Ik hou van regels. Ik vind het fijn om erop te kunnen vertrouwen dat iedereen de verkeersregels kent en dat auto’s aan allerlei kwaliteitstests zijn onderworpen voordat ze de weg op mogen. Ik vind het prettig om te weten waar ik op moet letten als ik een dakkapel op mijn huis wil bouwen. En dan is het wel zo eerlijk dat mijn buurman aan dezelfde eisen moet voldoen als ik. Regels zorgen ervoor dat ik geen onnodig risico loop en dat ik kan rekenen op gelijke behandeling. Dat ik weet waar ik aan toe ben in veel situaties. Regels bieden houvast in een wereld waarin alles continu in beweging is. Ze zorgen voor grip op de wereld om me heen, zodat ik daarbinnen kan ontspannen en loslaten.
Ik noem dit de regel-ruimteparadox: de situatie waarin ruimte ontstaat doordát er een begrenzing is. Heldere kaders bieden rust en duidelijkheid, als context waarbinnen creativiteit maximaal kan floreren. Want als iets in de kern goed geregeld is, hoef ik niet de hele tijd alles in de gaten te houden of zelf te bedenken hoe ik zaken het beste kan aanpakken.
Voorbeelden regel-ruimteparadox
Er zijn tal van voorbeelden van de regel-ruimteparadox. Aan een opgeruimde werktafel kan creativiteit bijvoorbeeld makkelijker stromen. Voor leerkrachten is het prettig als duidelijk is over welke kennis en vaardigheden leerlingen aan het eind van het schooljaar moeten beschikken. Daarbinnen hebben ze alle vrijheid om te bepalen welke stof ze op welke momenten en in welke vorm overdragen. Het is prettig als de overheid bij participatietrajecten haar eigen huiswerk heeft gedaan en transparant is over wat wel of niet bespreekbaar is. Zodat bewoners hun tijd niet hoeven te verspillen aan het ontwikkelen van ideeën die uiteindelijk niet binnen deze kaders passen. En het is handig om te weten wat de volgende deadline in de projectplanning is, zodat je de tijd tot die datum maximaal kunt benutten. Het draait dus om de balans tussen regels en rek. Als het kader te strak is, is er geen speelruimte om naar oplossingen te zoeken. Als het kader te vaag en los is, schieten de oplossingen alle kanten op en worden ze minder effectief.
In onze samenleving zijn we echter doorgeschoten naar de regelkant. Vanuit de overtuiging dat je incidenten kunt voorkomen, worden steeds meer nieuwe regels gemaakt die alle mogelijke risico’s moeten uitbannen. Mensen die van een regel profiteren, worden al snel beschouwd als potentiële fraudeurs – en we hebben met de toeslagenaffaire gezien tot wat voor schrijnende situaties dat kan leiden. We creëren regels als vangnet voor kwetsbare mensen, maar timmeren de bijstandsregels zo dicht dat boodschappen aannemen van je moeder bestraft moet worden. We stellen in het licht van COVID-19 regels op om mensen met een zwakke gezondheid te beschermen, maar beperken daarmee ook de bewegingsvrijheid van gezonde mensen. Vanuit de idee dat ontwikkeling en groei het best af te lezen zijn uit prestaties hechten we sterk aan verantwoording van elke minuut en elke cent. Tot aan het foto’s maken van borrelhapjes toe.
Balans is zoek
En daar heb jij niet alleen als professional last van. Buiten de muren van jouw organisatie stijgt de frustratie over de doorgeschoten regelzucht. Klanten klagen over onlogische regels, burgers gaan de barricaden op om te protesteren tegen vrijheidsbeperkende maatregelen en media stellen misstanden aan de kaak. We hebben steeds complexere systemen opgetuigd voor het maken en bewaken van regels, die steeds minder ruimte bieden voor de noodzakelijke rek. De balans tussen regels en rek is zoek.
Bron: De regels en de rek
Door: Boukje Keijzer