Een goede vraag kan een gesprek openen, vertrouwen scheppen en tot inzicht leiden maar alleen als het écht een vraag is. Veel professionals, coaches en begeleiders herkennen hoe verleidelijk het is om stiekem sturende of retorische vragen te stellen. Een echte vraag ontstaat pas wanneer je het antwoord niet weet én bereid bent ieder antwoord te horen, ook als het schuurt of verrast. Dit artikel laat zien waarom oprechte nieuwsgierigheid onmisbaar is, hoe subtiele ‘nepvraagjes’ relaties kunnen schaden en hoe je vragen inzet als krachtig gereedschap in gesprekken.
Over vragen en hun eigenschappen
Verhaal van een mentor:
‘Ik heb mijn mentorleerling uiteindelijk de vraag gesteld die ik zo moeilijk vond om te stellen. Alsof die vraag stellen hetzelfde zou zijn als goedkeuring geven aan de keuze die ze maakt. De vraag was: “Waarom is hij goed voor je?” “Hij” is de jongen die haar marihuana levert in ruil voor seks met hem of zijn vrienden. De jongen van wie ze zegt: “Hij is goed voor me.” Toen ik deze vraag stelde, was ik bereid haar antwoord echt serieus te nemen. Er niet gelijk tegenin te gaan. Ze zei: “Dank dat u het echt wilt weten. Ik weet het eigenlijk zelf niet.” Dit moment, waarop ik besloot haar écht te willen horen in plaats van te corrigeren, heeft een opening gemaakt in mijn contact met haar.’
Wat is een vraag?
Een vraag is een belangrijk instrument in het socratisch werk. Maar wanneer is een vraag nou goed? Wanneer werkt die? In dit artikel krijg je een paar handige tips die je vragen al snel heel veel beter maken. Handig om te weten. Maar van geen enkel nut als je niet eerst weet wat een vraag is, en daarnaar handelt.
Een vraag is pas een vraag als je:
a) het antwoord niet weet;
b) en bereid bent ieder antwoord te horen.
De mentor uit de introductie wist het antwoord echt niet én was echt bereid ieder antwoord te horen. Dat voelde zijn leerling blijkbaar, waardoor er een opening ontstond in het contact.
Bereid zijn om ieder antwoord te horen biedt geen garantie dat je gesprekspartner jou een eerlijk antwoord geeft. Maar de kans erop wordt veel groter. En ik kan het je wel op een briefje geven dat de antwoorden van je gesprekspartner een stuk minder betrouwbaar worden als hij aanvoelt dat je niet bereid bent ieder antwoord te horen. Zeker als je in een positie van macht of hogere status verkeert dan de ander. Daarover nog veel meer in hoofdstuk 11, waarin we kijken naar de toepassing van het helderdenkengesprek in verschillende professionele rollen.
Als je deze definitie van een vraag tot je laat doordringen, hoeveel van jouw vragen zijn dan daadwerkelijk vragen? Vragen in plaats van sneren, beschuldigingen of wanhoopspogingen tot controle houden over het leven? In het dagelijks leven stel je waarschijnlijk meer nepvragen dan in een professioneel gesprek. Althans, ik wel. Maar ook binnen een professionele setting kan de verleiding tot al vragend sturen groter zijn dan al vragend onderzoeken. Herkenbaar?
Beste recept voor een slechte relatie
Ben je uit op een slechte relatie met je collega, partner of coachee? Dat is zo geregeld! Stel een vraag waarbij het lijkt alsof je bereid bent ieder antwoord te horen, maar dat niet zo is. Zo vertelde een beleidsambtenaar uit het oosten van het land mij dat hij naar aanleiding van mijn workshop over vragen stellen ineens begreep waarom de inwoners uit zijn gemeente zo vaak boos waren na een inspraakavond: ‘We zeggen dat we als gemeente bereid zijn ieder antwoord te horen op onze beleidsvoornemens, maar inwoners voelen heel goed aan dat dat niet zo is. We verpakken onze plannen als vragen. Plannen die eigenlijk niet meer ter discussie staan.’
Ik herinner me ook nog de vraag die de artsen aan mijn moeder stelden, toen ze aan het einde van haar leven ernstig ziek was: ‘Wilt u nog opgenomen worden op de ic als u verder achteruitgaat?’ Na een intens gesprek onder hoge tijdsdruk met mijn broer en mij besloot ze dat het antwoord op die vraag ‘Ja’ was. De artsen zeiden vervolgens: ‘Het spijt me mevrouw, maar daar kunnen we niet in meegaan.’ Ze bleken al vooraf aan het gesprek met ons besloten te hebben om haar niet meer naar de ic-afdeling te brengen in verband met het weinig hoopvolle perspectief op herstel. Als professionals heb je het recht die beslissing te nemen. Maar alsjeblieft, doe dan niet alsof ons antwoord er nog toe doet.
Kortom: je kunt over allerlei vraagtechnieken beschikken, van het conceptualiseren tot het problematiseren en terug … Het betekent niets als je vraag geen vraag is waarop ieder antwoord gegeven mag worden. En dan bedoel ik niet: ‘Natuurlijk mag de ander alles zeggen. Ik laat het langs me heen glijden als ik het er niet mee eens ben.’ Nee, ik bedoel: ‘Ieder antwoord dat gegeven wordt, neem ik hoogst serieus.’ Ook al klinkt het als totale onzin of vind je het moreel verwerpelijk. Fantastisch juist! Onderzoeksmateriaal!
Enne … als ik bereid ben ieder antwoord te horen, hoe stel ik dan een vraag?
Mijn fantastische collega Elke Wiss (2020) omschrijft het als volgt: ‘Een vraag is als gereedschap. Het is een middel om in de denkwereld van de ander te komen. Je kunt de vraag inzetten als bescheiden nijptang, een brutale drilboor, subtiel schuurpapier of als lompe koevoet. Zoals bij ieder gereedschap, hangt het resultaat af van hoe je het gebruikt. Met een beitel kan ik een kunstwerk uit een stuk steen houwen, maar met te veel kracht of een beetje lompigheid hak ik per ongeluk een kop van de romp. Met schuurpapier kan ik een oppervlak bijschuren, maar gebruik ik het te zacht, verandert het niet. Zo werkt het ook met vragen: een vraag als gereedschap werkt zo goed als je het gereedschap inzet en gebruikt.’
Voor alle vragen geldt dat ze pas goed gereedschap zijn en vakkundig gebruikt kunnen worden als ze voldoen aan bepaalde criteria.
Waar vraagt een goede vraag om? Daar zijn handvatten voor. Ik zet ze voor je op een rijtje:*
- Geef de vraag tijd
- Stel één vraag tegelijk.
- Inleiding is afleiding.
- Durf simpel en kort te zijn.
- Wees precies in je vraag.
- Wees een echoput.
- Vermijd sturende bijwoorden.
- Stel gerust gesloten vragen (maar dan op een andere manier).
Door: Ariane van Heijningen
*Deze handvatten zijn algemene uitgangspunten voor het stellen van vragen. Sommige worden ook besproken door o.a. Pool (2018), Wiss (2020) en Van Rossum (2024).