Als je in de media leest over de Formule 1 dan gaat het bijna altijd over geniale rijders, snelle auto’s en sinds kort over protesterende teambazen. Maar als je denkt dat het allemaal om unieke talenten als Max Verstappen of Lewis Hamilton draait, heb je het mis.
Veel belangrijker zijn de teams die achter de coureurs staan. Jarenlang onderzoek geeft aan dat 86% van de prestatieverschillen op het circuit kan worden toegeschreven aan superieur teamwerk. Begin volgend jaar verschijnt het boek ‘Teaming – De nieuwe realiteit van samenwerking’ van auteurs Hans van der Loo en Patrick Davidson. Voor dat boek deden zij maandenlang onderzoek naar de werkwijze van Red Bull Racing, het team achter Max Verstappen. Een eerste sneak preview van de inhoud.
Samenspel op topsnelheid
Samenwerking in het autoracen roept al snel het beeld op van de pitstop. De snelheid waarmee tijdens een pitstop wordt gehandeld, heeft iets buitenaards. Op het moment dat de coureur de pitstraat inrijdt om banden te verwisselen en eventuele reparaties uit te voeren, zie je een hele groep monteurs vliegensvlug naar buiten snellen en hun positie innemen. Met ronkende motoren komt de auto plotseling tot stilstand. In luttele seconden – het team van Max Verstappen heeft het record met 1,88 seconden in handen – worden vier banden verwisseld. Waarna de auto weer met brullende motoren wegschiet.
Een magisch moment. Of, zoals oud-manager bij Red Bull Racing Mark Gallagher ons nuchter vertelde: “Dat is tegenwoordig ‘gewoon’ teamwerk door 22 mensen die 36 handelingen verrichten onder hoge druk. Allemaal bedacht in samenspraak met een choreograaf”. Als het allemaal naadloos is verlopen, geven de monteurs elkaar een high five. En richten ze zich op hun volgende taak.
Team of teams
Hoezeer een pitstop ook tot de verbeelding spreekt, het is niet meer dan een klein radertje in de hele machinerie van een raceteam. Eigenlijk kunnen we beter van een ‘team of teams’ spreken, want in feite gaat het om een kluwen van meer dan duizend, in verschillende teams met elkaar samenwerkende professionals.
Waar die mee bezig zijn? Met het ontwerpen en bouwen van raceauto’s waarmee Red Bull Racing wereldtitels kan veroveren. Eenmaal geproduceerd, is het nog lang niet klaar, want al die wagens moeten continu aangepast en geperfectioneerd worden. “Elke raceauto is een rijdend prototype. Het gesleutel achter de schermen is nooit af”, zegt Gallagher met een glimlach. “De veronderstelling dat innovatie je op een beslissende voorsprong kan zetten, is daarbij een illusie. Het is innoveren en imiteren.” Een vernieuwende vondst kun je hooguit een paar maanden voor je houden. Dan hebben de concurrenten je ingehaald of wordt de vernieuwing door de organisatoren vanuit sportieve overwegingen verboden.
Het bouwen en up-to-date houden van de auto, dat is slechts één onderdeel. De laatste jaren zijn er nieuwe specialismen bijgekomen, zoals in bijna elke sector. Voor een Formule 1-team betekent het dat er continu tientallen data-analisten bezig zijn. Om alles te meten wat sensoren registreren. De staat van de banden, de temperatuur van de remmen, de prestaties van de motor, de toestand van het wegdek, de weersverwachting – niets ontsnapt aan het spiedend oog van de analisten.
In een raceauto is bijna geen component die niet voorzien is van sensoren. Terwijl de raceauto’s met duizelingwekkende snelheden over het circuit razen, moeten de analisten uit alle binnenstromende data een compleet beeld zien te krijgen. Elke variabele en elke beweging in de auto wordt gemonitord. Door systemen maar ook door data-analisten. “Langs het circuit, maar ook ver weg in een van de fabrieken in een Operations Room.”, zo vertelt Gallagher.
Rekenwerk is in de Formule 1 minstens zo belangrijk als een technisch perfecte auto, brandstof en brandwerende pakken. Omdat de coureurs steeds meer aan elkaar gewaagd zijn, kunnen de kleinste verschillen grote effecten hebben. Zoals de beslissing van Red Bull Racing – het team achter Max Verstappen – om een bandenwissel door te voeren toen de race van afgelopen zondag vanwege een ongeluk tijdelijk was geneutraliseerd. Het bleek een geniale zet te zijn. Gebaseerd op rekenwerk maar vooral ook lef en hoop. En om klaar te zijn voor een wonder, mocht het kwartje alsnog de goede kant op vallen.
