toen lijkt al bij een andere periode te horen. De lopende zaken hebben het overgenomen.
Wat hier gebeurt
Wat zichtbaar wordt, is hoe snel je weer opgaat in wat voor je ligt. Zodra het ritme terugkeert, verdwijnt de afstand die er even was. De rust die je tijdens de vakantie ervoer, komt niet vanzelf mee terug. Ze raakt op de achtergrond, zonder dat je daar bewust voor kiest.
Het patroon
Het zou jammer zijn als je dit blijft herhalen: uitkijken naar vrije dagen om pas dan tot rust te komen, om vervolgens te merken dat die rust verdwijnt zodra alles weer draait. Daarmee wordt rust iets tijdelijks, iets dat alleen bestaat wanneer de omstandigheden meewerken. Terwijl de vraag eigenlijk eenvoudiger en lastiger tegelijk is: hoe zorg je ervoor dat rust niet alleen samenvalt met vakantie, maar ook beschikbaar blijft wanneer het gewone leven doorgaat?
Waar je verschil maakt
Dat vraagt geen andere agenda en ook geen extra vrije dagen. Het vraagt dat je rust niet blijft zien als iets wat pas mogelijk is wanneer alles stopt, maar als iets wat ook kan bestaan terwijl je bezig bent. Het verschil zit vaak in kleine momenten. In hoe snel je reageert wanneer er iets binnenkomt. Of je jezelf direct onder druk zet om te antwoorden, of eerst even kijkt wat er werkelijk nodig is. Niet elk besluit hoeft meteen genomen te worden. Niet elke vraag hoeft vandaag beantwoord. En niet alles hoeft vooraf vast te liggen voordat je verder kunt.
Het helpt ook om terug te denken aan de momenten waarop rust er wél was. Wat maakte dat je toen ruimte ervoer? Misschien was het minder onderbreking, meer buiten zijn, beweging, of juist even niets hoeven. Dat verschilt per persoon, maar wat opvalt is dat die elementen vaak verdwijnen zodra het werk weer begint, terwijl ze niet per se strijdig zijn met werken. Ontspanning zit zelden in grote ingrepen. Meestal in kleine momenten die je makkelijk overslaat: even vertragen tussen afspraken, iets opschrijven om je hoofd leger te maken, een korte pauze zonder scherm. Het vraagt dat je jezelf herinnert aan wat jou helpt om rustig te blijven, en dat je dat ook tijdens je werk toelaat. Rust verdwijnt niet omdat het werk er is, maar omdat we vergeten hoe we ermee om willen gaan.
Tot slot
Deze periode maakt dat zichtbaar. Niet omdat je nu alles anders moet doen, maar omdat de omstandigheden tijdelijk minder dwingend zijn. Je hoeft niets te forceren; het helpt al om te zien wat er gebeurt wanneer de druk afneemt en hoe snel je daarna weer wordt meegenomen in het gewone ritme. Dit raakt aan waar ik in mijn boek Stoïcijns Leiderschap op terugkom: rust ontstaat niet doordat de omstandigheden meewerken, maar doordat je leert omgaan met wat zich aandient.
Rust die alleen bestaat wanneer het stil is, houdt geen stand wanneer het weer druk wordt. Wie rust wil kunnen vinden wanneer het ertoe doet, zal haar niet alleen moeten zoeken in vrije dagen, maar leren herkennen terwijl het leven doorgaat.
Door: Fief Macrander. Ze is psycholoog, executive mentor en trainer. Ze werkt met ondernemers, directeuren en andere besluitvormers die op zoek zijn naar rust, richting en zingeving in hun leiderschap. Met haar nuchtere stijl en liefde voor praktische filosofie, helpt ze hen helder te kijken, beter te handelen en trouw te blijven aan wat van waarde is.




