‘Dat had ik nog niet zo bedacht’, zei de oudere man, zichtbaar geraakt. Hij reageerde op het verhaal dat hij zojuist van een jongere had gehoord. Ze zijn net als tweetal in gesprek geweest als onderdeel van een dialoog met nog acht andere onbekenden uit verschillende delen van het land. Het is maart 2021 en het onderwerp is: ‘Hoe beleef je de coronacrisis en wat heeft volgens jou herstel nodig wanneer die straks voorbij is?’ Als gepensioneerde had de vitale zeventiger nadelen ervaren, maar hij vond de lockdowns ook een periode van rust, waarin hij van zijn ruime huis, groene tuin en de natuur in eigen land kon genieten. De student vertelde daarentegen over hoe hij zich persoonlijk opgesloten voelde: waar hij er voorheen makkelijk op uitging en op veel plekken kwam, was hij nu veel meer aangewezen op zijn eigen kamer en woonplaats.
Het verhaal van de jongen kwam echt binnen bij zijn gespreksgenoot en zette hem aan het denken. ‘Ik vind het heel interessant om vanavond vooral ook jonge mensen te horen. In het gesprek met mijn duopartner zei ik vrijuit: “Ik ben blij dat ik nog kan rondrijden in mijn autootje. Ik kan gaan en staan waar ik wil op dit moment.” Maar toen hij zei: “Ik heb geen auto”, dacht ik: Oké, dat had ik nog niet bedacht.
Door de beperkingen wordt mijn wereldje klein, ik ben meer in een bubbel gekomen. En nu merk ik hoe goed het is om anderen te horen. Dat doen we te weinig. Ik vond het heel mooi dat dat nu even ontstaan is.’ En dat raakte de student weer: ‘Ik wil daar graag op reageren: ik vind het heel fijn om dit te horen van een best wel oude meneer. Het lijkt soms alsof het oude mensen weinig kan boeien, hoe het voor de jongeren is. Ik vind het hoopgevend dat er wel mensen zijn die daarover na willen denken.’
Verbindende kracht
Wat hier gebeurde illustreert de verbindende kracht van verhalen over leefwerelden heen. Beide gesprekspartners wisten waarschijnlijk al wel, via (social) media bijvoorbeeld, dat de lockdown voor veel jongeren zwaar was en dat mensen van middelbare leeftijd er naast de nadelen juist ook voordelen in zagen. Dat was geen nieuws. Maar door niet met elkaar over ‘de woningmarkt’ of ‘mentaal welzijn’ te praten, maar het persoonlijke verhaal van één ander individu te horen kwam het thema – en de ander – een stuk dichterbij. Dat werkte verbindend en er ontstond ook meteen iets activerends: wat kunnen we doen?
Nog zonder dat de oplossing voorhanden lag, overigens. Maar het had al effect.Zeker in situaties waarin je mensen met verschillende achtergronden nodig hebt om samen een vraagstuk op te pakken, is die verbinding leggen een cruciale eerste stap. Er zijn ook momenten waarop die sterkere verbinding een doel op zich is. In dit hoofdstuk gaan we verder in op de vraag hoe je persoonlijke verhalen als verbindende factor kunt inzetten.
Relationele veiligheid
In het faciliteren van groepsgesprekken en het bouwen van sterke teams is het een bekend thema: veiligheid en vertrouwen. Een klimaat waarin betrokkenen zich veilig voelen om te vertellen en vragen wat ze willen. En waar gedachtes of aannames over de mening of het oordeel van anderen over wat je vertelt niet of beperkt aanwezig zijn. Hoewel we in dit verband wel spreken over psychologische veiligheid, is het niet iets dat mensen ieder voor zich kunnen bouwen: het gaat over een bepaalde relationele kwaliteit in de groep. Misschien kunnen we dus beter spreken over sociale of relationele veiligheid: het speelt zich meer af ‘tussen de neuzen’ van de groepsleden dan ‘tussen de oren’ van ieder
groepslid apart.
Dit is ingewikkelder dan we soms willen, mede door iets wat bekend staat als de paradox of disclosure. Zeker wanneer veiligheid een thema wordt, doordat mensen expliciet aangeven dat er op dat gebied iets moet gebeuren: ‘We moeten voor we aan de slag gaan, eerst het vertrouwen opbouwen in deze groep’, of: ‘Hoe zorgen we ervoor dat het hier veilig is om je mening te geven?’ Hoewel goed bedoeld blijken deze uitspraken de ervaren veiligheid juist vaak te verminderen.
