Duurzaamheidsgoeroe en bevlogen chemicus Gunter Pauli reist de hele wereld rond om de ‘blauwe economie' te propageren. De ‘groene economie' gaat volgens hem niet ver genoeg. Bovendien klopt de businesscase niet: ‘In een groene economie betaal je als consument méér en krijg je minder. Met de blauwe economie kunnen we én de natuur beschermen én economische waarde scheppen.'
Noem een probleem en Pauli komt met een oplossing. Niet één oplossing, maar wel honderd. Pauli: ‘Die kun je toch onmogelijk allemaal weigeren?' Hij gelooft in de onbegrensdheid van de menselijke creativiteit en wordt daarbij geïnspireerd door de natuur om hem heen. Pauli omschrijft zichzelf als een ‘professor in systeemdesign'. ‘Je moet het gewoon leren zien,' zegt hij. Maar alleen met anders zien komen we er niet, we moeten ook anders gaan denken. Het grote probleem is volgens Pauli dat we te lineair denken. ‘Niets in de natuur werkt lineair. Als je dat loslaat, is meer mogelijk.'Open mind
In het schrijven van businessplannen gelooft Pauli niet, hij heeft het liever over ‘een open mind'. ‘Eén van mijn basisregels is: je moet pas een businessplan gaan schrijven als je eerste factuur betaald is. Niets is overtuigender voor een investeerder dan als je voor een wild plan al een klant hebt.' Toch doet Pauli zeker niet aan wilde plannen. Hij maakte het duurzame schoonmaakmiddelenbedrijf Ecover groot, maar stopte als ceo toen hij ontdekte dat de palmolie die hij nodig had, geproduceerd werd op plekken in Indonesië waar eerst oerbos had gestaan. In 1994 richtte hij ZERI op (Zero Emissions Research and Initiatives), een netwerk van wetenschappers dat groene oplossingen onderzoekt voor hedendaagse problemen. Zijn visie verwoordde hij in zijn boek ‘De Blauwe Economie: honderd innovaties, tien jaar, honderd miljoen banen'. Van dit in 2010 en in 36 talen verschenen boek zijn meer dan één miljoen exemplaren verkocht.
Koppeling economie-natuur
Critici werpen tegen dat hij juist verwoestende industrieën in stand houdt door het afval ervan te hergebruiken. Pauli stelt dat hij alleen de nadelen wegneemt. ‘Het moet niet meer opleveren dan het kost, het moet véél meer opleveren. De ideale wereld is een wereld zonder schaarste. We moeten niet kijken naar wat er niet is, maar naar wat er wél is. Wat wij nodig hebben, is er allemaal allang. We hebben het alleen niet goed georganiseerd.' Daarmee bedoelt hij dat we de koppeling tussen economie en natuur moeten herstellen: oplossingen uit de natuur gebruiken zonder de bron uit te putten. Alles hergebruiken en zien als oplossing voor een ander probleem door flink buiten de kaders te denken.
Voorbeelden
De laatste twintig jaar startte Pauli wereldwijd 183 projecten die door lokale ondernemers zijn of worden uitgevoerd. Enkele voorbeelden. Ruim driehonderd bedrijven verdienen hun boterham door oesterzwammen te kweken op koffieprut, naar een idee van Pauli. In Nederland stuurt restaurantketen La Place koffieresten naar de paddenstoelenkwekers die de gekweekte zwammen terugleveren zodat ze bij de pasta geserveerd kunnen worden. In Zweden verving hij op een basisschool alle luchtfilters en reinigingssystemen door 150 verschillende plantensoorten met als resultaat een betere luchtkwaliteit, betere leerprestaties, minder verzuim en lagere onderhoudskosten. De school werd populairder waardoor de huizenprijzen in die buurt stegen. In Spanje zetten dankzij Pauli zes bedrijven petflessen en koffieprut om in textiel, onder andere de T-shirts die werknemers van Apple Stores dragen. In België verzamelde een bedrijf titanium bij crematoria en maakt daar tandimplantaten van die de helft goedkoper zijn dan die uit China. Pauli: ‘Als je weet wat de natuur allemaal kan, kun je niet anders dan optimistisch zijn over de toekomst.'
Bron: Peter Boerman in: Management Team, juli 2013.
Tip
Lees meer over koplopers in de blauwe of nieuwe economie in Zakendoen in de nieuwe economie van Marga Hoek.