Een serie van en over De Veranderfilosoof
In mijn boek ‘De Veranderfilosoof’ ben ik op zoek gegaan naar de kern van verandering. De basis voor het boek waren vier vragen. In deze blogreeks deel ik inzichten uit mijn boek, telkens rond één van de vier centrale vragen. In iedere blog deel ik een belangrijk inzicht uit het boek, én houvast om het inzicht in de praktijk toe te passen. Deze vierde blog gaat over de vraag ‘vinden we elkaar nog, of is de kloof te groot?’.

We willen elkaar graag vinden
Vinden we elkaar nog? Een greep uit de missie- en strategiedocumenten van organisaties doet vermoeden dat we niets liever willen dan verbinden en samenwerken. We spreken over ‘samen sterker’, ‘de kracht van wij samen’, ‘mede mogelijk maken’. En weet je nog, ‘alleen samen krijgen we Corona onder controle’? De politiek is sowieso niet ver weg. Want als je goed kijkt naar hoe er in organisaties wordt gesproken en samengewerkt, zie je: we zeggen graag ‘samen’, maar handelen vaak ‘tegenover’.
Een catch 22
De vraag of we elkaar nog vinden, lijkt steeds vaker beantwoord te worden met één woord: polarisatie. Het koesteren van tegenstellingen. Het uitbuiten van verschil. In organisaties noemen we het liever een ‘wij-zij’-dynamiek. Maar het mechanisme is hetzelfde: we versterken onze eigen positie door het verschil met de ander te benadrukken.
We creëren afstand op allerlei manieren:
- Door structuren die ontmoeting vermijden: ‘Iedere afdeling heeft zijn eigen bedrijfsbureau.’
- Door context te gebruiken als excuus: ‘Ons team is nu eenmaal anders.’
- Door ons te verschuilen achter specialisatie: ‘Niemand begrijpt mijn werk, dus ik doe het liever alleen.’
- Of door werkmethoden heilig te verklaren: ‘Wat zij doen werkt vast voor hen, maar niet voor ons.’
Dit benadrukken van de eigen positie heeft een prettig effect: het sorteert veel gezamenlijkheid binnen je team, je business-unit of je regio (of hoe je organisatie ook maar is opgedeeld). Toch is het een catch 22: wie gezamenlijkheid creëert door het benadrukken van verschil, creëert tegelijkertijd de voedingsbodem voor een kloof. Een kloof met anderen die eveneens het verschil met jou expliciteren.
Toch is het een catch 22: wie gezamenlijkheid creëert door het benadrukken van verschil, creëert tegelijkertijd de voedingsbodem voor een kloof.
Elkaar over de kling jagen
Om te zien hoe we dat proces versterken met ons gedrag en in onze communicatie, helpt het om buiten de organisatiecontext te kijken. Naar de politiek, bijvoorbeeld. Arnold Kling, econoom en blogger, laat in zijn fascinerende boek The Three Languages of Politics zien hoe polarisatie ontstaat door taal. Kling beschrijft dit vanuit een Amerikaans perspectief, maar wie het Nederlandse politieke landschap in gedachten houdt, herkent met speels gemak welke taal elke partij bezigt. De drie ‘talen’ zijn als volgt:
- Progressieve taal. Progressieve partijen focussen op kwesties van sociale rechtvaardigheid en de bescherming van minderheden (‘We moeten naar een economie die in het teken staat van welzijn voor allen in plaats van welvaart voor enkelen’). Hun taalgebruik benadrukt vaak het tegengaan van onderdrukking en het bevrijden van onderdrukte groepen.
- Conservatieve taal. Conservatieven bekijken politiek, aldus Kling, door een lens van beschaving versus barbaarsheid. Hun communicatie richt zich op het behoud van tradities, normen en waarden die zij als essentieel beschouwen voor een ordelijke samenleving (‘We moeten Nederland weer teruggeven aan de Nederlanders’).
- Liberale taal. Liberalen zien politiek door een lens van vrijheid versus dwang. Hun taalgebruik draait om het bevorderen van individuele vrijheid en het beperken van overheidsbemoeienis (‘Je moet niet bedrijven uit Nederland wegpesten, een belastingtarief moet fair zijn’).
Wanneer mensen vanuit verschillende ideologische perspectieven debatteren, gebruiken ze deze eigen taal en – nog belangrijker – verzuimen ze de zorgen en waarden van de ander te begrijpen of te erkennen. Dit leidt tot polarisatie en een gebrek aan constructieve dialoog. We zien inmiddels voor onze neus ontvouwen hoe deze wijze van ‘samen’werken wordt gebruikt aan te zetten tot verdeeldheid. We glijden af van een land van polderen naar een land van polarisatie. Dat doen we in de politiek – en zoals gezegd ook in organisaties. We hebben het dan niet over politieke standpunten, maar over diepgewortelde aannames over hoe samenwerking zou moeten werken.