Plotseling staat de vraag in de ruimte: is het hier niet veilig dan? Dat wordt versterkt als het gesprek vervolgens gaat over wat ‘men’ moet doen of laten om de veiligheid te verhogen.
Een meer effectieve manier om de ervaren veiligheid in de groep te versterken is niet door erover te praten, maar door zelf iets persoonlijks te delen. Door, met andere woorden, te laten zien dat je bouwt aan het onderlinge vertrouwen omdat je de groep iets toevertrouwt dat je nauw aan het hart gaat. Dat is de paradox: om te slagen in wat je verlangt, moet je doen wat datzelfde verlangen net spannend maakt.
Mensen uitnodigen allemaal een persoonlijk verhaal te delen is in dat opzicht een krachtige interventie. Als mensen zich iets beter gekend voelen door de ander en ook de ander iets beter kennen, ervaren zij een groep als veiliger en is het dus makkelijker om aan de slag te gaan – met wat er dan ook maar moet gebeuren. Onze ervaring is dat dit al ontstaat als iemand door één andere persoon in de groep gekend wordt. Mensen bij de check-in uitnodigen iets persoonlijks te delen, draagt eraan bij dat mensen elkaar in hun wie-heid leren kennen – dat kwam in onze eerdere verhalen al naar voren.
Iets meer over jezelf onthullen met achtergrondverhalen
Zeker wanneer een groep langer bij elkaar blijft, kan het de moeite lonen om nog wat meer te investeren in persoonlijke verhalen om zo een steviger fundament te leggen. Zo gingen we in het kader van een leiderschapstraject in een internationaal bedrijf aan de slag met een groep van twaalf deelnemers. Allen van hetzelfde bedrijf, maar wel werkzaam in vier verschillende landen met verschillende culturen. Sommigen kenden elkaar, voor anderen was iedereen in de groep nieuw. Als begeleiders wilden we de toon goed zetten. Voor ons is de groep een belangrijk instrument in het traject: deelnemers leren veel met en van elkaar. Dus we vroegen ons af: op welke manier kan de kennismaking al direct een goed fundament leggen voor een sfeer van veiligheid en vertrouwen? En hoe kan diezelfde kennismaking tegelijkertijd een sterke start zijn voor het individuele leerproces van elke deelnemer?
We kwamen uit op het idee om mensen te vragen hun achtergrondverhaal te delen. Dit is een concept uit de roman- en filmtheorie: het is de geschiedenis van een personage voor het verhaal begint. De zogeheten backstory helpt je als lezer of kijker begrijpen waar het personage vandaan komt en je tot hem te verhouden. Soms wordt deze expliciet gedeeld, in andere situaties blijft hij enigszins mysterieus: je krijgt er hooguit een glimp van mee en bouwt verder je eigen vooronderstellingen.
Grote persoonlijke vragen
We vertelden de deelnemers kort iets over dit principe en de redenen waarom we ze vroegen iets van hun achtergrondverhaal te delen. Vervolgens stelden we ze vier vragen om over zichzelf na te denken: Waar kom je vandaan? Wie zijn je ouders? Op wiens schouders sta je? En: Welk thema of welke vraag is het meest aanwezig in deze fase van je leven?
Grote en persoonlijke vragen die veel worden gebruikt in narratieve coaching en waar je in principe dagen over zou kunnen nadenken. We gaven de deelnemers een kwartier en lieten ze tekenen op een groot wit vel. Dat voelde even spannend, maar het ging in opperste concentratie. We hingen de vellen aan de muur en iedereen vertelde in ongeveer vijf minuten
zijn verhaal, staand naast de eigen tekening. Na elk verhaal nodigden we enkele mensen uit de groep uit om aan te geven wat het verhaal met hen had gedaan. Geen oordeel of mening, maar een persoonlijke reactie op wat iemand had geraakt of geïnspireerd.
Na afloop boden we de gelegenheid om informeel verder in gesprek te gaan. Om vragen te stellen, om zelf iets meer te vertellen, uit te wisselen. We zagen het spontaan gebeuren, aan tafel en ook in de leermomenten. En ook tussen ons als begeleiders.
Bron: Verhalen veranderen
Door: Saskia Tjepkema, Joeri Kabalt, Martijn van Ooijen, Luc Verheijen, Koen Weber, Lieve Scheepers