Tal van leiders in organisaties verwaarlozen hun medewerkers omdat ze druk zijn met beleid, cijfers of managementmodellen. De metafoor van verwaarlozing werkt Joost Kampen (foto) uit in zijn nieuwe boek Verwaarloosde Organisaties. Introductie van een nieuw concept voor organisatieprofessionals. Dit boek is door de Orde van organisatie-adviseurs (Ooa) uitgeroepen tot Boek van het Jaar.
Fysieke mishandeling is erg, maar kinderen die door ouders genegeerd worden en zich daardoor niets waard voelen, dat is misschien nog wel schadelijker. Trek de parallel door naar organisaties. Medewerkers die genegeerd worden en zich daardoor niets waard voelen, worden feitelijk psychologisch verwaarloosd.
Tien jaar werkte Kampen als adviseur bij het Gemeentelijk Vervoerbedrijf (GVB) van Amsterdam. Tropenjaren waren het. Zo’n beetje alles was er mis, of in woorden van Joost Kampen: een totaal verwaarloosde organisatie trof hij er aan. In de wandelgangen van het GVB werd het woord verwaarlozing al gebezigd, maar pas toen hij de klus er had afgerond, dook Joost Kampen de universiteitsbibliotheek in om eens wat meer over organisatieverwaarlozing te weten te komen.
Wat bleek: niets was erover geschreven. Kampen: ‘Totdat ik het woord “organisatie” wegliet als zoekterm. Toen kwam ik veel artikelen tegen uit de orthopedagogiek. De parallellen tussen opvoeden en leidinggeven, tussen verwaarlozen van kinderen en organisaties, bleken vervolgens opmerkelijk.’
Schijnaanpassingen
Zowel kinderen als mensen in organisaties gaan, als er geen structuur en oprechte aandacht is, schijnaanpassingen vertonen, grenzeloos gedrag vertonen of liegen en bedriegen. Kampen: ‘Goed leiderschap en een goede ouder zijn kun je bijna één op één op elkaar plakken. Heeft een leider geen oog voor medewerkers, dan ontstaan er ontwikkelingsachterstanden. Hoe langer dat duurt, hoe verwaarloosder de organisatie. Dat proces van verwaarlozing gaat geleidelijk en begint met gewenning: als zaken vanzelfsprekend worden terwijl die eigenlijk niet kunnen.’
‘Bij het GVB gingen mensen bijvoorbeeld zelf diensten ruilen zonder het te melden. Of neem mensen die met hun Blackberry spelen tijdens een vergadering zonder dat iemand er iets van zegt. Terwijl dat toch ongepast gedrag is. Of vergelijk het met de doe-eens-normaal-discussie tussen Rutte en Wilders. De vraag die Rutte had horen te stellen luidt: mevrouw de voorzitter, vinden wij het normaal om elkaar in dit huis zo aan te spreken? Door die vraag te stellen, wordt de vanzelfsprekendheid van straattaalgebruik in de kamer aan de kaak gesteld en wordt grenzeloos gedrag begrensd. Als ouders niet goed met hun kinderen omgaan, ontsporen ze. Gaan leiders niet goed met hun mensen om, ontsporen ze ook.’
Verwend
Ook in omgekeerde zin trouwens. Als kinderen verwend worden, te veel I-Pads, Playstations en UGG’s krijgen, worden ze verveeld en onuitstaanbaar. Kampen: ‘Weer die parallel. Als managers te goed worden beloond, gaan ze zich ook grenzeloos gedragen; lees graaien.’
Andersom kan toch ook: dat kinderen (medewerkers) opstandig worden, en uiteindelijk toe moeten geven dat paps en mams (lees managers en MT’s) gelijk hadden?
Kampen: ‘Zeker, maar uiteindelijk ben je als ouder/manager wel verantwoordelijk. Jij bepaalt de grenzen en jij wordt geacht net iets slimmer te zijn. Dit boek is daarom ook vooral geschreven voor managers en adviseurs, zodat ze gaan herkennen wanneer organisaties verwaarloosd raken en wat je er vervolgens aan kunt doen.’