Meer dan een momentopname
Volgens Kling ligt de kern van verdeeldheid in hardnekkige axioma’s – onzichtbare aannames die we zelden bevragen, maar die diep doorwerken in hoe we kijken, praten en beslissen. Een axioma is een fundamenteel principe of een basisaanname die als waar wordt aangenomen zonder dat het bewijs nodig heeft. Denk aan: ‘Zij storten als directie gewoon de verandering over ons uit. Dat is gewoon zo.’
Een axioma is een fundamenteel principe of een basisaanname die als waar wordt aangenomen zonder dat het bewijs nodig heeft.
Is het denkbaar dat, waar het gaat over de samenwerking in organisaties en organisatieverandering, er een aantal axioma’s zijn die al tijden de broedplaats vormen voor verminderde samenwerking, afstand of zelfs polarisatie? Axioma’s die de kloof in organisaties vergroten, waardoor we elkaar niet meer vinden of willen vinden. Ik denk het wel. Als ik twee decennia aan samenwerking naast elkaar leg en daar een lijn in probeer te ontdekken, durf ik het wel aan dat er drie veelvoorkomende axioma’s zijn.
1. Het axioma van onverenigbare doelen: succes versus falen.
Vanuit dit axioma bezien we samenwerking door een lens van succes versus falen. Het taalgebruik vanuit dit axioma draait om de focus op verschillen in plaats van op overeenkomsten (‘ons team vraagt nu om iets anders dan investeren op gezamenlijkheid, daar geven we voorrang aan’). Vanuit dit axioma wordt samenwerking gezien als een nulsomspel: als zij winnen, verliezen wij. Het gevolg? Elk team werkt aan zijn eigen belang, wat gezamenlijke vooruitgang in de weg staat.
2. Het axioma van macht: autonomie versus dwang.
Hier draait alles om controle houden. Ieder initiatief voor het ‘geheel’ wordt al snel opgevat als bemoeienis of inperking van vrijheid van een ‘deel’. Het taalgebruik vanuit dit axioma kenmerkt zich door de neiging om maximale controle te behouden over het eigen domein (‘Ik kijk wel uit, ik pas op m’n eigen winkeltje’) waarbij geen enkele vorm van autonomie mag worden opgeven (‘wat de gezamenlijke route ook is, voor ons is er altijd een route B’). Hierdoor komen gezamenlijke intenties, afspraken of inspanningen nauwelijks van de grond.
3. Het axioma van verbondenheid (wij versus zij): bondgenoten versus vijanden.
Het derde axioma kent haar voedingsbron in de ‘wij-zij’ dynamiek: de andere partij heeft overduidelijk tegengestelde belangen dan wij en moet dus als een vijand in plaats van een bondgenoot worden gezien. Het taalgebruik vanuit dit axioma kenmerkt zich door een afstandelijke houding (“zij snappen niet wat wij belangrijk vinden”) of zelfs een vijandige houding (“zij zijn er duidelijk op uit om dit te laten mislukken”) en een gebrek aan vertrouwen (“ik ben teleurgesteld in hoe weinig toenadering naar ons team wordt gezocht”). Samenwerking verwordt tot strategisch schaken: meebewegen waar het moet, tegenhouden waar het kan.
Ruimte maken voor samen
Wil je onderzoeken welke axioma’s in jouw organisatie een rol spelen?
Leg dan eens een dag of een week lang je oor te luister naar uitspraken die je in jouw team of organisatie vaak hoort. Denk aan uitspraken over samenwerking, over ‘de ander’, of over wat niet werkt. Zet ze op een rij en bespreek met elkaar voor ieder van die (set van) uitspraken:
- Welk van de drie axioma klinkt hierin door?
- Wat wordt er als vanzelfsprekend verondersteld?
- Wat zou er gebeuren als we dit axioma tijdelijk opschorten?
Door uitspraken niet als feit, maar als symptoom te bekijken, wordt ineens iets anders zichtbaar: ruimte. Ruimte om opnieuw te kiezen hoe we met elkaar willen omgaan.
Nieuwsgierig naar hoe je deze inzichten kunt inzetten in de praktijk? In De Veranderfilosoof vind je veel meer denkstof, taal en richting om verandering werkelijk te laten landen.
Beluister de podcast met Daniël Wolfs, de veranderfilosoof:
De eerdere blogs uit de serie:
Door: Daniël Wolfs
Bronvermelding: [1] Kling, A. (2019) The Three Languages of Politics: 3rd edition. Cato Institute, Washington.