Systeemgericht leiderschap – Keek op de week
De illusie van leiderschap
Voor wie geïnteresseerd is in leiderschap is er in de aanloop naar verkiezingen veel interessants te zien. Want waar Nederlanders tot pakweg de jaren tachtig meestal op een partij stemden die ideologisch goed bij hen paste, lijkt de keuze tegenwoordig vooral bepaald te worden door wie men als de beste leider ziet.
Maar zijn mensen eigenlijk goed in staat in te schatten wie een goede leider zal zijn en wie niet? Daar is interessant onderzoek naar gedaan. Daarbij gebruikt men de ‘ascription–actuality trait theory’[1].
Die theorie helpt om inzicht te krijgen of er verschil is in karaktereigenschappen die mensen toeschrijven (ascribed) aan een leider en de eigenschappen een leider feitelijk bezit of ontwikkelt (actuality). En kijkt vervolgens naar de feitelijk effectiviteit van dat leiderschap.
- Toegeschreven eigenschappen – de zichtbare signalen die mensen overtuigen dat iemand een leider is (stem, uiterlijk, zelfvertrouwen, uitstraling).
- Feitelijke eigenschappen – de bekwaamheden die bepalen of iemand effectief kan leiden (kennis, morele integriteit, besluitvaardigheid, empathie).
De uitkomsten van verschillende onderzoeken zullen je waarschijnlijk niet verassen; ‘ascription’ en ‘actuality’ blijken lang niet altijd te overlappen. Eigenschappen die helpen iemand naar voren te schuiven als leider zijn niet per se dezelfde als die zorgen voor succesvol leiderschap.
Dat sluit aan bij de visie vanuit systeemgericht leiderschap. Dat stelt dat het een valkuil is om te veel waarde te hechten aan de veronderstelde eigenschappen van een leider. Het gaat om wat iemand laat zien. Veronderstellen dat iemand ‘een goede leider is’ kan maken dat de omgeving minder kritisch wordt. En daar bij jezelf van overtuigd zijn, kan leiden tot minder inspanning om echt te begrijpen wat er hier-en-nu speelt in het subsysteem waar je impact wilt maken en tot weinig reflectie.
Voorbeelden van leiders
Een paar voorbeelden uit de internationale context (zonder in te gaan op waar de betreffende leiders inhoudelijk voor staan):
Donald Trump
- Ascriptieve kant:
Dominante toon, grote gebaren, korte krachtige zinnen en veel zelfvertrouwen waardoor veel mensen hem zagen en zien als een daadkrachtig leider. - Actuale kant:
Impulsief, snel beslissend, maar tekortschietend in consistentie, samenwerken, strategisch denken en daardoor minder effectief in doorvoeren van beleid.
Angela Merkel
- Ascriptieve kant:
Merkel werd gezien als saai, onopvallend met weinig charisma en met dus weinig ascriptieve signalen van leiderschap. - Actuale kant:
Ze bleek competent, analytisch en stabiel. En dat vertaalde zich -zeker in crisisituaties- in effectief leiderschap.
Interessant is hoe door haar succes haar gepercipieerde leiderschap (ascription) verbeterde. Een mooi voorbeeld hoe actuality achteraf de ascriptive perceptie kan veranderen.
Emmanuel Macron
- Ascriptieve kant:
Zijn houding, spraakritme, lichaamstaal gaven de indruk van jong, energiek en intellectueel wat werd geassocieerd met vernieuwing en rationaliteit. - Actuale kant:
Sterk op analyse en dossiers (actuality), maar tekort aan empathie en verbindend vermogen.
Ook dit voorbeeld is interessant. Het geeft een hybride beeld: hoge ascribed competence, lage ascribed warmte en uiteindelijk onvoldoende effectief.
Barack Obama
- Ascriptieve kant:
Obama werd vanaf gezien als ‘presidentieel’ door welbespraaktheid, posture en charisma, sterke ascriptieve signalen van leiderschap. Vooral zijn stem en manier van spreken (‘measured cadence’) en woordgebruik gaven een indruk van controle en morele waardigheid. - Actuale kant:
Zijn beleid was genuanceerd, compromisgericht, intellectueel complex en met soms gebrek aan snelle daadkracht.
Zijn aarzeling in het nemen van beslissingen is goed terug te zien in de boeiende documentaire ‘The Corridors of Power’ die een beeld geeft hoe het er achter de schermen in Washington aan toe is gegaan bij een aantal belangrijke beslissingen rond oorlog en vrede.
Wat daarbij vooral beschouwd wordt als smet op het presidentschap van Obama was dat hij te traag handelde na het gebruik van chemische wapens in Syrië in 2013 terwijl hij eerder had aangegeven dat dat een rode lijn zou zijn.
Illusie van leidercshap
De conclusie: soms is de illusie van leiderschap krachtiger dan het leiderschap zelf.
En misschien zit er toch een klein sprankje waarheid in Donald Trump’s stelling dat Barack Obama onterecht de Nobelprijs voor de vrede heeft gekregen. Wellicht heeft het Nobelprijs comité in 2009 te veel gekeken naar de ascriptieve signalen van vredestichtend leiderschap en minder naar de actuale kant. Niets menselijks is hen vreemd..
Systeemgericht leiderschap helpt leiders om de systeemgerichte blik en interventies toe te passen in leiderschapsrollen. In haar ‘Keek op de Week’ bespreekt Aty actuele onderwerpen die passen bij deze benadering van leiderschap. Meer lezen over systeemgericht leiderschap? Dat kan het boek van Aty Boers. Bestel op Boom.nl >>>
Door:Aty Boers
[1] Truninger, M., Ruderman, M. N., Clerkin, C., Fernández, K. C., Cancro, D. (2021) Sounds like a leader: An ascription–actuality approach to examining leader emergence and effectiveness.