Corporate intimidatie?
Het is als bij intimiderend leiderschap. Kampen: ‘Als medewerkers geïntimideerd worden, heb je een duidelijke dader die je de schuld kunt geven; zoals bij de baas van COA of de topambtenaar in Amsterdam. Psychologische verwaarlozing (geen aandacht schenken) is echter nog erger. Er is onderzoek naar gedaan: kinderen die genegeerd worden en zich daardoor niets waard voelen, dat is schadelijker dan mishandeling en intimidatie. En juist die verwaarlozing zie je heel veel terug in zowel de profit als non-profit sector.’
‘Neem het ambulancepersoneel dat aangevallen wordt terwijl zij hun werk doen. Die mensen hebben oprechte aandacht van hun leiding nodig. Veel leiders hebben primair geen oog voor de emoties van de medewerkers, maar vluchten in procedures of hekelen de politiek dat het anders moet. Dat is een symptoom dat een organisatie verwaarloost.’
Wat zijn eigenlijk de early warningsystemen voor verwaarlozing?
Kampen: ‘Snelle wisselingen in de top en mislukkende reorganisatieprocessen bijvoorbeeld. En ook: mensen die niet kunnen reflecteren en leren; ontwijken van verantwoordelijkheid; zelfhandhavingsgedrag: gedrag dat bewust misleidt; onschadelijk maken van degene die gedragsverandering verlangt, ondermijning van gezag…’
Organisaties die volgens Kampen tot de risicocategorie behoren zijn hogescholen, maar ook de politie, UWV en ggz-instellingen. ‘Voor allen geldt dat er onvoldoende aandacht voor mensen is terwijl er emotioneel belastend werk wordt gedaan. En iedere ouder weet dat als je je kind niet genoeg aandacht geeft, dat het achterstand oploopt.’
Lang proces van herstel
Opmerkelijk dat het GVB zich zo bloot heeft gegeven in het boek door mee te werken.
Kampen: ‘Dat zie ik als iets positiefs. Dat betekent dat het GVB het zich heeft aangetrokken dat het medewerkers heeft verwaarloosd, en dat ze het nu proberen beter te doen. Dat kost tijd overigens. Ik zeg altijd dat de tijd dat je iets of iemand verwaarloosd hebt, diezelfde tijd heb je nodig om de verwaarlozing weer te herstellen. Het GVB is wat dat betreft dus halverwege.’
Kampen heeft gemerkt dat de term ‘verwaarlozing’ tot de verbeelding spreekt, en tegelijkertijd afstoot. ‘Soms hoor je dan vergelijkbare termen als verweesd of waarderend leiderschap. Ik heb uiteindelijk toch voor verwaarlozing gekozen omdat het zo helder maakt wat er feitelijk aan de hand is. Je ziet er de ernst opeens van in. Ik merk ook dat als ik nu in verandertrajecten het begrip verwaarlozing hanteer, het direct op het netvlies van mensen staat. Uiteindelijk is het gros van de mensen zelf ouder/opvoeder en maakt de term verwaarlozing bij hen veel duidelijk.’
Tot slot: met veel verwaarloosde kinderen komt het uiteindelijk nooit meer echt goed. Geldt dat voor bedrijven ook?
Kampen: ‘Bedrijven waar je eerste signalen van verwaarlozing ziet, zijn prima te redden. Ook bedrijven met weeffouten in de structuur, zoals het duaal management in ziekenhuizen of bij het openbaar ministerie, zijn helpbaar. Het gaat ook niet met elk kind van gescheiden ouders fout. Maar waar het in de gehele organisatie fout zit, ja die kun je moeilijk redden van de afgrond, die moet je opheffen.’
Auteur: Ronald Buitenhuis.
Ga voor het boek Verwaarloosde organisatie naar onze shop.
Zie ook: www.verwaarloosdeorganisaties.nl