Oké, we gaan beginnen. Maar, waar? Ik zou zeggen: begin daar waar je bent, in de modderige praktijk, midden in je veranderopgave. Kijk om je heen. Wat speelt er? Wat zie je gebeuren? Wat hoor je? Wat voel je? Probeer die vragen eens voor jezelf te beantwoorden. Neem even de tijd. Nu krijg je waarschijnlijk een berg aan beelden over wat er allemaal gaande is. Een brij van acties, effecten, betrokkenen, overwegingen, zorgen, mislukte acties, successen en meer. Want zo ziet verandering er meestal uit. Weet je wat het effect van al die acties is? Brengen ze je veranderdoel dichterbij? Dat wat je nu aan het doen bent, werkt dat eigenlijk wel?
Ik gok dat het eerlijke antwoord is: ik weet het niet. Of misschien zelfs: nee,
het werkt niet echt. Toch is dat het antwoord dat je eigenlijk zoekt. Je wilt
weten of de acties die je doet, je (verander)doelen dichterbij halen. Als je niet overgeleverd wilt zijn aan het toeval, doe je er verstandig aan om je meer te verdiepen in je veranderopgave. De vraag is natuurlijk: hoe dan?
Het veranderkompas biedt je negen vragen die helpen om beter in beeld te
krijgen waar je nu staat en wat er aan de hand is. Dat is de basis om daadwerkelijk verder te komen in je opgave. Ik raad je aan nu een eerste poging te doen om de negen hoofdvragen uit het kompas te beantwoorden, die onder de afbeelding van het Veranderkompas staan.
Niets meer missen?
Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief
Hiermee loop je langs alle aspecten van je veranderopgave en het veranderproces. Dat zorgt ervoor dat je direct gevoel krijgt bij waar jouw grootste vraag of uitdaging zit. Hieronder geef ik je de negen vragen uit het veranderkompas in iets aangepaste vorm en met een korte toelichting voor je eerste oriëntatie. Als je al een tijd bezig bent met je opgave heb je wellicht al veel antwoorden op deze eerste vragen. Toch leert de ervaring dat het invullen van het kompas tot nieuwe inzichten of nieuwe vragen leidt.
Ik raad je aan de vragen gewoonweg een voor een te beantwoorden. Neem hier ongeveer een half uur voor. Accepteer dat je veel nog niet weet. Vul gewoon in wat je wél weet. Je hoeft niet in één keer raak te zitten; het is maar een eerste oriëntatie. Succes!
- Wie wil dit (echt)?
Wie neemt er verantwoordelijkheid voor de opgave die er ligt? - Wat is de vraag?
Misschien is er letterlijk een vraag gesteld? Kijk naar hoe het vraagstuk nu gedefinieerd wordt. Beantwoord ook de vraag: waar speelt dit (niet)? Gaat het hier om de hele organisatie of om een kleiner deel? - Waartoe moet dit leiden?
Wat is de stip op de horizon, wat zijn beoogde doelen of ambities? Kijk ook naar de aanleiding: waarom moet dit nu? - Diagnose: wat neem ik waar?
Sta stil bij wat je ziet gebeuren; wat speelt hier? Probeer zoveel mogelijk te expliciteren welke beelden je nu hebt over alles wat er gebeurt (mensen, interactie, taal, symbolen, et cetera). Op basis waarvan heb je die beelden opgedaan? Wat heb je letterlijk gezien of gehoord? - Kern: wat voor soort opgave is dit?
De basisvraag ‘wat maakt dat het gaat zoals het gaat’ kun je nu nog niet beantwoorden, daarvoor is meer diagnose nodig. Misschien heb je al wel een eerste beeld bij de vraag wat voor soort opgave dit is. Gaat het hier meer om verbeteren, veranderen of vernieuwen (zie ook tabel 3.1 op pagina 51) - Strategie: wat zijn beelden over de gewenste aanpak?
Misschien ben je al begonnen? Op wat voor manier ben je nu bezig? Wat zijn de kenmerken van je huidige manier van werken? Is er een rode draad te vinden door je aanpak? Wat zijn beelden over de gewenste aanpak? - Interventies: hoe wordt er op dit moment geïntervenieerd?
Wie is er bezig met het ontwerp en de begeleiding van de interventies? Wordt dat eigenlijk gedaan, of is het nog meer ‘gewoon doen’ in de praktijk? Zijn de interventies verbonden met de kern van het vraagstuk en een doordachte strategie? - Acties: wie doet wat wanneer?
Welke acties worden gedaan om de verandering verder te helpen? Zijn er ook nog andere activiteiten die plaatsvinden die wellicht invloed hebben op jouw traject en daarmee een kans of bedreiging vormen? - Regie: hoe zijn sturing en reflectie ingericht?
Wie heeft de regie over het veranderproces? Hoe wordt er gestuurd? Is de veranderstrategie leidend voor de sturing, of is dat eerder de persoonlijke voorkeur van de betrokkenen? Is er ruimte voor reflectie? Waar, door wie en wanneer? Hoe wordt het resultaat van de reflectie meegenomen als input voor sturing?
Wil je meer toelichting bij een van de bovenstaande vragen? Blader dan door naar hoofdstuk 10 van het boek Veranderkompas. Daar behandel ik het veranderkompas integraal. Is het je al gelukt om wat eerste antwoorden te verzamelen? Voordat je doorbladert naar het hoofdstuk dat het best aansluit bij jouw vraag, eerst nog iets over het feit dat je vanaf nu een dubbele opgave hebt: werken in je verandering én aan je verandering.
Bron: Veranderkompas
Door: Jelger Spijkerboer