Een organisatie kan zich slechts dan ontwikkelen tot een geheel dat werkt vanuit kringbewustzijn, als iedere deelnemer het eigen leiderschap zo volledig mogelijk tot ontwikkeling brengt. Het meest essentiële kenmerk waarin de kring zich immers onderscheidt van de kudde, is dat het individu zich niet aanpast en ondergeschikt opstelt, maar zich juist in gelijkwaardigheid inzet en – ongeacht zijn formele positie in de hiërarchie – verantwoordelijkheid neemt voor het geheel. Het is de ‘quinta essentia’ ofwel doorslaggevende factor van het kringbewustzijn en het is ook de kern vanwaaruit koning Arthur leidinggeeft: een stijl van leidinggeven waarin mensen bovenal aangesproken worden op hun autonomie en zelfsturend vermogen.
Over dit persoonlijke leiderschap, evenals over het formele leiderschap dat het persoonlijke leiderschap van iedereen in de organisatie respecteert en bekrachtigt, gaat dit hoofdstuk. Het verhaal van Parcival, de jongen die tot ridder van de ronde tafel werd, dient daarbij als belangrijkste inspiratiebron.
De jonge Parcival wordt, samen met zijn jongere broer en zus, door zijn moeder in afzondering opgevoed. Door Parcival weg te houden van alles wat er in de wereld gaande is, probeert zij te voorkomen dat Parcival, net als zijn vader, ridder zal worden en zal sneuvelen in het harnas. Toch maakt Parcival zijn eigen wapens en wordt hij zeer bedreven in het hanteren van boog en speer. Zijn huisgenoten kunnen er bijna altijd van op aan dat de jonge Parcival iets eetbaars mee naar huis brengt.
Op een dag ontmoet Parcival in het bos een ridder, wiens levensverhaal hem zo fascineert, dat hij besluit de ridder achterna te gaan, naar het hof van koning Arthur waar hij naar onderweg is. Zijn moeder protesteert, maar tevergeefs.
Bij het afscheid geeft ze hem nog wel een paar goedbedoelde adviezen mee: ‘Heb eerbied voor schone jonkvrouwen en stel geen vragen.’ Rijdend op een oud paard en met zijn zelfgemaakte primitieve speren gaat hij op weg.
Parcival arriveert bij het hof op de avond van het pinksterfeest, wanneer de ridders van de ronde tafel bijeen zijn om verslag de doen van hun daden. Hij wordt met een hartelijk hoongelach ontvangen. Hij is nog niet klaar voor deelname aan de ronde tafel, maar hij trekt zich niets aan van de vernederingen die hem ten deel vallen. Zo herkent koning Arthur zijn innerlijke kracht en geeft hem toestemming om deel te nemen aan de zoektocht naar de heilige graal.
Parcival gaat, net als de andere ridders, alleen op weg. Na enige omzwervingen bereikt Parcival het kasteel van de zieke visserkoning. Geconditioneerd door de adviezen van zijn moeder, vergeet Parcival hem te vragen wat hij kan doen om zijn leed te verzachten. Dan komt er een vreemde stoet binnen, geleid door een jonkvrouw die een graal draagt, waar een licht uit komt dat alle aanwezigen in de zaal voedt. Parcival is door dit alles diep geroerd, maar is niet in staat om iets te zeggen of te vragen. Voor zijn ogen ziet hij het kasteel langzaamaan als een luchtspiegeling verdwijnen.
In plaats van de burcht verschijnt er een heks die hem al zijn fouten en zonden inpepert: hoe hij de visserkoning maar ook al die jonkvrouwen die hij onderweg is tegengekomen niet heeft kunnen helpen, omdat hij zich afwendde en geen vragen stelde. Een diep berouw komt over hem. Had hij het advies van zijn moeder maar niet opgevolgd en zich uitgesproken over wat er op dat moment in hem omging, dan had hij de wereld tot hulp kunnen zijn en de zoektocht naar de heilige graal kunnen volbrengen.
Verslagen trekt hij zich terug en zwerft jarenlang door de moerassen, waar hij op allerlei manieren op de proef wordt gesteld. Hij wordt talloze malen bespot om zijn onbeholpen manier van doen en moet aanhoren hoe onhandig, dom en simpel hij is. Maar geleidelijk komt hij in het reine met zichzelf en hervindt zijn kracht.
Vele jaren later vindt Parcival het kasteel van de visserkoning terug. Ditmaal grijpt hij de kans aan om de visserkoning te vragen waar hij aan lijdt; het is precies deze ultieme edelmoedige vraag die de koning nodig heeft om te kunnen genezen. Zo krijgt Parcival toegang tot de graal en brengt hem naar koning Arthur, waarna de ronde tafel in ere kan worden hersteld. Eindelijk kan hij, gelouterd als hij is door alles wat hij heeft doorstaan, deel gaan uitmaken van de kring van ridders die samen met Arthur plaats hebben aan de ronde tafel.
In dit verhaal zitten de vijf belangrijkste elementen van persoonlijk leiderschap verborgen: a) je roeping volgen, b) je niet laten bepalen door weerstand, c) ervoor uitkomen wie je bent, d) je karma onder ogen zien, en e) dienstbaar zijn aan de wereld.
Zo begint leiderschap wat ons betreft niet bij dat je ergens in een bepaalde formele positie terechtkomt, bij de buitenwereld die iets in jou ziet en iets van jou verwacht, maar bij het moment dat je innerlijk ergens door wordt
aangeraakt. Of je nu wel of niet in de positie van leider bent, werkelijk leiderschap ontstaat op het moment dat je van binnenuit geroepen wordt iets bij te dragen aan je omgeving, iets dat jou doet vermoeden dat je het verschil kunt maken.
Daar begint jouw eigen weg en ook later – als je die weg eenmaal gaat – begint het daar steeds weer opnieuw: bij de bezielende impulsen die je krijgt om je ergens voor in te zetten. Het is het moment dat een kleine of grote droom in
jou geboren wordt.
Bron: Bezieling werkt, dat op de shortlist staat voor de verkiezing van Managementboek van het Jaar
Door: Hans Wopereis