Beste Jaap,
Als ik met organisaties aan verandering werk, probeer ik altijd uit te leggen dat zaken als ‘weerstand’, ‘gebrek aan vertrouwen’, ‘angst’ niet de zaken zijn waar je in een verandering rechtstreeks aan kunt werken. Ze zijn de resultante van een proces van betekenisgeving. Een soort eindconclusie over iets. Medewerkers vinden het heel erg vervelend als je gaat werken op hun weerstand of gebrek aan motivatie. Ze zien hun gedrag meestal als een logische reactie op onze veranderaanpak. Er zit dan maar een ding op. Proberen te begrijpen wat bijgedragen heeft aan die eindconclusie, met elkaar op zoek gaan naar de argumenten die eraan ten grondslag liggen. Om vervolgens daarover met elkaar in gesprek te gaan. Dat maakt het niet per se makkelijker, je moet de moeite in met elkaar. Maar in gesprek gaan over hun eindconclusies, zonder het te hebben over de oorzaken daarvoor, werkt in ieder geval niet.
Eindconclusies
Ik moet er steeds aan denken als ik naar de Haagse politiek kijk. Want het lijkt of daar alleen nog maar eindconclusies in het spel gebracht wordt. Diep vereenvoudigde meningen, opvattingen over heel complexe onderwerpen en over elkaar. Niet op zoek naar de argumenten achter de meningen, niet meer op zoek naar al die factoren die maken dat de een tot een andere conclusie komt dan de ander. Lelijke debatten geeft dat: een debat als een gevecht tussen eindconclusies. En als het heel lelijk wordt, eindconclusies waar ‘het volk’ er bijgehaald wordt als bewijs voor het eigen gelijk.
Nog erger is als aan die eindconclusies ook nog eens definitieve opvattingen over de oplossing gekoppeld zijn. Als alle problemen die er zijn leiden tot maar een, enig mogelijke oplossing. Het strengste asielbeleid ooit, bijvoorbeeld, of de grens dichtdoen. Iedereen snapt dat al die vraagstukken (nog) andere oorzaken hebben, en dat de asielketen op meer punten knelt dan alleen aan de grens.
Vastzitten in een eindconclusie noemde Van Dongen een cognitieve fixatie. De onwrikbare koppeling tussen eindconclusie en oplossing noemde hij een instrumentele fixatie. De opvatting over wat er aan de hand is en de opvatting over hoe je dat oplost zijn onmogelijk nog los te zien van elkaar.
Heerlijke fixaties
Fixaties zijn heerlijk, want je kunt zo lekker hangen in je eigen gelijk. Maar het lastige van fixaties is dat complexiteit eruit verdwijnt, dat alle mogelijkheden om te verkennen of je er ook anders naar kunt kijken verdwenen zijn. En dus luister ik met kromme tenen naar de huidige ministers, die een fixatie verkopen als het enige gelijk. Kijk ik met buikpijn naar een Kamer die probeert achter die fixatie in gesprek te komen, maar daar niet in slaagt en daarom vaak maar grijpt naar een eigen fixatie.
Een voorbeeld van het effect van die gefixeerde botsing tussen eindconclusies is het wrange dieptepunt van de brede steun voor motie van Bente Becker, waarin ze pleit ‘gegevens over culturele en religieuze normen en waarden van Nederlanders met een migratieachtergrond bij te houden’. Waarbij de meeste partijen nauwelijks meer doorhadden wat er echt ontstond: een heel nare cocktail van ongelijke behandeling.
Als je de hele motie leest, is het allemaal wat genuanceerder, en ongetwijfeld heeft de inbrenger het nóg genuanceerder bedoeld. Maar dat is wat fixaties doen, alle nuance gaat eruit.
Fixatiebreker
Niemand had in de gaten wat er ontstaan was. Tot de socials losgingen. Ik ben niet zo dol op wat die socials teweegbrengen in hoe we naar de wereld kijken, maar in dit geval waren ze een goede fixatiebreker. Maar of ze het echte debat ook weer terugbrengen in de Kamer? Misschien ben ik daar zelf wat pessimistisch gefixeerd geraakt.
Groet, Leike