Eén van de belangrijke vragen in ons tijdgewricht is hoe we alles wat we gebruiken uit de natuurlijke leefomgeving zo kunnen organiseren dat het geen afval wordt. Dit denken en de ambitie die eronder zit noemen we de circulaire economie (CE). Alle grondstoffen en materialen zo goed en zo lang mogelijk gebruiken en hergebruiken speelt daarbij een belangrijke rol.
Architect Thomas Rau en zijn vrouw Sabine Oberhuber hebben over dit onderwerp een boek geschreven, met als titel ‘Material Matters’. Door hen wordt een economisch model voorgesteld waarin we materialen niet meer bezitten maar alleen in bruikleen hebben. Ook moeten materialen rechten krijgen en een materialenpaspoort. Door dit alles wordt afval verleden tijd. Veel van de principes die zij gebruiken, zoals het product als dienst (PAAP) model en de verantwoordelijkheid van de gebruikte materialen bij de producent laten liggen hebben zij mede ontwikkeld en zijn inmiddels onderdeel van het denken over de Circulaire Economie. De kracht van het boek is dat door de vele praktische voorbeelden de ‘ nieuwe economie’ levendig tot leven komt. Dat bij elkaar is een bron van inspiratie. Maar er zit wat ons betreft echter wel een grote ‘maar’ aan het betoog. Hoe aantrekkelijk ook, maar hoe gaan we die nieuwe economie nu met elkaar realiseren?Verklaring van de Rechten van Materiaal
Centraal in het boek staat het idee van waardebehoud van grondstoffen. De aanname is dat door materialen rechten te geven, een identiteit, geborgd wordt dat deze materialen hun waarde behouden. Om dat te bereiken introduceren de auteurs de Verklaring van de Rechten van Materiaal. Waarde wordt daardoor gezien als iets objectiefs, iets intrinsieks, onvervreemdbaar en eigen aan een grondstof. Maar de waarde, ook van materie, is subjectief en kent meerdere dimensies. Hier worden onderscheiden de financiële en ecologische. De financiële waarde van materialen wordt bepaald door een markt. Een markt is simpel gezegd: wat de gek ervoor geeft. De prijs van goud, waarvan vaak gedacht wordt dat deze en intrinsieke waarde vertegenwoordigd, kan behoorlijk fluctueren. Als de marktvraag er niet is, dan is er ook geen financiële waarde. Dat geldt natuurlijk misschien wel nog veel sterker voor gebruikte materialen. We noemen het in alledaags taalgebruik niet voor niets afval. Het vaststellen van de financiële waarde lukt dan niet door vast te stellen welke materialen er gebruikt worden, maar vraagt om het creëren van nieuwe markten voor reststromen die met zorg aandacht schenken aan waardebepaling. En zoals met elke markt gaat ook deze markt alleen werken als er voldoende vragers en aanbieders zijn.Ecologische waarde
Collegereeks Circulaire Economie
Leer om zelf de transitie naar een circulaire organisatie te maken en schrijf je in.