Hoe kan ik als interimmer verhoudingen normaliseren in organisatiesystemen die zijn vastgelopen of hun tijd hebben gehad?
Een jaar of zeven geleden leerde Leo Euser organisatieadviseur Joost Kampen kennen. Hij was bezig met een promotieonderzoek naar verwaarloosde organisaties. Inmiddels heeft hij zijn PhD binnen en is zijn boek verschenen. Leo Euser raakte als (interim-)bestuurder en adviseur onmiddellijk geïnteresseerd.
Verstoorde verhoudingen
De situaties waarin ik als interim-manager wordt ingeschakeld, laten zich meestal typeren met begrippen als ‘verstoorde verhoudingen’, ‘onduidelijke bedrijfsvoering’ en ‘ontbrekend perspectief’. Raden van Toezicht formuleren in het verlengde daarvan mijn opdracht: ‘normaliseer de verhoudingen’.
Ik kan mij nog als de dag van gisteren de eerste keer herinneren. Een lid van een Raad van Toezicht vroeg mij wat ik zou gaan doen met een dergelijke opdracht op zak. Mijn antwoord was in belangrijke mate gebaseerd op het gedachtengoed van Joost Kampen: ‘Zelf de normale dingen gaan doen, die dingen die een organisatie mag verwachten van een bestuurder: richting geven, structuur aanbrengen en grenzen stellen’. Naar het idee van die Raad van Toezicht was dat wat nodig was. Ik mocht als interim-bestuurder aan de slag.
Wat bezielt ons?
Dit jaar las ik het nieuwe boek van Lenette Schuijt (Wat bezielt ons?). Zij zet grote vraagtekens bij bestaande organisaties en organisatiesystemen. Beantwoorden zij nog aan hun bedoeling? Zitten zij de missie en inspiratie van een organisatie niet veel meer in de weg dan dat zij die faciliteren? En als dat zo is, wat zijn dan meer passende manieren van organiseren dan klassieke organisatiestructurering? Dat zijn belangrijke vragen. Die relevantie wordt nog scherper omdat zij die vragen stelt in de context van de nodige maatschappijkritiek. Onder de noemer ‘nieuw organiseren’ draagt zij ook oplossingsrichtingen aan.
Het boek van Lenette Schuijt laat mij niet meer los. Dat komt in de eerste plaats omdat wat zij schetst, voor mij herkenbaar is. Veel (grote) organisaties lopen vast. Dat komt niet alleen door de verwaarlozing die Joost Kampen schetst. Er zijn in veel organisaties structuren en systemen ontstaan, die geen meerwaarde meer hebben en die meer hinderpaal dan facilitator zijn geworden. De trend om de overhead in zorg- en onderwijsorganisaties te verminderen, sluit daar op aan. Ditzelfde geldt voor de ontwikkeling van zelforganiserende teams in zorg- en onderwijsorganisaties. In de tweede plaats stimuleert dit boek tot reflectie op mijn eigen meerwaarde: hoe kan ik als interimmer verhoudingen normaliseren in organisatiesystemen die zijn vastgelopen of hun tijd hebben gehad? Is het onbegonnen werk of is het een kwestie van volgorde: eerst normaliseren en bewust worden van de meerwaarde en daarna in actie op weg naar andere, nieuwere concepten van dienstverlening en organisatie? Ik ben er (nog) niet uit.
Bron: Leo Euser, Eiffel Blogt