Voor mij stonden de afgelopen weken in het teken van het afscheid van Léon de Caluwé. Een memorabele tijdgenoot, omdat hij als managementonderzoeker en -denker, organisatieadviseur, lesgever en auteur van onschatbare waarde is voor de verander- en advieskunde in Nederland en ver daar buiten. Ook voor mij persoonlijk!
Afscheidsrede
Op vrijdag 29 mei jl. hield Léon zijn afscheidsrede als hoogleraar Advieskunde aan de VU te Amsterdam. Ik verheug mij altijd op een dergelijke rede, liefst net als nu, in een volle zaal. Of er volgt een samenvatting van het werk van de afgelopen jaren (altijd handig!) of de hooggeleerde grijpt de kans om aan het einde van de loopbaan uit het hart te spreken. Ook dit keer was het een verrassing. Léon sprak niet live, maar via een video opname tot ons. Na meer dan 25 jaar op het podium, in de zaal of aan tafel zijn ideeën gedeeld te hebben, was het hem, vanwege persoonlijke omstandigheden, onmogelijk om live op te treden. Helaas, want ik vond Léon op z’n best wanneer hij flegmatiek, met understatement en veel zwarte humor zijn inzichten deelde. Gezien zijn enorme staat van dienst was het (voor mij) een minder passend afscheid. Léon had het verdiend en ik had het hem van harte gegund, om nog één keer een zaal vol bewonderaars een vlammend slotbetoog voor te schotelen.
In de videoopname en in het boek ‘Spannend Veranderen’, dat ter ere van zijn afscheid is verschenen, gaat Léon terecht nog eens in op de kleurentheorie. Vijf ‘mindsets’, aangeduid met verschillende kleuren, over hoe mensen veranderen, met allemaal hun eigen theorie, diagnose, verandertools en rollen en competenties van de veranderaars. Het niet langer zoeken naar een ‘grand theory’, maar het fundamenteel (h)erkennen van een meervoudige werkelijkheid, was destijds een grote sprong voorwaarts. Je kunt altijd op vijf verschillende wijze het verandervraagstuk benaderen. Niet de complexiteit reduceren, maar deze juist omarmen is wijs en relativerend. En het leert ons veranderaars een lesje bescheidenheid. Ook niet onbelangrijk :-)
Spanningen tussen kleuren
De spreekwoorden bij de kleurconcepten zijn een aardige illustratie in het nieuwe boek. Het expliciet beschrijven van de spanningen tussen de kleuren is een relevante toevoeging. Daardoor is het mogelijk om de spanningen in een team, afdeling of organisatie te leren zien en er mee om te gaan. Deze spanningen leren hanteren, ze omarmen, ja ze zelfs opzoeken is een opgave passend bij het nieuwe inzicht omtrent het denken in paradoxen. Zo wordt de kleurentheorie een spannende paradox met vijf polen.
Ook op het afscheid dat AOG School of Management organiseerde op 9 juni jl. in Felix Meritis te Amsterdam, kon Léon persoonlijk niet aanwezig zijn. Een groot gemis! In diverse workshops inspireerde en verdiepten we ons in het gedachtegoed van de meester. Die ook nog eens tot ons sprak via de al eerder genoemde video. Een mooie bijeenkomst om eer te bewijzen aan hem die zoveel deelnemers en docenten heeft geïnspireerd en helpen ontwikkelen. Tijdens deze bijeenkomst zag ook het nieuwe boek van Paul Kloosterboer, promovendus van Léon, het levenslicht: ‘Adviseren vanuit het geheel’. Het was voor mij een hele eer om (bij afwezigheid van Léon) het eerste exemplaar te mogen ontvangen. Elk nadeel heeft zijn voordeel, zullen we maar zeggen!
Kloosterboer heeft net als De Caluwé twee professionele liefdes: adviseren en veranderen. En staat, net als zijn leermeester, op de brug tussen theorie en praktijk. In zijn nieuwe boek worden deze liefdes overbrugd met de focus op interne adviseurs. Niet voor niets luidt de ondertitel ‘De onmisbare waarde van intern advies’. De adviseur wordt geplaatst in de spanning tussen context, het vak en zichzelf als persoon. Natuurlijk is er literatuur over hoe managers naar adviseurs kijken. Overigens niet altijd even positief. En natuurlijk is er ook literatuur van adviseurs over adviseurs. Ook niet onverdeeld gunstig. Maar we beleven de revival van intern adviseren. Veel organisaties bouwen weer hun eigen verander- en adviescapaciteit op door te investeren in de competenties van managers en het opbouwen van eigen adviseurspools. Juist op dit moment geeft de benadering van Kloosterboer de (intern) adviseur een vitale plek vanuit systemisch perspectief. Goed getimed en zo’n boek was er nog niet!
Must read
Het nieuwe boek van Kloosterboer is een ‘must read’. Vooral vanwege de visie op intern advies. Organisaties worden gezien als een relatieweefsel vol verticale en horizontale (werk)relaties. In dat weefsel zijn (net als in alle levende systemen) verstoringen onvermijdelijk. Al was het maar vanwege strijdige belangen, betekenisgevingsprocessen, verborgen contracten, scripts uit het verleden en politieke spelletjes. Nog los van een voortdurende stroom van externe impulsen. Die spanningen worden benaderd als micro-ontstekingen. De interne adviseur op de vitale plek vormt de immuunfunctie in het permanent ontstoken organisatieweefsel. Vitaal adviseren wordt dan de cellen zelfredzamer, zelfsturender maken en verbinden. Zo worden co-creëren en verbinden de nieuwe kerntaken van de intern adviseur. Een inspirerend perspectief dat de rol en positie van de interne adviseur op een boeiende wijze (weer) op de kaart zet.
Twee meesters. De een roept op tot het op zoeken en omarmen van spanningen, de ander ziet juist die spanningen als het werkterrein van de interne adviseur die deze ontstekingen moet immuniseren. Beiden hebben ook nog gelijk. Interessante paradox!
Marco de Witte, www.marcodewitte.nl