Laten we eens iets beter kijken naar verwachtingen. Voor wie doe je eigenlijk zo hard je best? Waar komt de lat vandaan waaraan je denkt te moeten voldoen als perfectionist?
Voorbeeld:
Al bij de eerste afspraak met haar toekomstige leidinggevende was Lisa alert. Tijdens de sollicitatieprocedure werd haar snel duidelijk dat de verwachtingen hooggespannen waren. Ze had zich goed voorbereid, kende de ins en outs van de organisatie en was op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in haar vak. En toch merkte ze in dat eerste gesprek al dat het hier niet vanzelf zou gaan. De verwachtingen waren hoog en dat werd niet onder stoelen of banken gestoken. Inspirerend, vond Lisa dat. Ze had gelijk het gevoel dat ze hier een steile leercurve kon doorlopen. En zo blijkt het ook te zijn.
De verwachtingen van haar leidinggevende zijn hoog. En van het directieteam zo mogelijk nog hoger. In deze rol als communicatieadviseur, in dit team, kan ze zich geen fouten veroorloven. Er is geen tijd om even achterover te leunen. Sterker nog: om het doel van de afdeling te bereiken moet iedereen optimaal presteren. Zonder uitzondering. En als ze erover nadenkt, past dat precies bij de manier waarop ze zich vanaf het begin van haar studie in dit vak heeft ontwikkeld. Iedereen geeft het maximale, is continu bereikbaar en zet altijd een stapje meer. Hoge eisen leiden tot grandioze resultaten. Zo gaat dat nu eenmaal in dit vak. Daar niet aan meedoen voelt niet als een optie. Dus stelt ze zichzelf niet de vraag of het ook anders kan. Het is gewoon hoe het werkt in deze baan.
Verwachtingen nauw gerelateerd aan ideaalbeelden
Voor perfectionisten zijn verwachtingen nauw gerelateerd aan ideaalbeelden. Wat is het ideale plaatje waaraan je denkt te moeten voldoen? Dat ideale plaatje kan positief geformuleerd zijn of juist negatief. Een positief ideaalbeeld begint vanuit de wensgedachte: ik hoop dat ze me zien als … Je kunt hier van alles invullen. Voor Lisa zou het er zo kunnen uitzien: ‘Ik hoop dat ze me zien als toegewijd, productief, alwetend, ervaren, altijd bereikbaar, stressbestendig, ambitieus, flexibel én dat dit allemaal moeiteloos gaat.’ Het positieve hiervan slaat op al die eigenschappen die je hoopt dat anderen je toedichten. Een negatief ideaalbeeld daarentegen gaat over alles waarvan je hoopt dat mensen dit níét van je vinden. Beide vormen zijn even schadelijk. Zo’n negatief ideaalbeeld begint met de zin: ‘Als ze maar niet denken dat ik …’ En ook hier kun je van alles invullen.
Voor Lisa zou dat bijvoorbeeld kunnen zijn: ‘Als ze maar niet denken dat ik gestrest ben, vermoeid, kort aangebonden, gespannen, onbereikbaar, onprofessioneel, oncollegiaal, snel tevreden.’ In zowel de positieve als de negatieve gevallen gaat het om het beïnvloeden van de percepties over onszelf. Hoe worden we gezien? Hoe kunnen we onszelf zien? Op de momenten dat we onzeker zijn over iets wat we doen, of als ons iets overkomt, dan spelen die percepties direct een rol bij hoe we over onszelf denken.
Ideaalbeelden kunnen we allemaal
Die ideaalbeelden, positief of negatief, kennen we allemaal. Ieder van ons heeft dit soort plaatjes in het hoofd. Zonder die beelden door het leven gaan is nauwelijks mogelijk. Ons hele leven worden we al geconfronteerd met dit type verwachtingen, beelden, plaatjes. In de media, onze opvoeding, op school en op straat, in onze opleiding en op ons werk. Overal zijn beelden die aangeven hoe iets zou moeten zijn of gebeuren. Die beelden zijn soms expliciet, worden soms door mensen om ons heen uitdrukkelijk genoemd. In dat geval is het duidelijk van wie de verwachtingen komen. Maar ook als dat niet zo expliciet is, zijn die ideaalbeelden aanwezig. Ze spelen een cruciale rol in onze innerlijke dialogen. Je hebt er dus niet per se iemand anders voor nodig om met ideaalplaatjes bezig te zijn.
