Bedrijfskundige Evelien Dieleman houdt het boek ‘De ontdekking van de toekomst’ tegen het licht.
In zijn boek De ontdekking van de toekomst, dat genomineerd was voor het Managementboek van het Jaar 2015, onderzoekt Wim de Ridder recente en minder recente technologische ontwikkelingen en hun oorzaken. Hij concludeert dat technologische ontwikkeling veelal een reactie is op maatschappelijke en of economische crises. Crises hebben impact op de maatschappij en blijken voorspelbaar te zijn. Het maakt dat technologische ontwikkelingen geëxtrapoleerd kunnen worden naar de toekomst.
In De ontdekking van de toekomst plaatst Wim de Ridder de technologische ontwikkelingen van het verleden en heden in perspectief. Hij beroept zich op het model van Carlota Perez en staaft zijn bevindingen met feiten uit het verleden en de actualiteit. In zijn studie heeft hij achterhaald dat technologie een drijfveer is van innovatie en dat deze afhankelijk is van de fase waarin de maatschappij zich bevindt. In het boek worden de technologische ontwikkelingen in een logische volgorde geordend. Dit raamwerk is nuttig en helpt de lezer bij het plaatsen van de feiten.
Wim de Ridder gaat uitvoerig in op het model van Carlota Perez, waarin vijf technologische revoluties worden beschreven. Elke technologische revolutie bestaat uit een viertal fasen. Voorafgaand aan een ontwikkeling is sprake van een zogenaamde big bang. En deze heeft bewezen altijd gepaard te gaan met een crisis. De auteur blikt uitgebreid terug op deze crises, zoals de bankcrash van de jaren dertig en de Eerste en Tweede Wereldoorlog.
Niet alleen technologische ontwikkelingen volgens het model van Perez zijn voldoende om vooruitgang te kunnen bepalen. Wim de Ridder voegt daar de filosofie van Suzanne Piët aan toe. Het bestuurlijk ontwikkelingspad van Piët toont dezelfde tendens als het model van Perez. Deze toevoeging maakt het raamwerk voor het duiden van de toekomst zowel aannemelijk als betrouwbaar.
De auteur gaat uitvoerig in op de technologische revoluties die de mensheid gekend heeft. Voor wie goed op de hoogte is van de geschiedenis en de actualiteit is het een mooi naslagwerk, maar het kan ook vervelen als deze stof u wel bekend is. Daarnaast wordt aangetoond dat de vooruitgang voornamelijk door de gevestigde orde van bedrijven en overheden wordt gestremd. Deze mening kan als eenzijdig worden ervaren.
Het valt op dat veel aandacht uitgaat naar het beschrijven van het bekende en een goed onderbouwde opsomming van feiten. Ook zijn ontwikkelingen in diverse branches grondig onderzocht. Het meest interessante hoofdstuk gaat over wat er ons staat te gebeuren tussen nu en 2025. Voor sectoren als de het onderwijs, de gezondheidszorg en de financiële sector schetst Wim de Ridder de situatie en huidige ontwikkelingen. Deze feiten maken het doorkijkje naar de toekomst geloofwaardig.
Echter, een doorkijkje naar de verdere toekomst wordt lastiger. De titel van het boek suggereert dat de (verdere) toekomst helder in kaart wordt gebracht. Ontwikkelingen op het gebied van zonne-energie en de medische technologie worden uitgelicht, maar het algemene beeld van de toekomst blijft diffuus. Voor de lezer is het goed om te beseffen dat een concreet antwoord niet is geformuleerd.
Zijn mening dat het ontbreekt aan verbeeldingskracht om de impact van innovaties goed in te kunnen schatten is stevig neergezet. Hij pleit voor het vormen van netwerken en collectieven om de toekomst beter te kunnen inschatten.
Concluderend is De ontdekking van de toekomst een uitgebreide samenvatting van belangrijke doorbraken en ontwikkelingen in de tijd die hun weerklank vinden in de huidige tijdgeest en de jaren die nog komen. Voor wie zich bezighoudt met trendwatching en de ontwikkelingen op de voet volgt, is het een mooi referentiewerk.
Bron: Evelien Dieleman op Managementboek.nl