Van A naar B op een B-manier – bouwen aan je organisatie vanuit een gedeelde identiteit
Je weet waar je naartoe wilt. De koers ligt vast, de plannen zijn scherp, en B lonkt aan de horizon. Maar waarom voelt het dan alsof je organisatie soms op de oude voet doorgaat, alsof je met A-gedrag een B-toekomst probeert te bouwen? In dit artikel ontdek je waarom doelen alleen werkelijkheid worden als identiteit, taal en houding mee-bewegen. Want van A naar B gaan lukt pas echt… als je het op een B-manier doet.

Over hoe identiteit, taal en houding bepalen of lange-termijndoelen werkelijkheid worden
Er zijn maar weinig organisaties die moeite hebben met het bepalen van richting. Er worden ambities geformuleerd, doelen bepaald en plannen gecreëerd. Op papier is de koers glashelder: we gaan van A naar B. Maar ondanks het feit dat de toekomst helder op papier staat, speelt er zich in de praktijk een ander verhaal af: er wordt onbewust nog steeds gewerkt vanuit de gewoontes en overtuigingen van A. De manier van samenwerken blijft namelijk voortkomen uit oude patronen. De logica van het doel past niet bij de houding op de werkvloer. Het doel waar naartoe gewerkt wordt klopt, maar de houding waarmee je naar dat doel beweegt past niet bij de toekomst die je wilt bouwen.
En daar ontstaat het spanningsveld. B is haalbaar. Maar iets als je blijft doen wat je altijd al deed. En dat gebeurt als de manier van werken nog volledig verankerd is in het oude verhaal (A).
Organisaties proberen dan te versnellen door meer structuur aan te brengen en extra overlegmomenten te plannen. Terwijl de kernvraag eigenlijk is: wat is essentieel voor ons in de toekomst? Dit artikel verkent die kern: de stap van A naar B lukt alleen wanneer je hem maakt op een B-manier.
Bewustzijn is niet genoeg
Steeds meer organisaties investeren in bewustzijn en persoonlijke ontwikkeling. Dat helpt, maar alleen als er een gedeeld fundament onder ligt. Een team kan bestaan uit slimme, reflectieve, ervaren professionals en toch structureel langs elkaar heen bewegen. Een gedeeld kader dat hun samenwerking draagt, ontbreekt.
Zonder gezamenlijk fundament ontstaat psychologische ruis: Voorbeelden hiervan zijn dat iedereen kijkt vanuit een ander referentiekader, woorden voor iedereen iets anders betekenen, onderhuidse spanning niet wordt herkend of erkend en dat bij druk iedereen terugvalt op zijn of haar eigen waarheid.
Bewustzijn zonder gedeelde identiteit leidt tot troebele samenwerking. Er wordt wel met elkaar gepraat, maar niet gewerkt vanuit dezelfde heldere basis.
Identiteit: de laag waar samenwerking op steunt
Een volwassen en succesvol team begint niet bij wát we doen, maar bij wíe we zijn terwijl we het doen. Dat is de basis waarop duurzame samenwerking leidt tot succes en resultaat. Identiteit gaat over waarden die niet onderhandelbaar zijn. Het zijn beloftes die zeggen: hier staan wij voor ook als het spannend wordt.
Voorbeelden van zo’n niet-onderhandelbaar fundament:
- Wij kiezen eerlijkheid boven gemak.
- Wij blijven in contact wanneer het stroef gaat.
- Wij spreken met elkaar zoals we willen dat er over ons gesproken wordt.
- Wij handelen in lijn met onze bedoeling en niet vanuit angst of reputatie.
- Wij staan stil bij de onderstroom wanneer die de koers beïnvloedt.
Identiteit die door zowel de leidinggevenden als de medewerkers belichaamt wordt, bepaalt hoe je communiceert, besluit, bijstuurt en corrigeert. Het bepaalt of teamleden in contact blijven en zich uitspreken of gaan vermijden en zich terugtrekken. Het bepaalt ook of je reactief blijft of creatief wordt.
