Sommige leerlingen passen niet in een systeem. Het gewone schoolsysteem gaat uit van de gemiddelde leerling. De citoscores geven enig houva
Sommige leerlingen passen niet in een systeem. Het gewone schoolsysteem gaat uit van de gemiddelde leerling. De citoscores geven enig houvast, maar niet voldoende. Een leerling met ongeveer 528 punten kan naar het vmbo kader/tl. Maar sommige leerlingen zijn relatieve laatbloeiers of hebben extra begeleiding nodig. En een citoscore is maar een momentopname. Als de ouders de juiste wegen niet weten te bewandelen kan een leerling naar een afdeling worden geplaatst waar hij/zij niet thuishoort. Als een leerling op grond van de citoscore in een vo-afdeling wordt geplaatst moet hij zich nog bewijzen. Met 41 rapportpunten is het een bespreekgeval voor havo. 50 punten is het minimum voor vwo. Dyslectische leerlingen scoren laag voor de talige vakken. Seriousgames zouden soelaas kunnen bieden.. Een anekdote over een denkbeeldige leerling waar plaatsing en overgang voor hoofdbrekens zorgen. In de brugklas door dylexie te weinig punten gescoord bij de talige vakken. Overgeplaatst in een havobrugklas. Goed gepresteerd. Haalt in het tweede jaar 57(!) punten. Ook ruime voldoendes in de talige kernvakken (Nederlands, Engels, Frans). Maar de vraag die niet gesteld wordt: is plaatsing in het vwo alsnog mogelijk? Want, ingewikkeld, terugkomen op een eerder genomen beslissing, vervelend voor de betrokken (school)partijen. Andere anekdote: Leerling b, een rustige leerling m/v met gemiddelde score. Bespreekgeval met aan het eind van het brugklasjaar 48,49 punten. Net te weinig voor vwo. De ouders weten de weg. Vader goede baan, moeder goede baan. Sommige docenten stellen: ‘dit kind sneeuwt onder in een drukkere (havo)klas’. Het docententeam is niet unaniem over een plaatsing voor havo dan wel voor vwo. De mentor heeft in dit geval de doorslaggevende stem. Als de mentor niet achter de beslissing staat voor plaatsing in vwo, dan wordt het alsnog havo. Dat is althans het advies. Maar een advies is niet bindend. Slimme ouders weten hoe het spel wordt gespeeld. Vader en moeder verklaren het advies af te wijzen en hun zoon/dochter naar het vwo gepromoveerd willen. (Ze kunnen bijvoorbeeld stellen dat ze extra begeleiding kunnen bieden/regelen.) En zo geschiedt. Goede havoleerlingen kunnen zo, ondanks een tekort aantal punten, toch op het vwo worden geplaatst. Sowieso moeten beide ouders in beeld zijn. Alleenstaande ouders maken geen kans. Leerling c die ook onder zijn niveau werkt. Moeder (vader uit beeld) wil overplaatsing naar een hoger schoolniveau, maar weet de wegen niet te bewandelen. Het gaat om een ander schooltype in een ander gebouw. De moeder gaat praten met de schoolleiding van de gewenste school. De moeder is niet goed voorbereid. Deze schoolleiding voorziet problemen en tijdgebrek. Ze vraagt steun bij de huidige schoolleiding. Die is blij met de goede leerling en ziet die niet graag vertrekken. Bovendien is het een lastige situatie. De moeder weet geen steun te krijgen, leerling blijft op school en onder zijn niveau werken. Was eerst bijzonder, had ambities en raakt nu gefrustreerd. Gaat zich vervelen en lastig worden. Wat voor mogelijkheden had de moeder gehad? Lesmethoden noteren (heel belangrijk), proefwerken, so’s en (pta’s) noteren (heel belangrijk). Hiermee had de moeder naar de gewenste school moeten gaan. Vervolgens had ze moeten vragen hoe ver de leerlingen van de gewenste school zijn, een inhaalprogramma moeten maken, aankondigen externe begeleiders in te schakelen om de zoon/dochter het gewenste niveau te laten inhalen en voilá. De moeder verdient het niet dat de zoon/dochter nul op het rekwest heeft gekregen, maar voor de zoon/dochter is het vervelend. Situatie d. Leerling kan het niveau van de afdeling waarin hij/zij zit niet aan. Citoscore wees uit dat het mogelijk zou moeten zijn, maar de schoolse manier van lesgeven is een stap te ver. Leerling komt van een ogo-school en heeft niet geleerd om op een schoolse manier les te krijgen. Leraren stellen vast dat de citoscore stelt dat het zou moeten lukken. Dus blijft de leerling een heel jaar lang ploeteren. Door dit ploeteren begrijpt hij/zij de stof niet (maar eigenlijk de manier van lesgeven niet), roept al in het begin ‘Ik begrijp het niet’. Anderen kunnen hem niet helpen. Hij/zij gaat storen. En na afloop van het jaar wordt het advies gegeven: plaatsing naar een lager niveau. 5 onvoldoendes in de kernvakken. Ouders stellen: ‘Maar daar opnieuw beginnen, ook problemen’, niet leuk. De leiding van de nieuwe school stelt: zo’n leerling met zoveel lage scores willen wij ook niet hier, heeft het hele jaar niets laten zien, enzovoort. Met als gevolg dat de leerling op het te hoge schooltype blijft. Ook het tweede jaar is te moeilijk, ook het derde jaar en in het vierde jaar gaat de leerling uiteindelijk toch nog naar een ROC. De citoscore is slechts een momentopname. Advies: kijk eerst naar het soort basisschool waar de leerling vandaan komt. Sommige leerlingen kunnen niet aanklampen omdat de basisschool (Dalton, Montessori, OGO, niet voor iedere leerling een soepele overgang naar de (schoolse) voortgezette opleiding inluidt. Carolien Kok is docent Informatiekunde aan het Kennemer College Beverwijk en mediacoach. Ze publiceerde het boek ‘ Efficiënt werken met gratis webtools’. Meer informatie over haar: ga naar haar site.