Nederland loopt internationaal achter op het gebied van innovatie en dreigt verder af te glijden. Dat blijkt uit een onderzoek naar innovatie in Nederland, gedaan door TNO en het Haags Centrum voor Strategische Studies (HCSS).
Volgens de onderzoekers wordt er in Nederland te weinig geld besteed aan onderzoek en ontwikkeling van nieuwe producten en diensten. Startende ondernemingen hebben minder overlevingskansen vergeleken met omringende landen, zeggen ze. Verder zou het overheidsbeleid tekortschieten. De onderzoekers wijzen erop dat innovatie economische groei stimuleert en Nederland dus kan helpen om uit de crisis te komen. Wil het kabinet de ambitie waarmaken om Nederland wereldwijd op de vijfde plaats te krijgen, zullen er volgens hen scherpere keuzes gemaakt moeten worden dan in het huidige Topsectorenbeleid.Onderzoek
‘De staat van Nederland innovatieland 2012’ is een groot opgezet onderzoek naar alles wat met de concurrentiekracht van Nederland in een snel veranderde wereld te maken heeft. Die concurrentiekracht is essentieel om Nederland uit de crisis te helpen. Omdat de afhankelijkheid van export groot is, is het van het grootste belang om producten en diensten te hebben die in het buitenland verkocht kunnen worden. En om steeds betere, nieuwere producten en diensten te hebben, zijn investeringen in innovatie onontbeerlijk.De onderzoekers formuleren drie vragen:
- Hoe behouden we onze concurrentiekracht in een steeds verder globaliserende wereld?
- Hoe verhogen we onze productiviteit in een vergrijzende samenleving?
- Hoe komen we tot adequate oplossingen voor de maatschappelijke vraagstukken die, als we nu niets doen, onze toekomstige welvaart meer en meer in de weg zullen staan?