Onlangs verscheen de derde en geheel herziene editie van Leren veranderen, exact twintig jaar nadat Léon de Caluwé en Hans Vermaak het boek voor het eerst uitbrachten. Het zevende en laatste deel in een serie over dit toonaangevende boek over veranderkunde: wat is anders in de derde editie van Leren veranderen?
De recent verschenen derde editie van Leren veranderen, met de nieuwe ondertitel ‘Kennis voor veranderaars in opleiding en praktijk’, is aanmerkelijk dunner dan zijn voorgangers. Geen 496 pagina’s, zoals de tweede editie uit 2006, maar 368 pagina’s. Toch bevat de nieuwe editie meer materiaal omdat er ook een complete website is opgetuigd, vol met artikelen, casussen, werkvormen, filmpjes en andere content. ‘Ik denk dat het in deze blended vorm eigenlijk vijf keer zo dik is geworden’, zegt Hans Vermaak. ‘Je zou kunnen zeggen dat het boek zelf nu meervoudig is geworden. In de tweede editie stond geen enkele oefening, waren geen uitgebreide casussen opgenomen, kon je geen enkele video bekijken. Met de QR-codes is het boek nu veel rijker. Maar de site is ook navigeerbaar als eigen naslagwerk. Het leren is minder zenden geworden, en meer zelf je eigen leesweg en zoekroute kiezen. Docenten hoeven nu ook niet meer te linken naar materiaal dat zij zelf bij ons werk hadden gezocht, maar kunnen onze site gebruiken. En dat doen ze ook. Dat is een buitengewoon interessante ontwikkeling.’
Met de derde editie van Leren veranderen heeft Léon de Caluwé zich nauwelijks meer bemoeid. Voor hem was het klaar na de publicatie van de wetenschappelijke artikelen. ‘Deze nieuwe editie is het werk van Hans’, zei hij in het laatste gesprek over Leren veranderen dat hij voor zijn overlijden had. ‘Daarom hebben wij ook van plaats gewisseld: nu is Hans eerste auteur. En terecht. Ik denk dat hij er nog wel tien jaar mee door kan gaan. De theorie is in goede handen, hij doet het heel bekwaam. Voor mij was dat een luxesituatie.’
Iteratiever
In de opbouw van het gedachtegoed hadden Vermaak en De Caluwé de grootste stap al gezet met de verschijning van de tweede editie. ‘Toen kregen we wel eens de vraag of we alles niet te veel in hokjes hadden opgedeeld, en of we niet te objectivistisch waren. Daar hebben we veel aan gehad, dat zie je ook in de tweede editie. Toen hebben we dingen echt anders moeten beschrijven. Sommige kleuren, waar wij zelf geen affiniteit mee hadden, hadden we wel heel lelijk beschreven. Dat is aangepast. In de eerste editie gingen we ook rechtstreeks van analyse naar aanpak. Daar moest natuurlijk een fase tussenkomen: die van de onderstroom. Dat je in de veelheid van informatie patronen leert zien die betekenis geven aan de weerbarstigheid. Dat zijn echt stevige correcties geweest. Dat is nu, met de verschijning van de derde editie, niet het geval geweest: de opbouw van het gedachtegoed staat’.
Toch is Hans Vermaak woord voor woord door de tekst gegaan. ‘Ik heb de beschrijvingen wel weer aangepast, maar dat zijn vooral verbeteringen. Ik ben deze keer niet geschrokken toen ik de tekst teruglas. Er is niets in de tweede druk waarvoor ik mij schaam. Daarom hebben wij er ook zo lang mee kunnen doen. Het was veel te goed.’
Wel heeft Vermaak een aantal thema’s geactualiseerd: hij heeft meer nadruk gelegd op lokale veranderaars, nog meer afstand genomen van het hokjesdenken. De beschreven methode is iteratiever geworden. ‘Maar de grootste verandering is het blended karakter, de combinatie van boek én site. Dat was ook hoog tijd. We zeiden namelijk wel steeds dat kennen nog niet hetzelfde als kunnen is, maar tegelijk maakten oefeningen, testen, tools en cases geen deel uit van het handboek. En deels waren ze ook niet openbaar of lastig te vinden. We merkten dat er ook heel wat mensen zijn die graag luisteren naar een podcast, voorbeelden willen hebben of een video bekijken in plaats van alleen maar in teksten te duiken. Én dat er mensen zijn die juist meer de diepte in willen op specifieke thema’s middels toelichtingen of wetenschappelijke artikelen. Als je al die signalen onderkent, moet je er ook wat mee. En dat verlangt dan een andere vorm dan enkel een boek. Leren veranderen is daarmee wel rijker dan ooit. Als mensen dat ook zo gaan ervaren , zou ik heel gelukkig zijn.’ Heeft hij al reacties gekregen? ‘Niet veel, ik ben druk met nieuwe klussen. Ik hoor wel eens iets als ik op een podium sta, een enkele keer krijg ik een mailtje. Gelukkig niet te veel. De leukste reacties die ik krijg zijn van mensen die het een heel ander boek vinden. Dat komt vooral doordat je het nu op een heel andere manier kan gebruiken. Daar word ik dus vrolijk van. Maar de essentie van het denken is nog steeds hetzelfde.’
- Meer weten over leren Veranderen en de Kleurentheorie? Kom dan naar het seminar Leren Veranderen met Hans Vermaak >>>
Door: Hans van der Klis
Andere artikelen uit deze reeks:
- De ontstaansgeschiedenis
- De praktijk: hoe wordt er in organisaties mee gewerkt en wat wordt ermee bereikt?
- Leren en professionaliseren: hoe maak je jezelf de theorie van Leren veranderen eigen?
- Hoe internationaal is het denken? Hoe werkt het in andere culturen?
- De wetenschap: hoe hebben De Caluwé en Vermaak hun theorie onderbouwd en hoe verhoudt Leren veranderen zich tot andere theorieën en boeken?
- Terugblik en aandacht voor de nieuwe editie: wat is er anders aan de derde editie van Leren veranderen?