Het imago van de topman lijkt niet of nauwelijks geschaad door alle aandacht voor zwalkende koersen en boosheid over bonussen. Uit onderzoek van Intermediair onder bijna 400 hoogopgeleiden, gaven respondenten de topmannen en -vrouwen veel meer status dan ministers, artsen en hoogleraren, traditioneel zeer gerespecteerde beroepen. 79 procent geeft veel status aan de functies bovenaan de zakelijke ladder, de ceo en cfo. De minister volgt op grote afstand (33 procent).
Na topmannen en -vrouwen en ministers komen de artsen/specialisten, gevolgd door hoogleraren en professoren. Op de vijfde plaats staan de rechters. Schoonmaker en vuilnisman worden gezien als beroepen met de minste status. De topfuncties hebben vooral veel status omdat ze gepaard gaan met bijzondere verantwoordelijkheden (77 procent). Aanzien (49 procent), maatschappelijk nut (36 procent) en een hoog salaris (25 procent) zijn voor de ondervraagden minder belangrijke redenen om een functie hoog aan te slaan. Volgens deskundigen is iemand met veel status overigens niet automatisch ook geliefd. Integendeel: mensen met veel status liggen niet zelden slecht in de groep, door risicogedrag of dominant optreden. Daarnaast bezitten ze echter bijzondere eigenschappen. In het geval van de ceo: de moed om beslissingen te nemen over miljoenen euro’s en soms duizenden mensen. Of we iemand mogen of niet: dat wekt respect.Top vijf beroepen met de meeste status
- Topman of -vrouw (79%)
- Minister (president) (33%)
- Artsen/specialisten (23%)
- Hoogleraren en professoren (13%)
- Rechters (10%)
Top vijf beroepen met de minste status
- Schoonmakers (32%)
- Vuilnismannen (32%)
- Winkelmedewerkers (13%)
- Medewerkers in de plantsoenendienst (10%)
- Fabrieksarbeiders (10%)