Voor het verbeteren van de productiviteit in organisaties zijn velen al langere tijd op zoek naar methoden om dit begrip goed te meten. Het blijkt een lastige zoektocht, met weinig consensus en, belangrijker, de praktijk zit er vaak niet op te wachten. Dit is met name het geval in de dienstverlening en de non-profitsector. Niet dat men daar het kwantificeren van productiviteit onbelangrijk vindt, maar de kwaliteit van de prestaties acht men minstens zo belangrijk, zo niet belangrijker.
In een artikel in M&O (juli/augustus 2012) willen de auteurs vooral de dienstverlening en de non-profit behulpzaam zijn als zij voor de keuze staan welke interventie helpt om de productiviteit of de prestaties te verbeteren. Zij betogen dat de zakelijke redenering – de business case – goed bruikbaar is om interventies te kiezen en te verantwoorden en laten dit zien met een voorbeeld uit de publieke dienstverlening en uit de maakindustrie.
Dialoogmodel
Het artikel behandelt een praktisch dialoogmodel voor organisaties die een organisatorische interventie willen toepassen ten behoeve van productiviteitsverbetering, en die daarvan vooraf een zakelijke redenering willen maken, een ‘business case’. Hierbij richten we ons met name op organisaties uit de dienstverlening en de non-profitsector, omdat het ‘versimpelde’ productiviteitsbegrip uit de maakindustrie voor hen ontoereikend is. Niettemin is het hulpmiddel ook bruikbaar voor profitorganisaties omdat het toegenomen kenniswerk aldaar het steeds lastiger maakt alle relevante aspecten te kwantificeren. Het artikel gaat in op de volgende centrale vraag: Hoe kunnen organisaties hun productiviteitstrategie koppelen aan een organisatorische interventie en vervolgens daarvoor een business case formuleren?
Proces en inhoud
De auteurs kijken naar het proces en de inhoud. Om deze vraag te beantwoorden ontvouwen ze een stappenplan dat ten grondslag ligt aan het ‘proces’ waarbij een organisatie start met een probleem en uitkomt bij de zakelijke redenering voor het onderbouwen van de oplossing. Om op een adequate wijze ‘inhoud’ te geven aan het bepalen van de productiviteitstrategie, de organisatorische interventie en de businesscase zijn twee modellen ontwikkeld, namelijk het Q4-model en het TOP-model. Het Q4-model verwijst naar de kwantitatieve en kwalitatieve inputs en outputs; het TOP-model verwijst naar de samenhang tussen Technologie, Organisatie en Personeel als een organisatorische interventie wordt ontwikkeld. De auteurs beginnen met een uitleg van het probleem bij het vaststellen van productiviteit en vervolgen met een toelichting op de elementen die de ‘inhoud’ betreffen en laten dat uitmonden in het stappenplan van het ‘proces’. Vervolgens worden twee voorbeelden uit de praktijk gepresenteerd waarop het hulpmiddel retrospectief is toegepast. Daarna ronden de auteurs af met hun conclusies en discussiepunten.