McKinsey begon enkele jaren geleden te onderzoeken welke eigenschappen vrouwelijke leiders onderscheidden van minder ambitieuze seksegenoten.
Daaruit kwam een vijftal competenties naar voren:
- Meaning: weten wat je sterke punten zijn en daar doelgericht gebruik van maken
- Positive framing: constructief kijken naar de wereld en moeilijkheden zien als kansen
- Connecting: samenbinden door groepsgevoel en gezamenlijke doelen te benadrukken
- Engaging: je niet laten afschrikken door risico's
- Energizing: niet opgeven maar doorgaan.
Deze competenties vormen ook de vijf dimensies van het referentiemodel voor wat inmiddels heet centered leadership. Intussen weten we dat deze eigenschappen zowel vrouwen als mannen helpen carrière te maken – hoe beter je erop scoort, hoe beter het je gaat en hoe tevredener je bent als persoon. Ook weten we dat succesrijke vrouwen op bijna alle punten iets beter scoren dan mannelijke leiders. Opvallend is echter dat dertigers het er moeilijk mee hebben. Mannen ervaren dan een duidelijke dip in alle competenties, behalve ‘connecting', daar komt de dip na hun veertigste. Vrouwen hebben in deze levensfase minder energizing en connecting competenties.
Bron: McKinsey Quarterly, najaar 2010