Spelen met spanningen
‘Racen is spelen met spanningen’, zegt voormalig-Red Bull Racingcoureur Robert Doornbos wanneer we hem interviewen. Wij hebben hem gevraagd om ons mee te nemen in de teaminspanningen tijdens een willekeurig raceweekend. Daarbij kunnen drie onderdelen worden onderscheiden: de voorbereiding, de race en het naspel.
Voorbereiding: van training tot kwalificatie
De kwalificatie – meestal op zaterdag, zo’n 24 uur voor de zondagse Grand Prix – is eigenlijk niet meer dan een race van de coureurs tegen zichzelf. Wie de snelste ronde rijdt mag vooraan beginnen, een strategisch voordeel. De concurrenten zijn niet meer dan seconden op een matrixbord.
De teams willen hun coureurs en hun bolides zo kort mogelijk op de baan hebben, om bandenslijtage, temperatuurschommelingen in de apparatuur en eventuele ongelukken tot een minimum te beperken. Alles draait om de rondetijden. Ook hier blijkt weer: de teams doen met die beslissingen een allesbepalende duit in het zakje.
‘Normaliter begint dat met enkele vrije trainingen op vrijdag waarin elk team de ideale afstelling zoekt voor dat circuit’, zegt Doornbos. ‘Dat gaat niet vanzelf goed, dat moet je slim organiseren. Je zoekt namelijk in korte tijd en onder hoge druk naar een winnend compromis. Dat betekent een continu proces van omgaan met tegenstellingen. Het gaat dus om functionele spanning’.
Wat in de weken hiervoor is uitgedokterd door teams wordt nu getoetst op de baan. ‘Dan krijg je de onvermijdelijke discussies over tegengestelde opties binnen het team. Een wijziging op één plek in de raceauto werkt op heel veel andere plekken door. Door eventuele wijzigingen te bespreken en uit te proberen, ontdekken de teams of de auto ook daadwerkelijk sneller wordt op het circuit. ‘Als je er bijvoorbeeld in slaagt om de motor harder te laten lopen, betekent dit een extra belasting voor de remmen. Waar de optimale balans zit, is een kwestie van het overbruggen van tegenstelling. Teams die dit goed beheersen, rijden vooraan’.
De race
Je zou zeggen, dat het op de dag van de race wel gedaan is met alle aanpassingen. Maar dat is niet zo. Voortdurend veranderende omstandigheden – denk aan weercondities, positie in de race, strategische overwegingen, toestand van de auto en/of de baan – leiden tot steeds weer nieuwe inzichten en steeds weer andere moves. Behalve de circa zestig medewerkers die de monitors langs de baan nauwlettend in de gaten houden, worden duizenden kilometers verderop in de fabriek verschillende scenario’s doorgerekend. Continu en steeds weer inspelend op nieuwe situaties, bedreigingen en mogelijkheden.
Wordt een coureur niet stapelgek van al die binnenstromende informatie? Nee, want alles wordt gefilterd door de race engineer, die als linking pin met de coureur fungeert. En ook al zetten de teams steeds meer in op big data en algoritmes, het is toch echt het samenspel dat het verschil maakt bij Red Bull Racing.
Verslaggever Allard Kalff vertelt ons in een interview voor het nieuwe boek hoe dat komt. “Bij Red Bull Racing heerst een andere spirit, noem het maar een echte challenger-mindset. Daar gebruiken ze natuurlijk ook algoritmes en data maar uitgangspunt nummer 1 is dat mensen het verschil kunnen maken. Niet alleen Max maar ook de andere teams die meewerken aan dat ene doel: winnen.
Bij Red Bull Racing durven ze in extremen te denken en de grenzen op te zoeken. En dat betekent juist afwijken van de algoritmen want logica werkt niet altijd in tijden van chaos. Wie hetzelfde doet als zijn concurrent beperkt soms de opties voor zichzelf”, zo stelt Kalff. “Ze durven bij het team van Max af te wijken van wat het algoritme zegt. Een ongeluk betekent even chaos. De logica zegt dan binnenkomen en banden wisselen. Bij Red Bull durven ze dan anders te kiezen en blijven ze alles proberen. “Ze zijn als het ware klaar voor een wonder, mocht het gebeuren. Zoals zondag in de laatste ronde.”
