“We moeten roeien met de riemen die we maken”. Ik loop een rondje door de buurt en een fietser komt mijn kant op. Precies op het moment dat hij mij inhaalt, hoor ik deze zin. “Klopt niet!”, klinkt er meteen in mijn hoofd. En dat klopt: als spreekwoord is deze zin niet correct. En aangezien ik nogal van de Nederlandse taal houd – en specifieker van correct gebruik van de Nederlandse taal – reageert mijn hoofd direct. Maar na een stukje verder gelopen te hebben, blijft de zin hangen en denk ik: “Misschien is het toch niet zo heel incorrect in deze tijd.”
Roeien met de riemen die we hebben, betekent dat we moeten werken met de middelen die we hebben. Middelen die we hebben en die we altijd hebben gehad. Maar wat we hadden en hebben volstaat nu vaak niet meer. We zijn allemaal in hele andere schuitjes beland en deze schuitjes vragen om andere riemen. Riemen die we nog niet hebben. En die we dus moeten gaan maken.
Vertrouwd met de oude riemen
En daar reageert iedereen anders op. Sommigen gaan direct aan slag. Ze verzinnen een nieuw plan, gaan onderzoeken wat werkt en creëren in no time iets waarmee zij in ieder geval enige sturing kunnen brengen aan hun schuitje. Anderen slaan volledig lam. Ze voelen zich vertrouwd met de oude riemen en willen deze kosten wat kost behouden. Zij wachten en kijken om zich heen wat er gebeurt. Ze vertrouwen erop dat hun oude riemen weer de ‘normale’ riemen gaan worden waarmee zij uiteindelijk ook weer met hun schuitje kunnen varen. Weer anderen worden boos. Boos op de riemen, boos op het schuitje en boos op iedereen die geen nieuwe riemen aan hén geeft. Want daar hebben ze recht op. Als zonder hun inbreng bepaald wordt dat het schuitje verandert, dat moeten anderen er ook maar voor zorgen dat zij weer in beweging kunnen komen.
En al deze schuitjes dobberen en bewegen door elkaar. Ze gaan mee met een stroom waarvan niemand precies weet waar deze toe leidt en wanneer we ‘er’ zijn. En hoe verder we gaan in deze stroom en hoe langer het duurt, hoe meer de verschillen duidelijk worden. Ongeduld, angst, eenzaamheid, vermoeidheid, boosheid of stress steken steeds meer en steeds hardnekkiger de kop op. Waar in het begin nog enige overgave aan de stroom gegeven kon worden, enige gezamenlijkheid, roeien nu steeds meer mensen tegen de stroom in. Botsen we tegen elkaar aan en geven we elkaar geen enkele ruimte meer. Soms tegen beter weten in. Maar wat is het alternatief? Wat is het perspectief?
Niets meer missen?
Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief
Oordelen
Hele groepen mensen snakken naar het einde van deze ongekende en onbekende stroom. En terwijl we moe, boos, gestresst of ongeduldig in onze schuitjes zitten, beginnen we langzaamaan oog te verliezen voor de schuitjes van de ander. Of we zien ze wel, maar oordelen hard over de (andere) manier waarop de ander probeert koers te houden. De ander moet zich niet zo aanstellen, beter zijn of haar best doen, wél op het werk verschijnen, níet op het werk verschijnen, iets enthousiaster achter de camera zitten, minder enthousiast achter de camera zitten, sneller werken, eerder beginnen, langer doorgaan, meer ballen hooghouden, minder ballen hooghouden. Op allerlei vlakken ontstaan meningen die de schuitjes steeds meer uit elkaar drijven. Niet inenten, wel inenten, tegen de avondklok, voor de avondklok, te weinig maatregelen, teveel maatregelen en ga zo maar door.
Verschillen waardevol, maar…
Verschillen van meningen, inzichten en denkwijzen zijn heel waardevol. Ze zorgen ervoor dat je bewuster kan kiezen, dat er mogelijkheden zijn voor diversiteit, dat je nadenkt over wat voor jou belangrijk is. Maar deze verschillen en het omgaan met deze verschillen vragen om een belangrijke voorwaarde: dat je geïnteresseerd bent in en oog hebt voor de ander. Dat je beseft dat jouw schuitje niet het schuitje van de ander is. Dat jouw schuitje misschien overvol zit, maar dat het schuitje van de ander akelig leeg is. En dat het voor de één veel moeilijker is om zonder of met hele andere riemen te moeten roeien dan voor een ander. En dat het maken van nieuwe riemen vraagt om acceptatie dat de oude riemen niet meer werken. En misschien ook wel nooit meer gaan werken. En dat daar onlosmakelijk emoties als boosheid, verdriet, of angst aan verbonden zijn.
En vaak is niet eens zoveel meer nodig dan een vraag op zijn tijd. Een vraag hoe het staat met het schuitje van de ander. En misschien ook wel de vraag of het een beetje lukt met het maken van de riemen. Dat is waar we het nu mee moeten doen. Dat zijn de riemen waarmee we moeten roeien en die we samen kunnen maken. En zo klopt “We moeten roeien met de riemen die we maken” toch opeens heel erg.
Door: Elleke van Gelder
Drs. Elleke van Gelder houdt zich bezig met Sociale Innovatie binnen de Politie Eenheid Oost Nederland. Ze adviseert, ontwikkelt concepten, schrijft blogs en spreekt over uiteenlopende thema’s. De kern van haar werkzaamheden is om andere en nieuwe perspectieven aan te bieden en in werking te brengen.