Verandering heeft sturing nodig. De beweging naar de toekomst komt niet vanzelf op gang. Zeker in de beginfase zijn de huidige werkelijkheid en bestaande routines sterker, want bekend en vertrouwd. Dan is het hard werken om zichtbaar te maken dat daar iets aan gaat gebeuren en dat dat goed of nodig is. Je eigen verandergeloof delen helpt hierbij. Dit gaat over de manier waarop je wilt sturen en de overwegingen om dat zo te doen. Maak je dat expliciet, dan kun je vervolgens ook de interventies zodanig vormgeven dat je daarmee de verandering voorleeft.
Onderweg al de gewenste toekomst laten zien, is een taak van de voorlopers in de verandering. Veranderaars maken lang niet altijd een bewuste sturingskeuze en beseffen zelden hoe belangrijk het is om zelf nieuw gedrag te laten zien. Zij sturen vanuit gewoonte of persoonlijke voorkeur, terwijl dat de verandering niet verder brengt en soms zelfs tegenwerkt.
Overeenstemming over sturingskeuze
Belangrijk bij het voorleven van een verandering zijn overeenstemming over de sturingskeuze en consistentie in gedrag. Een verandering stuur je nooit in je eentje. Vaak zijn het leidinggevenden die hier een rol in vervullen als (mede-)eigenaar, al dan niet met een veranderteam dat als voorloper speci1ek werk verzet. Overeenstemming over de manier van sturen maakt dat je met elkaar kunt laten zien hoe de verandering werkt, in plaats van dat de wijze van sturen van de ene directeur die van de andere tegenwerkt en daarmee voor verwarring of stilstand zorgt.
Het doet er daarbij minder toe welke veranderkleur je kiest, als het maar dezelfde is. Bij consistentie gaat het om het volhouden gedurende langere tijd en om de doorwerking van die keuze in de interventies. Kies je voor een slim spel achter gesloten deuren, dan vraagt dat behoedzaam opereren met een select gezelschap en stilte tot je eruit bent. Kies je daarentegen voor een open leerproces, dan vraagt dat om een uitnodiging om deel te nemen en activiteiten waar mensen kunnen experimenteren zonder dat zij daar gelijk op worden beoordeeld. De keuze die je maakt, werk je uit in de veranderaanpak.
De veranderkleuren
De veranderkleuren zijn behulpzaam om je verandergeloof bespreekbaar te maken en ze geven een beeld van bijbehorend gedrag. Geeldrukdenken staat voor de opvatting dat verandering ontstaat door politiek handelen en het (belangen)spel slim spelen met invloedrijke personen. Blauw staat voor de opvatting dat verandering ontstaat door planning, beheersing en stapsgewijs werken naar vooraf gede1nieerd resultaat. In rood is de opvatting dat motiveren, prikkelen, belonen en samenwerken zorgen voor verandering.
In groen is de opvatting dat veranderen ontstaat door een leerproces vorm te geven waarin we experimenteren en ontdekken. In wit is de opvatting dat verandering spontaan ontstaat en we ons voortdurend (autonoom) ontwikkelen in interactie en dialoog.
In principe kun je elke verandering met elk van deze vijf kleuren in gang zetten. Dat klinkt gek, want we denken vaak dat onze eigen voorkeur het beste past: ik geloof in leren, dus dat zal wel goed zijn voor elke verandering. Een andere redenering is nodig om het gedrag te vertonen dat helpt om de verandering voor te leven. Die begint bij de vraag welke kleur bij deze verandering
past en waarom. Daarbij ga je ook na of er sprake is van een gedeeld verandergeloof, zodat je samen kunt sturen. Vervolgens laat je met elkaar zien wat dit betekent in gedrag. Als leren goed is voor de verandering, dan stel je jezelf ook lerend op. Heeft de verandering stappen en resultaten nodig, dan stuur je op tempo en duidelijke uitkomsten.
Hoe zorg je ervoor dat je een verandering kunt voorleven in gedrag?
Dit gaat als volgt:
- Zet de inhoudelijke opgave centraal, dus om welke verandering het precies gaat. Daarvoor kun je de kern van het antwoord op de WAT-vraag gebruiken die samengevat is in de titel van je verhaal.
- Bepaal welke veranderkleur het beste past bij deze verandering. Maak je overwegingen daarbij expliciet. Wat is de kracht van deze kleur voor de verandering, hoe helpt die de gewenste beweging creëren? Wat is de keerzijde ervan, wetend dat elke kleur ook nadelen heeft.
