Beste Leike,
Wat een mooie oproep van je. Eigenlijk vraag je om politici die in een onderzoekende dialoog met elkaar in gesprek gaan over de vraagstukken van onze tijd. Ik deel je verlangen!
Maar wat maakt nou eigenlijk dat dat een verlangen is en geen werkende praktijk? Waarom gaat het zoals het gaat? Ofwel, waarom gaan die politici niet een onderzoekende dialoog aan?
Nu weet ik niet veel van politicologie, maar ik weet wel wat van gespreksvoering, dus ik licht dat er maar even uit, wetende dat dit lang niet het hele verhaal is.
Dialoog en debat
Een dialoog is een onderzoekende gespreksvorm waarin vragen worden gesteld en argumenten worden uitgewisseld om de rijkheid van het vraagstuk te verkennen en er samen wijzer van de worden. Het gaat niet om standpunten vooraf, maar eerder om conclusies achteraf.
Een debat is een gereguleerde gespreksvorm waarin gesprekpartners hun eigen gelijk proberen aan te tonen. Bij een debat lijkt het te gaan om een woordenstrijd met de gespreksgenoot, maar feitelijk zijn het de toeschouwers die overtuigd moeten worden van het eigen gelijk van de sprekers. Omdat het wedstijdachtige elementen heeft -met winnaars en verliezers- is het populair vermaak bij studentencorpora: Mark Rutte won vele prijzen op avondjes dat hij een stelling overeind moest houden (ook al dacht hij er zelf helemaal anders over). Het is een vaardigheid, misschien wel een kunst.
In ons partijpolitieke bestel spelen debatten een belangrijke rol. Om uiteindelijk tot besluiten te komen worden in het debat de verschillen eerst uitvergroot. Dit doe je door je standpunt scherp neer te zetten, door jezelf te profileren, en tegenwoordig steeds vaker om de tegenstander als iemand die het vraagstuk niet goed begrijpt. We hebben de debatvorm niet voor niets in de Tweede Kamer. Politiek is strijd, het gaat naast inhoud, altijd om grote belangen en om macht. In ons stelsel met partijen gaat het vaak ook om de volgende verkiezingen. Die strijd vraagt om een arena met spelregels en toeschouwers. Daar is het debat een geschikte vorm voor. In de Kamer en op TV.
Wandelgangen en achterkamertjes
Ter compensatie van de openbare -op publiekseffect gerichte debatten bestaan er wandelgangen en achterkamertjes. Ook die zijn functioneel. Het is de plaats waar alsnog gezocht wordt naar vergelijken, naar samenwerking, naar compromissen. Dat is de besloten plek waar kwetsbaarheden en onzekerheden besproken kunnen worden. Het lijkt erop dat de Haagse achterkamers de laatste jaren aan legitimiteit, populariteit en effectiviteit hebben verloren.
In ons dagelijks werk kiezen we er regelmatig voor sommige gesprekken in kleine kring te hebben en andere in grote gezelschappen. Je weegt af hoe het zit met belangen, met gezichtsverlies, met kwetsbaarheden, met onderlinge (machts-)verhoudingen en ongetwijfeld nog veel meer. Ik zou het daarom al heel wat vinden als het zou lukken het soort gesprekken dat jij voorstelt, te laten voeren in de achterkamer in plaats van in het volle licht van de studiolampen. En dat we het daarnaast nog even moeten doen met de debatcultuur van de Tweede Kamer, maar dan in verkiezingstijd op TV.
Het kernprobleem
Maar het kernprobleem zit volgens mij in die partijen die alsmaar bezig zijn met eigen macht en marktaandeel in de volgende verkiezingen. In ’Tegen verkiezingen’ schreef David van Reybrouck hoe we in onze tijd verkiezingen en democratie zijn gaan zien als synoniemen. Ten onrechte: verkiezingen hebben Hitler en Trump aan de macht gebracht, maar erg democratisch kan je het vervolg niet noemen. Democratie vraagt erom dat ook minderheden worden gerespecteerd en een stem behouden. Loting, zegt Van Reybrouck, is een eerlijker manier om aan bestuurders te komen. Zij vormen een afspiegeling van de bevolking, zitten er voor een termijn, kunnen niet herkozen worden, en zullen daarom zich inspannen in die termijn van waarde te zijn. Hij komt met aansprekende historische voorbeelden, van de oude Grieken tot de Stadsstaten in het Italië van de renaissance.
Heden ten dage wordt op veel plaatsen geëxperimenteerd met burgerberaden. Ingelote burgers die -goed terzake geïnformeerd- beraadslagen en conclusies trekken over grote vraagstukken. Dat doen ze in dialoog. De dialoog waar jij en ik naar verlangen. Ze doen het zonder het belang van een achterban of van kiezers, waardoor ze de inhoud voorop kunnen zetten. En dan trekken ze vaak heel genuanceerde en adequate conclusies. Eva Roovers, die veel met dit onderwerp bezig is, pleit voor een ‘Derde Kamer’. Ik steun dit van harte.
En ik sluit niet uit dat die Derde Kamer snel aan legitimatie wint en ons kan afhelpen van de dominantie van een gespreksvorm die inhoud ondergeschikt maakt aan machtsverlangen. Minder ‘effect’, meer resultaat.
Groet, Jaap
Veranderkundigen Leike van Oss en Jaap van ’t Hek schreven samen veel boeken over verandermanagement en veranderkunde, zoals Onmacht,en Onderweg . Daarnaast schrijven ze elkaar brieven. Hun nieuwste boek heet Wederopbouw.