Ronda houdt van mooie dingen. Een van haar eerste herinneringen is dat ze servetten vouwde voor het kerstdiner bij haar tante. Met de hele familie zaten ze aan een lange tafel. Zij leerde de mooiste bloemen maken van een eenvoudig stukje stof. Magisch vond ze het. Van jongs af aan geniet ze van het creëren van een mooie sfeer in huis. En daarvoor laat ze zich graag inspireren door tijdschriften en magazines. Haar Pinterest-account houdt ze zorgvuldig bij en ze mist geen woonprogramma op tv. Daarmee ontwikkelt ze haar oog voor detail. Haar goede gevoel voor styling. Haar intuïtie voor kleurencombinaties.
En het ontwikkelt ook haar kritische blik. Als ze eerlijk is, misschien meer dan goed is voor haar. Want die prachtige beelden, die perfecte plaatjes, daar moet ze thuis heel hard voor werken. Als ze vermoeid van haar werk op de bank zakt na een lange dag en ze ziet dat de kranten nog overal liggen en de kussens schots en scheef op de stoelen zijn gegooid, dan moet ze dat toch echt eerst opruimen. Anders kan ze gewoon niet ontspannen.
Ideaalplaatje niet realistisch
Niet alle perfecte plaatjes en meningen of oordelen zijn even belangrijk. Wat voor jou een grote rol speelt is voor een ander verwaarloosbaar.
Vaak weten we rationeel wel dat zo’n ideaalplaatje niet realistisch is. Toch is het te makkelijk om te denken dat je die beelden gewoon moet loslaten en daarna nog lang en gelukkig kunt leven. Je kunt leren met die percepties om te gaan op een effectievere manier, maar er helemaal afscheid van nemen, dat is onbegonnen werk. Die percepties spelen een rol voor iedereen, of je nu wilt of niet. Maar perfectionisten geven deze ideaalbeelden een grote rol in hun leven. En daardoor hebben ze meer invloed dan gezond voor hen is.
Wat is jouw ideale plaatje?
Heb je al een beeld van jouw eigen ideaalplaatje? Lukt het je al om zicht te krijgen op de perceptie over jou die jij hoopt te beïnvloeden? Misschien kan dit onderscheid je nog wat verder helpen. Soms word je geraakt door ongefundeerde kritiek, lichtzinnige opmerkingen en vrijblijvende oordelen van mensen om je heen die je eigenlijk niet heel goed kent. Of mensen die op z’n minst niet echt betrokken zijn bij jou als persoon. Ik noem het graag ‘tomatengooiers’. Het zijn de mensen die eruit kunnen flappen: ‘Ach, joh, dat is toch niet zo ingewikkeld?’ als jij je ergens druk over maakt. De vele losse flodders op social media zijn bij uitstek voorbeelden van kritiek én ideaalplaatjes waarvan je wel weet dat je je er niets van moet aantrekken, maar die je stiekem toch raken. Het helpt om eens te kijken wat erachter zit. Wat is het ideale plaatje dat hieronder ligt? Waar moet je blijkbaar aan voldoen?
Een andere soort ideaalplaatjes gaan over de ‘ongeschreven regels van het spel’. Hierbij gaat het in de kern om de vraag: wie bepaalt waar je aan moet voldoen om succesvol te zijn? Zijn er impliciete normen die gelden als maat voor succes of geluk en wie heeft die dan bedacht? En kloppen die eigenlijk wel? Wie profiteert ervan dat die normen gelden?
Bron: De Perfectieparadox
Door: Marjon Bohré-den Harder