Als herbenoemingen na elke periode van vier jaar geen automatisme zijn, kan 98% van de beursondernemingen het quota voor het aantal vrouwen in de Raad van Commissarissen voor 2016 halen. Dit blijkt uit onderzoek van prof.dr. Mijntje Lückerath-Rovers. Voor Raden van Bestuur is het percentage 68%, doordat nog een honderdtal bestuurders benoemd is voor onbepaalde tijd.
In december 2009 heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel goedgekeurd waarin een streefgetal van minimaal 30% vrouwen (en 30% mannen) in RvBs en RvCs van grote NVs en BVs is opgenomen. De Eerste Kamer heeft hierover nog niet besloten. Het streefgetal van minimaal 30% betekent dat dit in de praktijk kan oplopen tot 50%, aangezien het benoemen van 1,2 vrouw (in bijvoorbeeld een raad van vier personen) nu eenmaal niet mogelijk is.
Prof.dr. Mijntje Lückerath-Rovers is universitair hoofddocent aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en hoogleraar Corporate Governance aan Nyenrode Business Universiteit. Zij onderzocht de haalbaarheid van het quota-wetsvoorstel voor beursgenoteerde ondernemingen.
Lückerath-Rovers: ‘Ook de Corporate Governance Code stelt dat herbenoeming geen automatisme moet zijn en slechts plaats moet vinden na zorgvuldige overwegingen waarbij ook bij herbenoemingen de profielschets in acht moet worden genomen. Het quotum is dus misschien niet haalbaar voor álle beurs-ondernemingen, maar wel voor de overgrote meerderheid.’
Resultaten
De belangrijkste resultaten uit het onderzoek zijn:
- Het aantal ondernemingen dat zou moeten voldoen aan het streefgetal (grote NVs en BVs) is geschat op ongeveer 4.500. De haalbaarheid van het quota voor deze grote groep is lastig in te schatten aangezien zij veelal niet hoeven te voldoen aan de eisen van een 4-jaarsbenoemingstermijn en dus vaker voor onbepaalde tijd zijn benoemd.
- Op basis van de criteria voor een grote NV/BV zijn 85 van de 99 beursondernemingen uit de Female Board Index 2010 gehouden aan het streefgetal. Binnen deze ondernemingen zouden dan 100 vrouwelijke bestuurders (nu: 9) en 176 vrouwelijke commissarissen (nu:52) benoemd moeten zijn per 1 januari 2016. Dit komt dan neer op 38% van alle bestuurders en 36% van alle commissarissen.
- In totaal zijn er in de periode 2011-2016 599 benoemingsmomenten van commissarissen en 199 bij bestuurders (mannen en vrouwen, inclusief herbenoemingen). Om het beoogd effect van het wetsvoorstel te halen moeten er 241 benoemingsmomenten van een commissaris naar een vrouw gaan (40%) en 111 benoemingsmomenten van een bestuurder naar een vrouw (56%). De 128 zetels die vrijkomen van mannelijke bestuurders en commissarissen die hun 12-jaarstermijn hebben bereikt is overigens onvoldoende om het streefgetal van 30 procent te behalen.