Hubs zijn organisatievormen waar kennis en belangen rond een bepaald probleem worden samengebracht en waarin op een vernieuwende en creatieve manier naar een oplossing wordt gezocht, vaak buiten bestaande structuren om. Daar kan de rijksoverheid veel baat bij hebben, vinden Martin Schulz, Martijn van der Steen en Mark van Twist.
Meer doen met meer resultaat maar met minder geld en minder mensen en onder steeds veranderende condities. Ziedaar de opgave voor de rijksoverheid (maar niet alleen die) in de komende jaren.
De Hub als antwoord
Een Hub – letterlijk: netwerkkruispunt (afgeleid van de luchtvaart) – zou wel eens het antwoord op die opgave kunnen zijn. Het is een tijdelijke organisatievorm gericht op kennisvermeerdering en het produceren van ideeën, die over de grenzen van een bedrijf of onderneming heengaat en heenkijkt, die flexibel is, vaak goedkoper dan traditionele werkverbanden en ook nog eens perfect inspeelt op de veranderende behoeften van de werknemer van vandaag. (Die werknemer hoeft overigens niet per se in dienst te zijn van de organisatie die de Hub heeft ingesteld.)
Dat klinkt alsof het de panacee voor iedere profit en non- profitonderneming is. Maar dat is het niet. Een Hub is vooral geschikt voor situaties waarin een snelle opstart gewenst is, waar ketens of netwerken tot stand moeten worden gebracht en/of waar kwesties over langere tijd in een impasse zijn geraakt.
Voorwaarden voor succes
Wil een Hub succesvol zijn dan moet er verder aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
- Huisvesting: ontmoetingsplekken waar deelnemers elkaar kunnen treffen en kunnen samenwerken.
- Personeelsbeleid: ruimte voor flexibel werken, duidelijke afspraken omtrent verantwoordelijkheid en beoordeling van medewerkers.
- ICT en faciliteiten op diverse locaties om de flexibiliteit en mobiliteit te garanderen.
- Informatievoorziening die toegankelijk is voor iedere deelnemer.
- Organisatie: gedragscode en spelregels omtrent de samenwerking.
- Financiën: een Hub leidt vaak tot efficiënter werken, maar er zijn wel degelijk ‘thematische middelen’ voor nodig.
Bron: Essay over de concrete invulling van vloeibaar bestuur. Martin Schulz, Martijn van der Steen en Mark van Twist.