De belangrijkste functie van een leider is het dienen van de groep. De leider dient de groep op zo’n manier dat de groepsleden zo efficiënt mogelijk hun bijdrage leveren aan het realiseren van de doelen. Daartoe dient de leider de taakuitoefening van de groep en het groepsproces.
Het dienen van de groep betekent echter niet dat de leider steeds aansluit bij dat wat de groep wil. De leider is in staat zijn eigen weg te gaan en juist door dát vermogen de groep te dienen. Andersom kan men zeggen dat de leider in het dienen van de groep steeds weer zijn eigen weg gaat.
Onzelfzuchtigheid
Echte interesse in jezelf leidt tot onzelfzuchtigheid. Hemel en aarde bestaan niet louter voor zichzelf, maar staan ten dienste van het scheppingsproces. Dit beseffend waakt de wijze leider voor egocentrisme, en daardoor functioneert hij steeds effectiever. Verlicht leiderschap betekent dienen en niet zelfzuchtig bezig zijn. De leider zal groeien en langer in het zadel blijven naarmate het welzijn van allen, en niet dat van hemzelf alleen, op de eerste plaats komt.
Kenmerken van een groep, functies van leiderschap
Een groep kenmerkt zich door een tweetal elementen: de gezamenlijke taak en de gezamenlijke leiding. In de eerste plaats is daar een ervaren taak. De leden van de groep zijn op een of andere manier verantwoordelijk om een bijdrage te leveren aan het uitvoeren van de taak. Van veel belang is daarbij de gezamenlijkheid. De leden van de groep realiseren zich dat ze alleen niet in staat zullen zijn de taak uit te voeren. Men is hiertoe aangewezen op andere leden van de groep. Juist dit gezamenlijke vraagt om samenwerking.
Een goede partij voetbal is misschien het mooiste voorbeeld. De gezamenlijke taak is de wedstrijd te winnen. De spelers die niet aan de bal zijn, zijn even belangrijk als degene die de bal speelt: voortdurend is er een man vrij om de bal aan te nemen, steeds opnieuw gaat er iemand diep. Kortom, juist de samenwerking maakt het spel zo aardig.
Een tweede kenmerk van groepsontwikkeling is dat de leden van de groep hun energie besteden aan het bepalen van het leiderschap. Men zoekt instinctief naar de leider. Men kan deze neiging afdoen met het constateren dat dit zou wijzen op een gebrek aan autonomie van de groepsleden. Het kan inderdaad duiden op een gebrek aan autonomie wanneer de groepsleden een leider zoeken op basis van angst. Soms komt het voor dat de leden van de groep de angst ervaren dat de groep zal falen in het formuleren en/of het uitvoeren van haar taak. Daarmee zou de groep haar kernfunctie verliezen. Er wordt dan voor het voortbestaan van de groep gevreesd. Het uiteenvallen van de groep is voor veel mensen een bedreigende ervaring. Met het uiteenvallen van de groep is men te zeer uitsluitend op zichzelf aangewezen. De existentiële
angst dringt zich op.
Een goede voetbalcoach ontwikkelt een systeem om het spel te spelen. Bij het uitwerken van dit systeem houdt hij rekening met de individuele kwaliteiten van de spelers. Hij bewaakt de verhoudingen in de ploeg, hij verzorgt de opstelling, hij probeert het wedstrijdverloop te bepalen zonder zelf mee te spelen.
Eigen angsten niet ervaren
Onder existentiële angst verstaan we de angst die mensen ervaren wanneer ze zich op zichzelf teruggeworpen voelen, zonder dat ze zich in staat weten zichzelf met succes te handhaven. Zo wordt er een leider gezocht met als voornaamste functie ervoor te zorgen dat de groepsleden hun eigen angsten niet ervaren. De leider krijgt zo de rol van beschermer van de groep. Daarmee verwerft de leider zich veel macht, zoals in veel dictaturen herkenbaar is. Voor angstige mensen is het blijkbaar beter te lijden onder de dwang van hun overheerser, dan de eigen angsten onder ogen te zien. Er kan echter ook nog een andere motivatie zijn om het leiderschap te zoeken.
De leider van de groep wordt toegedacht de taak (het product) en de uitvoering van de taak (het proces) te begeleiden naar een uiteindelijk doel. We spreken dan van de visie, of de bestemming. De leider stelt de groep in staat optimaal taakgericht te werken en het groepsproces daartoe in dienst te stellen. Het kan een aanwijzing zijn van autonomie van de groepsleden wanneer de groepsleden het leiderschap accepteren. De leider is tenslotte de dienaar van de groep.
Bron: Persoonlijk leiderschap
Door: Wibe Veenbaas, Piet Weisfelt