Het woord ‘bore-out’ kwam al voorbij als een van de energielekken die het meest genoemd werden door de jongeren die wij spraken. Wanneer werk niet gezien wordt als betekenisvol, slaan de verveling, saaiheid en ‘maar wat aanrommelen’ al snel toe. Zo vertelde een jongere collega dat ze op enig moment een opdracht toebedeeld kreeg, waar eigenlijk weinig belang voor anderen mee gemoeid was: “Ergens was het natuurlijk wel chill dat ik in die tijd mijn ‘streepjes’ al verdiend had en dat niemand dus streng in de gaten hield wat ik aan het doen was. Maar het stimuleert mij niet als ik merk dat het geen enkele consequentie heeft wanneer ik met niks voor de dag kom. Ik vind het fijner als iemand me erop aanspreekt, van: kom op, je moet dit wel echt even beter gaan doen!”
Betekenisvol betekent in die zin vooral: het doet ertoe wat je oplevert, er zit iemand op te wachten en jouw resultaat wordt ook gezien door anderen. Voor de één zit het betekenisvolle meer in de vakinhoudelijke kant, bijvoorbeeld bijdragen aan een technologische vernieuwing. En voor de ander meer aan de menselijke-sociale kant, bijvoorbeeld een patiënt of cliënt helpen. Maar in alle gevallen is de kern van het betekenisvolle dat je concreet iets doet wat belangrijk en zinvol is in de ogen van anderen.
Werk waarvan de betekenis onduidelijk is
Tegenover de vele voorbeelden die te noemen zijn van betekenisvol werk, komt ook heel duidelijk naar voren wat het niet is. In essentie komt dat meestal neer op vage of abstracte werkzaamheden, waarvan niet duidelijk is waarom het moet gebeuren en ook niet wanneer het af zou moeten zijn.
Oftewel: als je het niet zou doen, zou er ook geen haan naar kraaien. Op zich lijkt het een comfortabele positie: je hebt als jongere collega wel iets te doen, maar er zit geen enkele druk achter. Dat lijkt mentale overbelasting te voorkomen. Het tegendeel is volgens veel jongeren echter het geval; het geeft ook stress als niemand ernaar omkijkt of belang heeft bij wat je doet. Dan is de verleiding groot om er ook niet al te hard aan te gaan trekken.
Zoals een jongere collega het beeldend uitdrukte: “Eigenlijk was nergens een harde deadline voor. Dus iedereen om me heen ging ook wel mee in excuses als ‘Ja ja, het is me nog niet gelukt … allemaal een beetje van de kar gevallen’. Niemand die zei: ‘Hé, jij zou toch dat project gaan doen? Wat zijn de resultaten daar nu van?’”
Lanterfanten
Wanneer jongere collega’s maar wat lijken te ‘lanterfanten’, betekent dat dus niet dat ze niet gedreven zijn voor het werk (al zullen collega’s dat op enig moment wel gaan denken). Het is meer dat de betekenisvolheid van de werkzaamheden niet duidelijk is. Ook werk dat op het eerste oog misschien weinig smashing en belangrijk lijkt, kan wel betekenis krijgen voor de jongere collega, mits iemand anders hem vertelt waarom het voor het gehele werkproces nodig is dat het goed gedaan wordt. Het spreekt immers voor zich dat op het oog minder betekenisvolle zaken ook door iemand gedaan moeten worden, omdat ze voor het grotere geheel van waarde zijn. Bijvoorbeeld: er moet een verantwoordingsrapportage geschreven worden, omdat er anders geen financiering meer komt voor een project.
Voor ervaren collega’s is het vaak vanzelfsprekend waarom dat erbij hoort en het ‘corvee’ nu eenmaal ook verdeeld moet worden in het team. Alleen ziet de jongere dat abstractere grote plaatje nog niet direct, omdat hem dit nooit verteld is. In dat geval ziet hij alleen de ‘saaie en zinloze taak’. Daarnaast helpt het om juist aan dit soort werk ook duidelijke verwachtingen en deadlines te koppelen, die het belang benadrukken dat het binnen een bepaalde tijd gedaan wordt.
Keerzijde van betekenisvol werk
Nu heeft betekenisvol werk ook een keerzijde. Zo blijken jongere collega’s die vooral ‘mensenwerk’ doen dit als mentaal zwaar belastend te kunnen ervaren, juist omdat het zo betekenisvol en belangrijk is voor een ander. Een jongere professional die in de geestelijke gezondheidszorg werkt vertelde bijvoorbeeld dat zijn werk enerzijds heel betekenisvol is en anderzijds energie slurpt. Beslissingen die je – als beginnende professional – maakt, kunnen grote consequenties hebben voor de levens van anderen. Hij zei: “Dat maakt het emotioneel gezien zwaar werk, juist omdat je je daar zo verantwoordelijk voor voelt. Daar krijg ik weleens stress van.”
Bovendien blijkt dat juist betekenisvol werk met zich meebrengt dat je het niet gelijk achterlaat op kantoor, wanneer je je laptop dichtklapt. Het blijft in je hoofd hangen en dat geeft na het werk ook nog de nodige druk. Zo kan werktijd te veel door blijven lopen in privétijd. Terwijl juist ook de jongere collega’s na het werk even zouden moeten afschakelen en zich op een andere manier weer moeten kunnen opladen. Veel jongere collega’s blijken het lastig te vinden om grenzen te stellen, hoewel ze weten dat het beter voor hen zou zijn om dat wel te doen. De spanning zit erin dat ze in alle opzichten nog bezig zijn zich een plek te veroveren in hun nieuwe werk en dat ze daartoe eerder een schepje te veel erbovenop doen.
De betekenis van banen die vroeger niet bestonden
Een ander aandachtspunt aangaande de betekenis van hedendaags werk is dat veel banen steeds ‘abstracter’ worden. Technologische ontwikkelingen maken een deel van het werk van de mens overbodig, en het werk dat erbij komt wordt daardoor abstracter en complexer van aard – de mens moet zich ermee onderscheiden van de machine. Veel ‘werk van de toekomst’ is ons op dit moment zelfs nog niet bekend.72 Dit vraagt van jongere collega’s (en waarschijnlijk ook van ervaren collega’s) dat het even kan duren voor je die ‘nieuwe’ betekenis van je werk gaat zien.
Een jongere collega verwoordde het treffend: “Het is niet zo dat je als kind ervan droomt om cybersecurityconsultant te worden. Dus de innerlijke prikkel van ‘dit heb ik al mijn hele leven willen doen’ zul je in dit werk niet zo snel hebben. Maar je kunt het vak wel gaan waarderen omdat het complex is en je het zelf steeds beter begint te snappen. Dat kost natuurlijk tijd. Je denkt heus niet na de eerste werkdag: ‘Wow, ik heb mijn roeping gevonden!’ En dat zal voor veel beroepen in de huidige tijd gelden, dat ze abstracter en conceptueler worden.”
Bron: Samen sterker starten
Door: Isolde Kolkhuis Tanke, Nore van Roekel |