Goede kunst brengt het toegedekte aan de oppervlakte, het vertelt wat we soms liever onbesproken laten, wijst in richtingen die we verzuimd hebben te onderzoeken, maakt van kleingeld een halszaak of verwart doel met middel.
Kunst associëren we met originele inzichten, creativiteit en het vinden van nieuwe openingen. De kunstenaar, zo heet het, ziet de dingen anders en ziet andere dingen. Geen wonder dus, dat steeds meer organisaties kunstenaars inzetten om los te komen van hun sleetse manieren van denken en doen. Maar hoe zet je als organisatie kunstenaars op zinvolle wijze voor je aan het werk? In dit artikel in M&O (hieronder te downloaden) laten we zien dat de ‘propositie’ van de kunstenaars organisaties in een ongemakkelijke positie plaatst, in de zin dat het vreemde van de kunst zowel moet worden gewaardeerd als verafschuwd.
Gewaardeerd omdat we het herkennen als bron van noodzakelijke vernieuwing; verafschuwd omdat het in de aard van organisaties zit – dol op structuur, uniformiteit en voorspelbaarheid – om het afwijkende te wantrouwen. Het is vaak met de beste bedoelingen dat organisaties het nieuwe en onbekende vertrouwd maken, door haar in te passen in de bestaande managementpraktijk.
Maar hoe meer organisaties en kunstenaars naar elkaar toetrekken, zo zullen we betogen, des te groter het risico dat het vreemde van de kunst als ‘business as usual’ zal gaan aanvoelen en we in zekere zin dus terug bij af zijn. Om die reden wagen we ons in het laatste deel van dit artikel aan een ander perspectief op de meerwaarde van kunstenaars voor organisaties. Handelend vanuit deze benaderingswijze, dagen we onszelf uit om het verschil dat de kunstenaar
maakt niet ongedaan te maken, maar het ongemak dat het vreemde altijd met zich meebrengt te laten bestaan en te koesteren.
Lees het hele artikel van dr. Jacco van Uden in M&O door het hieronder gratis te downloaden.
Tip: Lees ook het boek Het Schone in organisaties door dr. Steven de Groot.