Zelfs als de coureur over de finish gaat, dan nog is de race niet voorbij. Meteen na de race is het tijd voor een ‘hot debrief’. ‘De naam zegt het al’, zegt Doornbos. ‘Zodra je als coureur uit je auto stapt meld je je bij een divers samengesteld team van specialisten om het verloop van de race punt voor punt door te nemen.”
Dat idee van zo’n evaluatieronde kwam overigens niet uit de racewereld, maar uit de zeilsport. Red Bull Racing kwam in 2007 op het idee tijdens een bezoek aan de America’s Cup, een van ’s wereld meest prestigieuze zeilwedstrijden. De hoofdontwerper van Red Bull Racing, Adrian Newey, zag hoe de bemanning van een boot na de wedstrijd overlegde met de engineers op de fabriek. Dat kende men in de Formule 1 niet. Daar bestonden nog hoge schotten tussen de mensen op het circuit en de ingenieurs in de fabriek. Inmiddels is de ‘debrief’ een vaste gewoonte geworden, ook bij andere teams.
Naspel
Daarmee zijn we eigenlijk al aanbeland in de derde en laatste fase van het raceweekend. Na elke Grand Prix wedstrijd worden de honderden medewerkers op de fabriek tijdens Town Hall meetings optimaal geïnformeerd. Dat gebeurt door een van de leidinggevenden of een van de rijders. Doornbos vertelt hierover: ‘Dat was best extreem, zo moest ik een keertje van Australië naar London vliegen om mensen op de fabriek daags na de Grand Prix te laten voelen hoe belangrijk het is dat ieder teamlid op zijn best is. Zodat iedereen meekrijgt en er collectief geleerd wordt. En zodat mensen weten wat er in de volgende wedstrijd extra aandacht verdient. Bij Red Bull slagen ze erin om de teams continu in de leerstand te hebben. En paraat om onder hoge druk samen te werken.’
De nieuwe realiteit van samenwerking
Zoals wij in deze longread zagen, is succes in het autoracen geen kwestie van één succesformule. Het gaat om duizenden puzzelstukjes die in elkaar moeten passen. Talent, technologie, leiderschap, lef, geluk. Maar waarbij samenspel onontbeerlijk is. Er wordt in dit verband vaak over teamwerk gesproken. Dat is echter een wat verouderde term, die niet een-twee-drie aansluit bij het dynamische en diverse landschap van samenwerking in teamverband. In de wereld van het autoracen weet men niet beter, dan datteams onderdeel zijn van vloeibare netwerken en dat zij voortdurend van vorm en samenstelling veranderen.
Al naar gelang de situatie komen teams bovendrijven. Maar ze kunnen net zo snel weer worden ontbonden.
Wie deel uitmaakt van dynamische teams – in ons boek spreken we van ‘pop-up teams’ en ‘teams-on-demand’ – weet niet beter dan dat verandering de enige constante is. Dit betekent nogal wat. Pop-up teams ontstaan namelijk niet uit het niets. Ze komen ook niet spontaan tot bloei. Het is keihard werken om dynamische teams optimaal te laten functioneren en met elkaar te laten samenwerken. Harvard-professor Amy Edmondson spreekt in dit verband van ‘teaming’: het voortdurend sleutelen aan continu veranderende teams. De deskundigen van raceteams laten zien hoe je dit perfect in praktijk kunt brengen…..
Door: Patrick Davidson en Hans van der Loo
TEAMING: de nieuwe realiteit van teams
Voor hun nieuwe boek (voorjaar 2022) interviewden Patrick Davidson en Hans van der Loo een hele serie vernieuwende denkers en doeners uit wetenschap, bedrijfsleven en topsport.
Aan het boek werken naast insiders van Red Bull Racing en de Formule 1 ook mee, onder meer: Amy Edmondson (bekend van Psychologische veiligheid), Rob Cross (Beyond Collaboration Overload), Matthew Syed (Denken als een rebel) en Jeff Sutherland (bedenker van Scrum). Wil je meer weten of reageren stuur dan een mail Patrick Davidson en/of Hans van der Loo door te klikken op hun naam.