De werkstijl ‘Wees perfect’ komt tot uiting in je zorgvuldige aanpak, je volledigheid in verschillende opzichten en de professionaliteit van het werk dat je aflevert. Als je een presentatie verzorgt of informatie overbrengt, zorg je ervoor dat je op de hoogte bent van alles wat er speelt op je vakgebied. Je bent goed voorbereid en werkt volgens een bepaalde structuur. Dat geeft je richting en houvast.
Tot in detail
Dit uit zich bijvoorbeeld in een uitspraak als: ‘Het eerste onderwerp is…, het tweede onderwerp is… en het derde en laatste onderwerp is… Ter afsluiting evalueren we de inhoud, de vorm en de interactie tijdens de presentatie en krijgen jullie nog extra gelegenheid om vragen te stellen.’ Je haakt gericht in op vragen van je collega’s en hebt overal een antwoord op, omdat je alles tot in detail hebt uitgezocht. Je zorgt ervoor dat je alle zinnen en woorden goed uitspreekt, je formuleert precies en wilt niets aan het toeval overlaten. Je gebruikt veel woorden, maakt lange zinnen, nuanceert met regelmaat en ziet niets over het hoofd.
Met je toekomstgerichte blik zorg je ervoor dat je jouw werk uitstekend hebt georganiseerd, je werkplek ziet er overzichtelijk en netjes uit en obstakels heb je ingecalculeerd. Je hebt alles onder controle, verliest niets of niemand uit het oog, komt volwassen en in balans over op anderen. Het lijkt allemaal te kloppen.
Je bent betrouwbaar in de werkrelatie door je afspraken na te komen. Als je leidinggevende en collega’s jou iets vragen, kunnen ze ervan op aan dat je alles tot in de details organiseert. Als je iets doet, doe je het goed! Op jou en jouw werk valt niets aan te merken. Omdat je alles zo goed mogelijk wilt doen, ben je kritisch op verbeterpunten.
Letten op wat niet goed is
Je weet de vinger steeds weer op de zere plek te leggen om het maximale uit jezelf, je leidinggevende en collega’s te halen. Je checkt en verbetert graag het werk van jezelf en anderen, omdat je streeft naar het leveren van foutloos werk. Je hebt hierdoor veel tijd nodig om je werk af te krijgen en mist soms een deadline. Je verwacht niet alleen van jezelf dat je je werk perfect doet, maar legt de lat voor anderen net zo hoog. Anderen leren hierdoor dat ze geen fouten mogen maken. Ze leren ontevreden te zijn, omdat het resultaat nooit aan de norm voldoet; het kan altijd beter. Je nodigt anderen uit om op hun tenen te gaan lopen en zichzelf te overvragen. De ander heeft het gevoel steeds weer tekort te schieten in jouw ogen.
Door ‘Wees perfect’ ontwikkel je de neiging om bij alles wat je hebt gedaan vooral te letten op wat niet goed is. Iedere keer zie je dan wel iets wat niet in orde is. Je verwacht perfectie van jezelf en anderen. Perfectie is echter niet voor jou en je leidinggevende en collega’s weggelegd. Je voelt je daardoor ontevreden ofwel niet-oké. Perfectie kan op verschillende gebieden voorkomen: werk, kleding, spreken of omgang met anderen.
