De jeugdwerkloosheid neemt weer toe. Ook al lees je regelmatig dat die is afgenomen.
Ik hoor en spreek regelmatig hoog opgeleide, gemotiveerde twintigers die op hun niveau geen werk kunnen vinden en tijdelijke functies in de industrie, in de administratie of horeca aannemen.
Dat wordt niet meer ‘verborgen werkloosheid’ genoemd zoals in de vorige perioden van werkloosheid. In de statistieken staat nu gewoon dat deze jongeren een baan hebben. Maar het is wel een baan waarmee ze niet veel kunnen opbouwen. (hoewel Randstad Uitzendbureau – als eerste detacheerder – een contract heeft afgesloten, waardoor tijdeijke krachten gemakkelijker een hypotheek kunnen aanvragen). Er vindt volgens de statistieken dus ook geen ‘verdringing’ meer plaats. Maar dat is natuurlijk wel zo. Lager opgeleiden krijgen het moelijker. Een zekere verarming neemt toe. In de gemeente waar ik woon werden rond de jaarwisseling honderden voedselpakketten verstrekt door de Voedselbank.
Ik was laatst, als stageaanbieder aanwezig op een presentatie van de gemeente en een aantal welzijnsinstellingen. Er waren aanzienlijk veel twintigers aanwezig, die nu werkzaam zijn als vrijwilliger. De aanwezige wethoudster verklaarde dat vrijwilligerswerk prachtig is en veel waarde heeft voor de samenleving. Maar zolang er nog steeds een sollicitatieplicht bestaat heeft dat weinig betekenis. Nog steeds word je niet voor vol, nu ‘cool’, aangezien als je geen betaald werk, náást de vrijwilligersfunctie hebt.
Er is sinds het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw weinig veranderd. Ook toen konden jongeren geen werk vinden, maar de discussie werd wel eerlijker gevoerd. Voor mijn gevoel kloppen er een aantal zaken niet. Er worden in allerlei gemeenten nog steeds werkgelegenheidsprojectjes gestart om jongeren tijdelijk meer werkervaring te bieden en dus aantrekkelijker te maken. Alleen heten het nu geen ‘Melkertbanen’ meer (maar lijken daar wel op.)
Maar echte banen zijn in de voorgaande jaren wegbezuinigd met alle gevolgen van dien, bijvoorbeeld belangrijke functies in de documentatiesector. In musea zijn bibliotheek- en archieffuncties wegbezuinigd, met het gevolg dat stukken, gebruiksvoorwerpen uit depots, maar ook nieuwe aankopen, en stukken in bruikleen slecht worden geadministreerd. Hierdoor kunnen stukken, voorwerpen en dergelijke ‘verdwijnen’. Wie weet, duikt er nog eens een onbekend werkje van een grote meester op bij een doorsnee burger of ‘Tussen Kunst en Kitsch’. Maar dat is een onderwerp voor een volgende column.
Carolien Kok is docent Informatiekunde aan het Kennemer College Beverwijk en mediacoach. Ze publiceerde het boek ‘ Efficiënt werken met gratis webtools’. Meer informatie over haar: ga naar haar site.