Hans van der Loo, Patrick Davidson en Martijn Arets doen onderzoek naar het geheim achter golven van verandering: de Wavemaker. In november komt hun boek daarover uit. In deze preview deelt Hans van der Loo alvast een aantal resultaten.
Succes komt steeds vaker in golven. Voorbeelden? De alsmaar sneller om zich heen grijpende rages en hypes op het internet. Maar ook offline verschijnselen zoals de vierhonderdduizend mensen die zich voor Tesla-dealers staan te verdringen om tegen forse betaling alvast in te tekenen op een ooit te verschijnen model elektrische auto. Of de drommen jongeren (en ook heel wat ouderen) die een jaar geleden de publieke ruimte in bezit namen om op jacht te gaan naar her en der verstopte virtuele Pokémon. Nog meer voorbeelden: toeristen die massaal bezit nemen van je woonwijk. Of taxi´s die je op ieder gewenst moment met een druk op de knop van je mobiel naar je toe laat komen.
De verklaring voor zulke vloedgolven wordt meestal gezocht in ´harde´ factoren, zoals de explosieve ontwikkeling van digitale technologie, het bedenken van briljante business modellen of het gebruik van versnellende werkmethoden als agile, scrum en sprint. Wij – naast mij zijn dat Patrick Davidson en Martijn Arets – hebben de afgelopen jaren meer dan vijftig vernieuwende en snelgroeiende bedrijven bestudeerd. Wat bleek? Het geheim van het succes berust maar deels op ´harde´ factoren en heeft minstens zoveel te maken met ´zachte´ factoren als gedrag, cultuur en leiderschap. Nu is bekend dat je hard en zacht niet keurig van elkaar kunt onderscheiden, maar juist in onderling verband moet zien. Als tegenwicht tegen de met veel aplomb aan de man gebrachte denkbeelden over het belang van exponentieel groeiende technologie kan het echter geen kwaad om wat meer aandacht aan de mindset en het gedrag van de mensen achter die schokgolven – de Wavemakers – te besteden.
Meer eco dan ego
Dat hebben we de afgelopen jaren dan ook gedaan. We hebben honderden wavemakers opgezocht en ze ´in het wild´ bestudeerd. We hebben ze gefilmd, geïnterviewd en tijdens hun werk geobserveerd. Waar het kon, hebben we niet alleen hun energie, maar ook die van hun medewerkers gemeten. We hebben stapels boeken en artikelen geraadpleegd. Op basis van de bergen studiemateriaal die dat opleverde, schrijven wij nu het boek dat in het najaar uitkomt. Hier alvast een paar conclusies.
In de eerste plaats, wavemakers zijn écht andere leiders dan hun traditionele voorgangers. Hoewel er ook best wel alfa-mannetjes onder zitten, zijn ze doorgaans wars van Bokito-gedrag dat we bij veel traditionele leiders tegenkwamen. Wavemakers zijn meer op de groep, het netwerk en de goede zaak (´eco´) dan puur op zichzelf (´ego´) gericht. Ze torenen bij voorkeur hoog op de apenrots. Het zijn veeleer netwerkleiders, die niet alleen geneigd zijn om de kar te trekken, maar ook om anderen in staat stellen om te excelleren. Ook zijn zij bereid om bij falen de hand in eigen boezem te steken en hun fouten te erkennen. En om het roer om te gooien. Mislukt iets dan ben je zelf nog niet mislukt. Opstaan en opnieuw proberen.
In de tweede plaats hanteren wavemakers, ondanks verschillen in achtergrond, persoonlijkheid of drijfveren, een vijftal gemeenschappelijke principes. Ze starten allen vanuit wilskracht (ze doen dingen omdat ze het willen, niet omdat ze het moeten), ze focussen op essentiële, eenduidige en eigenzinnige ambities (ze leggen de lat hoog en richten zich met veel discipline op de realisatie van hun doelen), ze streven voortdurend naar (virale) verbinding (ze werken intern koortsachtig aan het bouwen van een unieke cultuur en extern richten zij zich op het beïnvloeden, maar vooral ook sociaal besmetten van anderen), explosiviteit (ze beschikken over het vermogen om er alles uit te halen en om op de goede momenten te pieken) en ze leggen een opmerkelijke souplesse aan de dag (ze zijn wendbaar en laten dingen los als ze niet blijken te werken). Zet de eerste letters van de vijf genoemde principes achter elkaar en kijk dan welk woord ontstaat…