Kwaliteiten ‘Wees perfect’
- Je bent volledig in je uitleg
- Je werkt nauwkeurig en bent accuraat
- Je plant, organiseert en coördineert effectief
- Je hanteert een doelgerichte aanpak
- Je plant vooruit
- Je bereidt je grondig voor
- Je zorgt ervoor dat je goed op de hoogte bent
- Je vindt het belangrijk om alle juiste informatie te hebben
- Je levert professioneel en goed werk af
- Je bent perfectionistisch, zowel qua vorm als inhoud
- Je hebt alles tot in de puntjes verzorgd
- Je bent kritisch en volledig
- Je bent een vakman of vakvrouw
- Je controleert de feiten zorgvuldig
- Je werkt nauwgezet en bent betrouwbaar
- Je besteedt aandacht aan details
- Je komt op tijd en gaat op tijd weg bij afspraken en bijeenkomsten
- Je komt je afspraken na
Valkuilen ‘Wees perfect’
- Je verliest jezelf in de details van het werk
- Je bent overdreven nauwgezet
- Je bespreekt alles tot in detail
- Je bent veel tijd kwijt met je werk
- Je bent altijd druk bezig en nooit klaar
- Je besteedt te veel tijd aan bepaalde zaken, waardoor je prioriteiten in het gedrang komen
- Je kunt als ‘muggenzifter’ overkomen als je kritiek levert
- Je mist soms je deadlines
- Je bent weinig creatief, doordat je jezelf geen ruimte geeft om te experimenteren
- Je vindt je werk nooit goed genoeg, het kan altijd beter, wat je een ontevreden gevoel geeft
- Je bent afstraffend en afkeurend naar jezelf en je leidinggevende en collega’s
- Je focus ligt op wat er niet klopt of niet aanwezig is
- Je vindt dat zelfs kleine fouten gecorrigeerd moeten worden door jou of je leidinggevende en collega’s
- Je vat voorstellen op als kritiek
- Je stopt niet voordat je jouw werk perfect hebt afgerond
- Je leest te versturen mail of berichten drie keer over voordat je deze verzendt
- Je ervaart gevoelens van teleurstelling en minderwaardigheid
Denkpatroon ‘Wees perfect’
Bij het denkpatroon ‘Wees perfect’ heb je de gedachten: ‘Ik ben oké als ik mijn werk perfect doe’, ‘Ik ben de moeite waard als ik foutloos werk aflever’, ‘Mijn behaalde resultaat is nooit goed genoeg’, ‘Ik moet alles volledig doen, formuleren en omschrijven’, ‘Als ik een fout maak, schiet ik te kort, ‘Fouten maken betekent dat ik ‘faal’ en ‘Ik ben niets waard als ik een misstap maak’.
Je wilt bij dit denkpatroon dat je leidinggevende en collega’s onder de indruk zijn van jouw geleverde prestaties. Je legt je lat steeds hoger. Je voldoet nooit, want het kan altijd beter. Het bevel dat je bij het denkpatroon ‘Wees perfect’ aan jezelf oplegt, koppel je aan je gevoel van eigenwaarde, waardoor je jezelf veroordeelt om wat je niet goed genoeg hebt gedaan in je werk. Je zet de onvoorwaardelijke waardering voor jezelf hierdoor op het spel. Dat is niet bevorderlijk voor je welbevinden. Je koppelt wat je doet op je werk aan wie je bent. Bij de angst om fouten te maken is sprake van faalangst.
Als je jouw zelfbeeld baseert op je prestaties, leg je jezelf onnodig veel druk op. Je bent geen waardeloze medewerker als je een fout maakt of faalt in het uitvoeren van een bepaalde taak. Als je wie je bent als mens leert loskoppelen van wat je doet in je werk, zul je merken dat je beter in je vel komt te zitten, je prettig en tevreden voelt. Hierdoor zul je ook op persoonlijk en professioneel vlak beter uit de verf komen en dus effectiever functioneren.
Gedragssuggesties bij de werkstijl ‘Wees perfect’
- Oordeel niet over je eigen en andermans gedrag
- Wees mild voor jezelf en anderen
- Kijk naar wat er wel (goed) is in plaats van wat er niet (goed) is
- Verleg het accent van het negatieve naar het positieve
- Benoem wat je waardeert in jezelf, je leidinggevende en collega’s
- Geef complimenten op zijns- en doeniveau
- Neem momenten op de dag om te relaxen en te ontspannen
- Wees je er bewust van dat jijzelf, je leidinggevende en je collega’s niet perfect zijn
- Stel realistische normen voor het leveren van werk en prestaties
- Durf te experimenteren en te ontdekken
- Laat je verrassen en verwonder je
- Handel, werk en spreek vanuit je gevoel
- Vraag je af wat reële consequenties zijn bij een gemaakte fout
- Accepteer de consequenties bij gemaakte fouten
- Relativeer, kijk naar de feiten en de waarnemingen
- Ga na wat het oplevert als je de gemaakte fout herstelt
- Vat het maken van fouten op als een kans om te leren
- Blijf alert op deadlines, houdt de hoofdlijnen in de gaten en voorkom dat je verzandt in de details of de vorm
Interne stimulators bij de werkstijl ‘Wees perfect’
- Ik ben de moeite waard zoals ik ben, los van wat ik doe
- Ik ben goed genoeg zoals ik ben
- Ik mag er ook zijn als ik iets niet goed doe
- Ik mag tevreden zijn met een voldoende
- Ik mag fouten maken
- Goed is goed genoeg
- Het is zoals het is
- Van ‘kritiek’ kan ik leren
- Ik mag leren
- Ik mag onderzoeken
- Ik mag experimenteren
Bron: Dealen met je baas
Door: Manon Bongers