Taal als gedeeld anker
Identiteit krijgt pas kracht wanneer ze uitgedrukt wordt in taal. Een gedeelde taal maakt gesprekken zuiver en voorkomt interpretatieverschillen. Taal vanuit een gedeelde identiteit biedt een vrij perspectief dat minder ingevuld is en bijdraagt aan een open dialoog. Zodra een team dezelfde taal spreekt, krijgt het dezelfde manier van kijken. Dan herkennen mensen sneller wanneer ze uit verbinding raken. Dan kun je elkaar aanspreken zonder dat je in de dramadriehoek belandt. Er ontstaat een vrije volwassen professionele werkcultuur.
Taal vormt gedrag.
Gedrag vormt cultuur.
Cultuur bepaalt of je B haalt.
De houding die toekomst mogelijk maakt
Een vrij perspectief komt tot leven in drie volwassen houdingen. Het zijn manieren van aanwezig zijn die richting geven aan samenwerking.
Rugintegriteit
Je staat stevig. Je neemt verantwoordelijkheid voor je deel, je kiest koers, je spreekt uit wat gezegd moet worden. Zonder hard te worden en zonder weg te schuiven.
Hartopenheid
Je blijft open en toegankelijk. Je sluit je niet af als het spannend wordt, maar je blijft nieuwsgierig. Je bent aanspreekbaar en spreekt aan.
Buikbewustzijn
Je voelt of iets klopt. Je durft intuïtieve signalen serieus te nemen. Je deelt jezelf en maakt patronen bespreekbaar.
Deze drie vormen de kern van B-gedrag: volwassen aanwezigheid. Dit zorgt voor samenwerking die geen herhaling is van de geschiedenis maar die bijdraagt aan B.
Waarom dit cruciaal is voor lange-termijnontwikkeling
Langetermijndoelen vragen een vrije volwassen houding van alle teamleden. Dit gaat over het vermogen om spanning te dragen, koers te houden en onderweg bij te sturen in goed overleg. Ze vragen volwassenheid: het vermogen spanning te dragen, koers te houden en bij te sturen zonder elkaar kwijt te raken.
Zodra identiteit, taal en houding stevig staan:
- worden gesprekken eerlijker en korter,
- worden besluiten zuiverder en beter gedragen,
- worden verschillen een bron van beweging in plaats van conflict,
- en ontstaat er ruimte voor duurzame ontwikkeling.
Dan werk je aan de toekomst op een manier die die toekomst versterkt.
Van concept naar praktijk
1. Maak de identiteit concreet in het dagelijks werk.
Benoem samen welke waarden jullie dragen en vertaal die waarden naar zichtbaar gedrag in vergaderingen, gesprekken en keuzes. Zo wordt jullie identiteit een kompas dat richting geeft aan elke stap die je zet als teamlid en voor het de organisatie als geheel.
2. Ontwikkel een taal die samenwerking versterkt.
Gebruik woorden die spanning hanteerbaar maken, verantwoordelijkheid verhelderen en bedoeling tastbaar houden. Gebruik die taal consequent, zodat iedereen vanuit hetzelfde referentiekader spreekt en misverstanden verminderen.
3. Verbind identiteit aan het handelen van teams.
Leg regelmatig expliciet de vraag op tafel: Hoe laat ons gedrag vandaag zien waar we voor staan? Gebruik identiteit als lens bij besluitvorming, reflecties en evaluaties. Zo wordt het fundament een werkend onderdeel van de organisatiepraktijk.
4. Zet de beweging naar B in werking door zelf te beginnen._
Laat het gedrag dat bij de toekomst hoort nu al zichtbaar zijn. Wacht niet op een reorganisatie, nieuw beleid of een collectief besluit. De manier waarop je vandaag optreedt, vormt de cultuur van morgen.
De essentie
Je bouwt aan B door vandaag te handelen vanuit de toekomst die je wilt realiseren. Identiteit vormt daarbij het uitgangspunt: het geeft richting aan gedrag, gesprekken en keuzes. Een gedeelde taal zorgt dat teams elkaar begrijpen wanneer het spannend wordt. Volwassen aanwezigheid maakt het mogelijk om koers te houden, ook als de druk oploopt.
Als deze drie lagen samenkomen, ontstaat een manier van samenwerken die beweging brengt. Teams blijven dichter bij hun bedoeling, besluiten worden zuiverder en patronen worden sneller zichtbaar. Zo wordt het toekomstbeeld, B, een praktische realiteit in plaats van een ambitie op papier.
Door: Nienke de Vries




