Er is een toenemende wens om te weten wat je doet, waarom je het doet en waarvoor je het doet.
Zoektochten rond de persoonlijke ontwikkeling zijn van iedere professional: ‘Er is zoveel leuk en het is moeilijk kiezen’, ‘Ik zit in de staart van mijn professionele carrière. Hoe kan ik daar iets moois van maken?’, ‘Wat wil ik nu eigenlijk écht worden?’, ‘In mijn vak van adviseur moet je wel ergens van zijn. Ik vraag me af, waar ben ik nu eigenlijk van?’, en: ‘Ik ben al een paar jaar zorgcoördinator. Maar door alle nieuwe ontwikkelingen wil ik onderzoeken of dit nog is wat ik wil.’
Vragen draaien om professionele identiteit
Soortgelijke zoektochten kennen groepen professionals rond vak- of organisatieontwikkeling: ‘We hebben onder de huidige economie behoorlijk onder druk gestaan, hebben hard gewerkt en zijn allemaal een eigen kant op bewogen. Het is tijd dat we ons vak weer ijken’, ‘We hebben een nieuwe functie gecreëerd, maar moeten ons nog tot elkaar leren verhouden’, en: ‘Tot nu toe hadden we als expert ieder onze eigen plek, maar als adviseurs moeten we opnieuw uitvinden waar we van zijn.’
Dit soort vraagstukken zijn er wellicht altijd al geweest, toch klinken ze tegenwoordig sterker door. Er is een toenemende wens om te weten wat je doet, waarom je het doet en waarvoor je het doet. In de kern draaien deze vragen om professionele identiteit. Die toenemende wens is verklaarbaar in ons huidige tijdsgewricht.
Institutionalisering
De professionele werkelijkheid is stevig veranderd in de laatste vijftig jaar. Er is sprake van institutionalisering van de professional. Afnemers van professionele diensten zijn beter geïnformeerd, waardoor de mondigheid toeneemt en de vrijplaats verdwijnt. Bovendien blijven nieuwe ontwikkelingen en transformaties in de maatschappij, in organisaties en binnen de vakgebieden zich in gestaag tempo aandienen. De druk op professionalisering en Er is een toenemende wens om te weten wat je doet, waarom je het doet en waarvoor je het doet.
Door: Manon Ruijters