Beste Jaap,
Lang geleden bezat ik een heel oud barrel waarvan op een gegeven moment het lichtje van de remmen oplichtte. Naar de garage dus, want dan moet er iets vervangen of gerepareerd. Toen ik de auto ophaalde, was het lichtje uit. Probleem gefixt.
Niet zo heel lang daarna moest diezelfde auto door de APK, bij een andere garage. Zij constateerden dat ik ongeveer op de remklauw reed, dat de remblokken helemaal afgesleten waren. Bleek de eerdere garage, je gelooft het niet maar het is echt gebeurd, gewoon het draadje naar het lampje doorgeknipt te hebben!
Caroline van der Plas
Ik moest aan dit voorval denken toen Caroline van der Plas, in reactie op de uitspraak van de rechter over het stikstofbeleid van de regering, zei dat het aantoont dat de stikstofdoelen niet deugen. Wonderlijk: de rechtelijke uitspraak wijst je op nalatigheid ten aanzien van je eigen afspraken en dan verander je de afspraken in plaats van je acties?
Het ziet eruit als wat sommige van mijn studiegenoten deden: een planning maken voor hoe ze door de lesstof zouden gaan, dat dan niet doen, en vervolgens de planning aanpassen. Het gevolg: je bent alleen maar met de planning bezig. Of in Den Haag: je lult alleen maar over hoe je zou willen dat de wereld was.
Die stikstofdoelen zijn bedoeld om het handelen te richten, niet het wensdenken in de politieke arena. Als we nu niks doen, maken we de wereld voor onszelf op zijn minst lastig, maar voor de generaties na ons onleefbaar. In tijden van overvloed kan je iedereen zijn zin geven, in tijden van schaarste moet je een weging maken van wat kan en niet (meer) kan. Met de toekomst voor ogen moeten we nu niet als een kortzichtig paard het terrein kaalvreten (om even een agrometafoor te gebruiken).
Cognitieve vermogen en de functie
Elliot Jaques, managementconsultant en psycho-analyticus, legde de link tussen het cognitieve vermogen van mensen en de functie die ze daarmee aan kunnen. De uitgangspunten van zijn denken: hoe hoger in de organisatie, hoe meer complexiteit (en daarmee onzekerheid) je aan moet kunnen en hoe langer de tijdsinterval tussen je handelen en het effect ervan. Heb je zo’n functie, dan moet je het aankunnen dat jouw handelen niet meteen effect heeft, dat je nu – al dan niet pijnlijke – keuzes moet maken omdat dat voor de toekomst nodig is. Wellicht zelfs dat het effect pas zichtbaar wordt na jouw functietermijn.
Jaques’ onderzoek toonde ook aan dat er maar weinig mensen zijn die de cognitieve vermogens hebben om dat aan te kunnen. Zijn inzichten vormen daarom nog steeds de basis voor bijna alle functiewaarderingsystemen en selectieprocedures. De match tussen context, functie en cognitieve vermogens is belangrijk voor het functioneren van een systeem.
Vertaal ik Jaques’ denken naar de politiek, dan moet je in lange tijdhorizonnen durven denken, moet je durven zien wat er in het nu nodig is om onze maatschappij ook voor toekomstige generaties leefbaar te houden. En je moet de complexiteit en onzekerheid aankunnen van schaarste in een arena van belangen. Je moet over het cognitieve vermogen beschikken om dat te kunnen zien, en over de durf om pijnlijke keuzes te maken en ons daarin mee te nemen.
Maar onze politici willen de draadjes van het waarschuwingslampje doorknippen en vrolijk doorrijden. Terwijl de rechter, die zorgvuldig onderzoek deed, zegt dat we dat beter niet kunnen doen.
Maar hoe leg je dat uit aan mensen wiens cognitieve vermogen dat niet aan lijkt te kunnen?
Groet, Leike