In de dagelijkse praktijk zijn verandertrajecten vaak lineaire processen. Je staat bij A en het doel is B. Het management zet een traject in gang en de organisatie moet maar volgen. Meestal werkt dit niet en leidt het allemaal tot veel ruis in de organisatie. Het kan ook anders, maakt het nieuwe boek Voorbij verandermanagement van Antonie van Nistelrooij en Rob de Wilde duidelijk. ‘Kijk eens door een multifocale bril.’
Verwacht van het boek Voorbij verandermanagement geen nieuwe methoden. Methoden zijn er genoeg. Daar zit vaak zelfs het probleem. Het gaat in dit boek om anders denken over veranderen aan te wakkeren.
Om de uitgesleten paden van het lineaire denken te verlaten, na te denken over hoe veranderprocessen nu echt verlopen en wat vervolgens de beste interventies oplevert. Het gaat om het werken vanuit alle betrokken perspectieven en deze vervolgens op elkaar betrekken. Kijken door een multifocale bril dus en niet alleen kijken naar slechts één aspect.
Mensen zijn geen biljartballen
Om het fenomeen veranderen te snappen, gaat het boek uitgebreid in op de theorie en praktijk van veranderen. Om uiteindelijk vooral stil te staan bij Whole Scale Change. WSC is een veranderparadigma met bijbehorende Large Group Interventions (LGI’s), die niet stand-alone worden toegepast.
Antonie van Nistelrooy: “LGI is de laatste jaren verworden tot de manager op de zeepkist die vertelt hoe ‘ze’ ‘het’ gaan doen. Voor de toehoorders is de reactie dan veelal: ‘we doen een plas, maar alles blijft zoals het was’. Waar het om gaat is om een echte dialoog aan te gaan met dwarsdoorsnedes van de gehele organisatie. Niet een probleem stand-alone beoordelen, maar een bedrijf als een samenhangend systeem te zien.”
Het boek is een pleidooi om in kleine en grote groepen mensen de echte dynamiek van de organisatie te leren kennen om zo van binnenuit veranderingen op gang te krijgen, die dan ook echt beklijven. In het jargon van de auteurs: mensen zijn geen biljartballen. Organisaties en systemen zijn zo complex dat de aanname dat als je de witte bal stoot automatisch de rode bal in de juiste richting gaat, niet standhoudt.
Antonie van Nistelrooij: “Door de individuele wensen en ideeën van de medewerker aan te laten sluiten op de strategie van de organisatie – door middel van dialoog – gaan ballen uiteindelijk wel de goede kant op. Domweg omdat mensen betrokken worden en dan ook geneigd zijn veranderingen te omarmen.”
Managers negeren de ware dynamiek van de organisatie en vluchten in het klassieke veranderverhaal
“Samen de diagnose maken,” stelt collega-auteur Rob de Wilde, “is de kern. Te vaak worden medewerkers als makke schapen in een verandertraject gestopt met allerlei programma’s. Terwijl je de massa, alle stakeholders, juist moet gebruiken voor goede input.”
Voorbij verandermanagement maakt daarbij duidelijk dat veranderen vooral niet in handen gegeven moet worden van managers, maar van leiders. Rob de Wilde: “Anders krijg je toch weer die klassieke top-down benadering. Managers negeren de ware dynamiek van de organisatie en houden zich vooral vast aan planning en control. Terwijl echt veranderen eerder gebeurt bij de koffieautomaat dan in een vergaderzaal.”
De auteurs ontkennen niet dat veel van bovenstaand ‘nogal wiedes’ klinkt. Kind kan de was doen. Tegelijkertijd komen ze echter nog heel vaak MBA-achtigen tegen die ja knikken als ze de theorie van Whole Scale Change wordt voorgelegd, maar als ze een casus moet uitwerken, toch weer massaal vluchten in een klassiek veranderverhaal.
Rob de Wilde: “Dit boek is mede geschreven om te waken voor de valkuilen van veranderen. Natuurlijk is er een punt A en kom je bij B. Maar bij B is de wereld al weer veranderd. In feite gaat het om een continu en collectief leerproces De organisatie als geheel bepaalt de thermiek. Als leider moet je leren vliegen op die thermiek. Het heeft geen zin om bij te sturen als je niet het gehele ‘weerkaartje’ in beeld hebt. Het wreekt zich als je de ware dynamiek negeert.” En die ware dynamiek is volgens de auteurs dus het best te destilleren uit een dialoog met het gehele systeem.
Interview: Ronald Buitenhuis