Veel onderwijsinstellingen proberen vanaf dag één de leerlingen een onderzoekende en innovatieve houding aan te leren. Al sinds Socrates staan kritisch bevragen en reflecteren hoog in het vaandel in het onderwijs, maar hoeveel scholen doen dit ook binnen hun eigen organisatie met hun eigen medewerkers? Bij De Nieuwste School in Tilburg besloten ze de daad bij het woord te voegen. Zij zien een lerende school als voorwaarde om te kunnen innoveren, en lieten antropologen kijken naar de manier waarop nieuwe jonge docenten werden ingewerkt en hun plek vonden in de school.
Het onderzoek
Een centrale vraag in dit onderzoek was: welke behoeftes van jonge, startende docenten zijn anders dan die van zittende groep docenten? De schoolleiding wilde graag input en feedback ophalen, zowel intern als extern, om te zien waar ze zich als school kunnen verbeteren.
Op De Nieuwste School vinden we het van belang om nieuwe, jonge docenten goed te laten landen, zodat ze een fijne werkplek hebben en de school docenten heeft die zich competent en ondersteund voelen om als bevlogen en betrokken leraar aan het werk te gaan. Steeds vaker echter kregen we het gevoel dat de huidige generatie werkzoekenden andere wensen en behoeften heeft en we vroegen ons af of we hierop ons HR- en introductiebeleid zouden moeten aanpassen.
De onderzoeksmethode van de Academie voor Organisatiecultuur kenmerkt zich door de klassiek antropologische ‘participerende observatie’. De onderzoeker probeert zo veel mogelijk in de school ‘mee te draaien’ om vervolgens de perspectieven van de ‘binnenstaanders’ te kunnen verzamelen, op zoek naar wat hier als normaal ervaren wordt. Door middel van observaties en formele en informele gesprekken worden cultuurpatronen duidelijk, die vervolgens met zowel de schoolleiding als het voltallige personeel zijn gedeeld.
Verrassende conclusies
Het onderzoek leverde verrassende en ook confronterende conclusies op. Door een aantal jonge docenten werd een kloof ervaren, in perspectieven tussen hen en de zittende groep docenten, die nog niet op een constructieve manier werd overbrugd. De manieren van de oude garde werden door sommigen als beklemmend ervaren. Daarnaast werd er door jonge docenten niet altijd ruimte gevoeld om anders te denken en adaptief te benaderen. Zonder dat er verkeerde bedoelingen waren, werd er hierdoor geen ruimte ervaren om anders naar uitdagingen te kijken. Tegen de verwachtingen in was er op de school tóch een taboe: deze zaken bleken moeilijk bespreekbaar. Hoewel het vaak aannames betrof, werd gevoeld dat bepaalde manieren binnen de school niet onderhandelbaar waren of ter discussie konden worden gesteld: ‘zo is het hier nu eenmaal’ overheerste.
De sfeer op de school is open en goed. Althans, dat ervaren de mensen die onderdeel uitmaken van de “heersende cultuur”. Nieuwe mensen worden warm en open ontvangen, maar kennelijk zit er aan die warme ontvangst ook een voorwaarde: dat je je invoegt in de -niet uitgesproken- bestaande waarden en normen. De school heeft een heldere visie op onderwijs en een uitgewerkt onderwijsconcept. De kaders voor pedagogisch en didactisch handelen staan duidelijk op papier. Maar daar blijkt het niet altijd om te gaan. Het zijn de niet-uitgesproken gedragscodes die door de ervaren docenten vaak ook onbewust, worden uitgedragen en nageleefd en waarover geen discussie mogelijk lijkt te zijn. Pas toen dit zo benoemd werd, was het ook voor de schoolleiding mogelijk om dit waar te nemen en hieraan leiding te gaan geven. Immers, op zoek gaan naar taboes betekent dat we meer zicht gekregen hebben in de kern van de (organisatie)cultuur. Nadat we ons dit gerealiseerd hadden hebben we ons de vraag gesteld of we dit taboe wilden koesteren of dat de tijd was aangebroken om ruimte te maken voor nieuwe betekenisgeving.
De terugkoppeling
In de terugkoppeling van het onderzoek is gekozen voor het gebruik van een metafoor: die van ‘leren zwemmen’ op De Nieuwste School. Door middel van een metafoor kunnen gevonden cultuurpatronen aan elkaar gelinkt worden in een begrijpelijk narratief. Er ontstaat dan taal om te bespreken wat voorheen wellicht gevoeld werd, maar wat (nog) niet uitgesproken werd. Gesprekken over hoge werkdruk ontstaan rondom topsport en wedstrijdzwemmen, bij autoriteit in de groep komt de badmeester om de hoek kijken en als onderdelen binnen de school niet genoeg samenkomen ontstaat er een gevoel van los van elkaar baantjes trekken.
