Wat doe je als docent of coach wanneer een student rouwt, maar het leven op school gewoon doorgaat? In deze blog deelt Marloes Jobing-Westen een indringend gesprek dat haar stilzette bij wat ‘ruimte geven aan verdriet’ betekent in de praktijk. Over luisteren, nabij zijn en erkennen dat sommige dingen niet ‘klaar’ zijn.

“Mevrouw mag ik even met u praten?”, vroeg een studente vorige week. Ja, tuurlijk en ik maak een afspraak met haar.
Aan het eind van die dag zitten we samen met een kopje thee te praten over de beroepsproducten die aan het eind van deze periode ingeleverd moeten worden. “Dit gaat mij echt allemaal niet lukken”, zegt ze. Op mijn vraag waarom niet is het even stil.
Dan begint ze te vertellen: “Ik snap het allemaal niet mevrouw! Nog maar kort geleden is S. overleden en nu doen we alsof er niets gebeurd is en gaat alles weer door, ik begrijp dat niet…. Ik moet in de lessen weer opletten, opdrachten doen en beroepsproducten terwijl ik dit helemaal niet kan en niet wil! En niemand begrijpt het, hij was een hele goede vriend en nu is hij er niet meer… Wat moet ik nou?”
Ik ben stil, ik weet het ook niet maar merk dat haar woorden nog in mijn hoofd nadreunen. Ik blijf een poosje stil en dan zeg ik dat ik daar ook geen antwoord op heb. Ze vraagt of dan werkelijk niemand anders dit ook zo heeft. Ook dat weet ik eerlijk gezegd niet. Ik vraag of ze dit zou willen weten en haar antwoord is ja, maar ze durft dit niet in de groep te vragen. Dat snap ik. Het blijft weer een poosje stil en in mijn hoofd galmt dit alles nog na. Eigenlijk is het ook wel een beetje bijzonder dat wij het vermogen hebben om na zo’n ingrijpende gebeurtenis de draad weer op te pakken en door te gaan. Ook vraag ik mezelf af of we ergens iets gemist hebben in de hectiek, de verslagenheid en het verdriet.
Ze kijkt me aan, ziet mijn worsteling en vraagt dan wat ik denk. Ik denk helemaal niets en tegelijkertijd heel veel, want ik weet niet hoe ik haar kan helpen. Wat denk ik zelf en hoe verder? Ik vraag haar wat haar nu zou kunnen helpen. Hier heeft ze wel een idee over, namelijk dat ze graag wil dat docenten hier rekening mee houden, dat docenten ook beseffen dat er vast nog wel meer studenten zijn die S. missen en daar verdriet over hebben. Ik denk dat docenten dat wel begrijpen maar beloof haar die boodschap in ieder geval door te geven. Ik vraag haar of ze misschien ook naar Schoolmaatschappelijk werk zou willen? Ze blijft even stil en zegt dan dat ze hier nog over na wil denken want die mevrouw kent S. helemaal niet. Wanneer ik uitleg dat Schoolmaatschappelijk werk waarschijnlijk wel beter dan ik weet hoe hiermee om te gaan verschijnt er een lach en zegt ze: “Dat zou kunnen maar u kent me!”
Later zit ik over dit gesprek na te denken en besef dat ik me misschien eens meer moet gaan verdiepen in rouw bij pubers. Kortom; dit is nog niet ‘klaar’.
Marloes Jobing-Westen werkt als mbo-docent bij de richting pedagogisch werk/ onderwijsassistent en is daar ook intern begeleider/coach studenten Passend Onderwijs. Daarnaast is ze (beroeps)coach, coacht ze collega-docenten bij het PDG-traject en is ze teamcoach en onderwijsexpert.




