Bertine van Hooff vormt samen met haar man al meer dan vijftien jaar de directie van Burgers’ Zoo in Arnhem. Daarnaast is ze sinds een jaar Provinciaal Statenlid voor het CDA in Gelderland. Een groot verantwoordelijkheidsgevoel, de wil om haar talenten te benutten en een flinke dosis nuchterheid typeren haar. Ze probeert vrouwen in haar omgeving het vertrouwen te geven hun ambities waar te maken. ‘Je hoeft het niet allemaal al te kunnen. Maak die fouten maar.’
Bertine van Hooff (49) komt net uit een webinar voor de medewerkers van dierenpark Burgers’ Zoo. Daarin is het personeel meegenomen in ‘het nieuwe normaal’, het dierenpark gaat weer open, maar dan wel op anderhalve meter afstand. Van Hooff beseft dat het voor haar medewerkers een moeilijke tijd is geweest. ‘Het is aan ons om vertrouwen, duidelijkheid en perspectief te geven. Medewerkers die hier een paar maanden niet zijn geweest moeten misschien wel even een drempel over. Ineens moet je er immers weer staan! Ik wil daar echt aandacht aan geven, heel bewust dat persoonlijke contact zoeken.’
Of je dat dan dienend of verbindend leiderschap moet noemen, daar wil Van Hooff van af zijn. ‘Er zijn zoveel soorten leiderschap!’ Wat ze maar wil zeggen: ze volgt haar gevoel, denkt niet zo in vakjes. Datzelfde doet ze ook als de vraag op tafel ligt wie voor haar een vrouw met impact is. ‘Ik denk liever in ménsen met impact’, zegt ze. ‘Maar tegelijk las ik van de week een artikel waarin honderd vrouwen stonden die als eerste iets hebben gedaan, eerste griffier, eerste politica, etcetera. Zo’n lijst is er niet over mannen. Dat zegt al iets. Kennelijk is het nog steeds nodig om de prestaties van vrouwen extra te benoemen, terwijl ik in mijn naïviteit soms denk dat we al heel ver zijn. Ik zit er wat duaal in. Aan de ene kant wil ik dat wij medewerkers kiezen als mens. Aan de andere kant: als je diversiteit wilt, dan moet je dat wél regelen.’
Hoe doe je dat in je eigen bedrijf: Burgers’ Zoo?
‘Wij hebben een bedrijf waarin in principe iedereen welkom is. Van alle medewerkers is 53% vrouw. Onze directie bestaat uit mijn man Alex en ik zelf. Daaronder zit een Management Team met drie mannen en twee vrouwen. Er is nu een vacature, bij de invulling daarvan houden we rekening met de diversiteit in het team.’
Intussen heeft ze toch ook een antwoord op de vraag wie voor haar een vrouw met impact is. ‘Dan noem ik toch mijn moeder. Zij was ondernemer en politica. Helaas overleed ze veel te jong, maar ik heb een heel mooi voorbeeld gehad. Mij is nooit een strobreed in de weg gelegd. Ik had alle mogelijkheden, maar ik moest ook hard werken en doorzetten, er iets van maken. Door mijn moeder heb ik sterk het gevoel dat haar generatie heel veel voorwerk heeft gedaan.
Wordt dat voorwerk genoeg verzilverd?
‘Daar kun je over discussiëren en dat gebeurt ook volop. Het gebrek aan vrouwen in topfuncties ligt enerzijds aan onze maatschappij en de manier waarop we mensen selecteren, maar soms ook wel aan de vrouwen zelf die misschien te weinig hun vinger opsteken. Vrouwen willen geen fouten maken, dat kan belemmerend werken. Een man heeft vaak wat meer lef.’
Zie jij jezelf als een rolmodel?
‘Richting mijn kinderen zal ik dat onbedoeld wel zijn. Ik geef ze mee dat ze wel iets moeten doen met datgene wat ze hebben meegekregen. Ik zie het benutten van talent wel als een opdracht. En verder hoop ik dat ze gelukkig worden. Of ik ook een rolmodel ben richting andere vrouwen? Ik probeer wel andere vrouwen te coachen. In die zin dat als ze een ambitie hebben, ik het jammer vind dat ze zich laten tegenhouden door onzekerheid. Maak die fouten maar, zeg ik dan. Die horen erbij en ze maken je groter. Maar ik wil andere vrouwen niet de maat nemen, dat gebeurt al zoveel door vrouwen onderling. Als iemand in een bepaalde fase thuis wil zijn, dan moet hij of zij dat doen. Alleen als de ambitie er wel is, en het talent en de kennis: ja dan vind ik het jammer dat die onbenut blijft. Ik denk dat de sleutel ligt in vertrouwen geven aan elkaar, elkaar sterker maken.’
Ik zie het benutten van talent wel als een opdracht.
Lag jouw eigen carrière vast toen je trouwde met een nazaat van het familiebedrijf Van Hooff?
‘Niet meteen hoor. Ik werkte op een advocatenkantoor, ben opgeleid als jurist. Mijn man was beleggingsadviseur. Toen zijn ouders op leeftijd raakten, is hij in het bedrijf gaan werken omdat hij graag met hen nog een paar jaar wilde samenwerken. Ik ben in 2000 ingestapt. Niet met het idee dat alles vast zou liggen. Ik ben gewoon op de trein gestapt en we gingen er samen voor. Het is ook niet gezegd dat ik nooit meer iets anders ga doen.’
Jullie werken al twintig jaar dag in dag uit samen. In dit coronatijdperk vliegt menig stel elkaar in de haren. Heb je tips?
Schiet in de lach. ‘Wij vonden het enige positieve aan deze onwerkelijke bizarre periode juist dat we wat meer tijd hadden met elkaar. Maar los van deze crisis: wij hebben elk heel sterk onze eigen taak, ik ga over de medewerkers en de juridische zaken. En wij durven elkaar scherp te houden, het met elkaar oneens te zijn. Bovendien hebben wij een super team om ons heen. Alex en ik hoeven niet de beste te zijn, wij hebben mensen om ons heen die op hun eigen terrein beter zijn dan wij. Dat geeft ons rust.’
Sinds een jaar zit je ook in de politiek. Waarom?
‘Ik vind mijn werk in de Zoo echt hartstikke gaaf. We geven iedere dag aan onze bezoekers bewondering en verwondering mee, en we zorgen voor de natuur. Ik zie dat ook als een stukje rentmeesterschap, goed passen op dat wat ons is toevertrouwd.
Vanuit datzelfde verantwoordelijkheidsgevoel heb ik me kandidaat gesteld voor de Provinciale Staten. Ik merkte steeds vaker dat er in het maatschappelijk debat heel veel wordt geroepen, maar dat je de grote middengroep amper hoort. Ik vond dat ik daar een bijdrage moest leveren. Kom ik erin, dan kom ik erin, dacht ik. En zo niet, nou dan heb ik mijn verantwoordelijkheid genomen.’
Je zit ook nog in een paar raden van advies en toezicht. Hoe combineer je dat allemaal? Of is dat een heel truttige vraag?
‘Haha, het wordt vaak gevraagd. Maar ik tel de uren niet. Het zal wel meer dan fulltime zijn. Maar dat voelt niet zo. Wij wonen bij het park, ik woon dus bij mijn werk. Dat scheelt een hoop tijd. En ik vind die werkzaamheden buiten mijn eigen bedrijf enorm verrijkend. Je moet niet teveel naar binnen kijken, familiebedrijven wordt dat nogal eens verweten. Dus ik kom graag buiten de poorten!’
Door: Jannie Benedictus
Fotograaf: Anette Brolenius