Het mooie van deze metafoor is dat hij zo beeldend is dat het uitspreken ervan meteen leidt tot duidelijkheid en inzicht. Ook was deze metafoor confronterend in de zin van: “Oeps, doen wij dat zo?” En hij hielp enorm om het gesprek aan te gaan met vragen als: “Hoe helpen we elkaar om te blijven zwemmen?” en: “Wie zou hier de badmeester moeten zijn en de reddingsboei moeten toewerpen?” ofwel: “Op wie wordt hier in de organisatie een beroep gedaan?”
Nadat de onderzoeksresultaten gedeeld waren met het team vond er een groepsgesprek plaats waarin besproken werd in hoeverre de bevindingen herkenbaar waren. Hierbij werden ook ideeën opgehaald over hoe het anders zou kunnen binnen de school. Docenten deelden hun ervaringen en gedachten met betrekking tot de besproken cultuurpatronen. Aangezien iedereen anders is, wordt het werk en de omgang door iedereen verschillend ervaren. Toch is het vaak verhelderend en helpend als deze perspectieven uitgewisseld worden, zonder oordeel. Het helpt om te kijken wat er nodig is om voor iedereen een prettige werkplek te creëren. Deze middag bleek er een hoge betrokkenheid om dit voor alle groepen docenten te realiseren.
Het kampvuurgesprek was een zeer helpende werkvorm. Allereerst, omdat iedereen werd uitgenodigd om het woord te nemen maar ook omdat iedereen werd uitgenodigd om verschillende perspectieven in te nemen. Hierdoor ontstond er een rijke hoeveelheid aan informatie en voelden veel mensen zich vrij en uitgenodigd om hun gedachten en opvattingen te delen.
Leren in praktijk brengen
De inzichten uit het onderzoek en het groepsgesprek hebben voor De Nieuwste School geleid tot verschillende concrete stappen. Enerzijds is het introductieprogramma van de school fors herzien: er is nu meer focus op de rol en identiteit van de expert, waarbij er samen stilgestaan wordt bij de overtuigingen en kernwaarden van de school. Daarnaast bleken het onderzoek en de terugkoppeling voor de schoolleiding een moment om de missie en visie te herijken, dit om beter aan te kunnen sluiten bij wie ze zijn én willen zijn op De Nieuwste School. Een andere concrete actie naar aanleiding van het onderzoek was het verhelderen van verantwoordelijkheden. De schoolleiding wil tegemoetkomen aan het belang van duidelijke verwachtingen en heldere verantwoordelijkheden, en wil ervoor zorgen dat duidelijk is met welke vragen je bij wie terecht kunt binnen de school.
Het mooie van deze werkvorm was ook dat de schoolleiding direct kon aangeven op welke onderdelen ingezet zou gaan worden. Tevens betekende dat ook dat andere inbreng niet werd meegenomen en daarmee was er een terugkoppeling op alle -tijdens het kampvuurgesprek- gegeven input, zonder inhoudelijk op alle onderdelen te hoeven ingaan. Alle voorgenomen acties zijn ingezet en lopen. Door deze interventie ontstond ook bij de medewerkers een groter bewustzijn van ieders verantwoordelijkheden en hoe we met elkaar omgaan. Door een versterkt en intensiever introductieprogramma en een meer gerichte wervingsprocedure lijken school en nieuwe mensen beter vanaf het begin bij elkaar te passen.
Met dit onderzoek en de oplossingsgerichte aanpak heeft De Nieuwste School laten zien dat echt luisteren naar elkaar, zowel intern als extern, de basis vormt voor groei en innovatie. Het vraagt moed om aannames te doorbreken, taboes te bespreken en ruimte te maken voor frisse perspectieven. Samen bouwen ze bij De Nieuwste School in Tilburg aan een cultuur waar leren de voorwaarde is voor innoveren.
Het is geweldig om op deze manier samen te leren en te ontwikkelen. En dat is natuurlijk waar een school voor staat. De ontwikkeling van de leerling. Deze kan echter pas optimaal zijn als de ontwikkeling van degenen die verantwoordelijk zijn voor de bevordering van de ontwikkeling van de leerling, zichzelf ook optimaal kunnen ontwikkelen. Door samen te leren van wat er goed gaat en waar ontwikkelpunten liggen lukt dat. Door het onderzoek van de academie voor organisatiecultuur hebben we hierin weer mooie stappen kunnen zetten als lerende school.
Door:
- drs. Marieke van den Hurk – rector De Nieuwste School Tilburg
- drs. Ludo van der Gun – antropoloog
- dr. Danielle Braun – antropoloog