Ondernemen is alles kunnen, wordt wel gezegd. Je moet een duizendpoot zijn of het beroemde, maar niet bestaande, schaap met vijf poten. Maar hoe goed is de sporter die elke dag sport, maar elke dag een andere sport doet? Hoe goed is de aanvaller, die ook verdedigt, het spel verdeelt en tevens als keeper optreedt? Helemaal niet goed, weten we allemaal. Alles kunnen is dus een heel slecht idee.
Een goede ondernemer of manager kan iets heel goed en weet zich te omringen met andere mensen die heel goed zijn in hún expertise. Samen vormen zij een winnende combinatie. Hoe is het mogelijk dat we dit allemaal weten en ook dagelijks ervaren, en toch het alles kunnen zo sterk positief wordt gecultiveerd? Het is helemaal bijzonder vreemd als je beseft dat mensen als kuddedieren logischerwijs alleen kunnen slagen met hulp van anderen in de kudde. En dat een sterke kudde juist bestaat uit een saamhorige groep mensen (dieren) met uiteenlopende competenties. Het moet iets in onze opvoeding zijn. We cultiveren blijkbaar het onjuiste. Aansprekende ondernemers en captains of industry portretteren we het liefst als solisten. Ze leren wel om altijd te zeggen dat het mede door het team komt, maar stelen toch het liefst zelf de show. Dus ja, we cultiveren dit, maar de werkelijkheid is anders. En als je als ondernemer of manager succesvol wilt zijn, moet je niet in de alles kunnen-valkuil vallen. Succes is dus je ergens op toeleggen en dit heel veel doen. Malcolm Gladwell heeft ons ooit geleerd dat je 10.000 uur iets gedaan moet hebben om er echt meester in te zijn. Die 10.000 uur bereik je nooit als je van alles doet. Wij krijgen vaak de kritiek dat wij zelf ook heel veel verschillende zaken doen, maar schijn bedriegt. We zijn eigenlijk alleen maar bezig met merkpositioneren en activeren, en omdat we anderen de andere zaken laten doen, kunnen we dit tegelijkertijd voor zoveel mooie merken doen, van anderen en van onszelf.
Toeleggen en vlieguren maken is belangrijker dan talent hebben. Als je het maar doet, word je er vanzelf goed in. Daarbij is het wel belangrijk dat je het leuk vindt, anders haal je de 10.000 uur nooit. En er moeten anderen zijn die er waarde in zien en bereid zijn ervoor te betalen, in welke vorm dan ook: salaris, aandelen, dat maakt niet uit. Hiermee hebben we dan het egelprincipe van Jim Collins te pakken. Succes zit op het snijvlak van kunnen (talent), willen (passion) en waardering (economic engine). Pas op, Collins noemde kunnen ‘talent’, maar hij bedoelde niet of je er talent voor hebt, maar of je er echt heel goed in bent. Uiteraard moet je je vervolgens omringen met anderen, met wie je wel een band hebt en die iets anders relevants heel goed kunnen. Dat is het geheim van succesvol ondernemerschap, niet het zo geprezen alles kunnen.
Tips:
- Kies waar je goed in wilt worden.
- Blijf altijd trainen en uren maken in jouw kunde.
- Durf – met name aan jezelf – toe te geven dat je heel veel niet kunt.