- Bespreek de keuze voor een veranderkleur ook met de mensen die er een sturende rol in vervullen. Ga na of er overeenstemming is over deze wijze van sturen. Bespreek hoe je die in gedrag laat zien en daarmee met elkaar de verandering kunt voorleven.
- Werk een interventie uit in de gekozen veranderkleur. Elke activiteit die je inzet om een verandering verder te brengen, is een interventie. Stel dat dat bijvoorbeeld een workshop is of een teamsessie over de verandering, hoe maak je die dan planmatig of juist organisch?
- Voor een langere periode kun je niet gelijk alle interventies uitwerken. Wel kun je er vast rekening mee houden dat het helpt als volgende interventies op elkaar aansluiten, zodat je steeds een stapje verder komt. Door dat telkens consistent vanuit de gekozen veranderkleur te doen, wordt de inhoud ondersteund door passende sturing en leef je de verandering voor.
Voorbeeld uit de praktijk
Projectmatig én lerend een nieuw curriculum ontwikkelen bij een opleiding van een hogeschool. De ervaren directeur stelt vanaf het begin dat dit ‘meer is dan even de studiegids aanpassen’. Zij vraagt een tijdelijk team om een veranderaanpak uit te werken. Onderdeel van de opdracht is: doorbreek routines, redeneer over alles, steeds met de gewenste beweging voor ogen én deel met alle betrokkenen wat er nodig is om ons onderwijs echt te vernieuwen. Het team heeft een flinke inhoudelijke agenda opgesteld voor ruim twintig samenhangende veranderingen, van ‘regelwerk’ tot ‘samenwerking over de vakgebieden heen’. Die twee categorieën helpen om de veranderingen te clusteren, om een passende aanpak te kiezen en om het te hebben over het voorbeeldgedrag van de veranderaars.
Directie, management en veranderteam kiezen gezamenlijk voor een blauwe projectmatige aanpak voor het regelwerk. Dat is veel, maar ook redelijk bekend werk en het moet klaar zijn voor de start van het eerste jaar van het nieuwe curriculum. De samenwerkingsvraag is nieuw. Tot nu toe gaven docenten individueel les over hun vak, in het nieuwe curriculum gaan ze samen onderwijs geven waarbij hun vakken zijn geïntegreerd. Dat vraagt een groen leerproces over allerlei onderwerpen, van
didactische uitgangspunten tot gelijkwaardigheid en omgaan met verschil.
Ook hier zit een strakke startdatum aan, maar de uitnodiging om deel te nemen en samen te leren is open. Niet alle docenten hoeven tegelijk het nieuwe curriculum te gaan verzorgen. Wie interesse heeft kan zich opgeven voor het eerste jaar en dat samen voorbereiden. Er zijn genoeg docenten die zelf willen leren, zeker nu dat ook wordt gefaciliteerd. In beide trajecten gelden andere spelregels en daarom wordt bewust voor andere sturing en interventies gekozen.
Wat verandering nodig heeft is leidend
De twee opleidingsmanagers verdelen hun aandacht, deels op basis van eigen belangstelling en deels op basis van wie waar goed in is. Daarin is leidend wat de verandering nodig heeft, in plaats van hun eigen voorkeurskleur. Onderweg stemmen ze steeds af, ze maken expliciet wat waarbij hoort en ze gaan na of de parallelle trajecten goed lopen. Interventies voor het ‘regelwerk’ zijn steeds heel resultaatgericht. Wat is nodig, wanneer moet het af?
Dat weten we, ook vanuit het vorige curriculum. Interventies voor het samenwerken gaan steeds over de vraag ‘wie willen we hierbij, zodat het samenwerken van nu al lijkt op het samenwerken van straks?’ En ze gaan over teamvorming, samen leren en con!icthantering, wanneer er strubbelingen zijn over didactiek en wiens vak het belangrijkste is.
Zelf aan de slag
Wil je aan de slag met je eigen voorbeeldgedrag in de verandering? Begin dan met de volgende vragen:
- Heb ik even gegoogeld op ‘kleurendenken’ en wat heb ik aan het begrip ‘verandergeloof’?
- Ken ik mijn eigen voorkeurskleur en de ervaringen waarop die is gebaseerd?
- Wat is de voorkeur vanuit de organisatie en vanuit eerdere veranderingen?
- Wat heeft déze verandering nodig en zien anderen dat ook zo?
- Hoe zie ik mijzelf het gedrag vertonen dat de verandering nodig heeft?
- Wat zien anderen hiervan?