Hoe kun je als bedrijf gebruik maken van big data? Welke strategie zet je in en welke mensen heb je nodig?
Je hebt het vast wel eens gehad, suggesties voor nieuwe contacten op LinkedIn of Facebook via de ‘People You May Know’-functie. Of een stapje verder, wie weet heb je wel eens gehoord van sensoren in tanks van vrachtwagens die vrachtwagenchauffeurs informatie geven over waar, wanneer en hoeveel brandstof ze moeten tanken zodat het zo min mogelijk kosten met zich meebrengt. Bovenstaande voorbeelden, van toepassingen van big data, worden genoemd in het boek van Thomas Davenport Big data aan het werk. Omdat ik deze term steeds meer tegenkom – ook in mijn opdrachten – wilde ik graag meer weten over wat big data nu eigenlijk is, hoe het wordt gebruikt en hoe de toekomst eruit ziet.Wat is big data?
Te beginnen: wat is big data nu eigenlijk? Thomas Davenport legt uit dat big data – in navolging van ‘analytics’ en ‘business intelligence’ – zich richt op zeer grote hoeveelheden data die snel in omvang toeneemt en ‘beweegt’. De reden dat de nieuwe naam ‘big data’ terecht is, is omdat er nieuwe en grotere datasoorten bij betrokken zijn (2,5 triljard bytes per dag; een cijfer gevolgd door maar liefst 18 nullen). Hierbij kun je denken aan social media data (Facebook, Pinterest, Tweets, etc.) en aan sensordata, die wordt verkregen uit geplaatste sensoren op allerlei verschillende plekken. In zijn boek beschrijft Davenport naast het ‘wat’ van big data ook de ‘hoe’. Hoe kun je als bedrijf gebruik maken van big data? Welke strategie zet je in en welke mensen heb je nodig? Deze ‘hoe’ vond ik niet het beste deel van het boek: vrij theoretisch en op IT gericht waardoor het voor mij als bedrijfskundige vrij droge kost is. Veel leuker vind ik het om een aantal voorbeelden te noemen van hoe big data bedrijven en zelfs industrieën in de toekomst kan veranderen. Davenport schetst hiertoe enkele scenario’s, waaronder onderstaand aansprekend scenario.Een big data scenario
Stel, je gaat begin 2016 naar een conferentie voor je werk in het buitenland. Nadat je je hebt ingeschreven voor de conferentie, worden alle logistieke gegevens – stad, hotel, begin- en eindtijden – automatisch gedownload naar je agenda-applicatie. Daarna worden je gegevens doorgestuurd naar het door je werkgever gekozen reismanagementsysteem. Zonder dat je ook maar iets zelf doet, krijg je een reisbeschrijving met onder andere een vlucht met je favoriete luchtvaartmaatschappij, een hotelreservering, een reservering voor een zelfrijdende auto en een reservering voor het beste Italiaanse restaurant in de stad. Je zelfrijdende auto brengt je probleemloos naar de conferentie. Het reismanagementsysteem heeft het adres van de bestemming gedownload, de airco geregeld en je favoriete muziekzender namelijk al ingesteld.
Toen ik bovenstaand scenario las, leek het alsof ik in de nieuwste futuristische film terecht was gekomen. Gaaf om te bedenken wat er allemaal wel niet mogelijk is. Het boek heeft me daarom geholpen om de wondere wereld van big data beter te begrijpen en te plaatsen in de context van mijn huidige opdracht. Bijzonder is dat Davenport vertelt dat veel technisch gezien al kan, maar dat het van grote mate afhangt van of bedrijven en overheden dit aandurven. Naast de technische faciliteiten en technisch geschoolde medewerkers (‘datawetenschappers’), is er namelijk behoorlijk wat doorzettingsvermogen voor nodig. En de grote hamvraag die ik mezelf hierbij stel is: tot hoever reikt de privacy van consument en burger? Davenport vertelt dat ‘de meeste bedrijven er niet op gebrand zijn je te vertellen welke data ze over je hebben’. Dit triggert mij: hoe werkt dit eigenlijk? Jammer dat Davenport deze invalshoek onderbelicht laat in zijn boek en dat blijkt ook wel uit het register achterin het boek: de term ‘privacybeleid’ komt slechts eenmaal voor…
Recensent: Marloes Hoekman, adviseur bij Adviestalent, op Managementboek.nl.