
In de Bijbel (Leviticus 16) belaadt een priester een bokje met de zonden van het volk en zendt het de woestijn in. De zondebok neemt zo de schulden van anderen op zich. Het zoeken naar een zondebok is een psychologisch fenomeen dat we allemaal kennen: de wens om de ander de schuld te geven van het ongemak dat je ervaart. Het zijn de Polen die maken dat ‘wij’ geen werk meer hebben. Of het ligt aan de vluchtelingen die ons land in komen.
Het is de schuld van politici dat Nederland naar de klote gaat, of van allochtonen, de pers, de grote graaiers, de bankiers, de ambtenaren, mannen in het algemeen, de …, som maar op. Of gooi een paar van deze groepen in een mengkom en noem ze de elite. Voor elk ongemak is er wel een zondebok die je de schuld kunt geven. Onmacht wordt soms weggeorganiseerd door een schuldige aan te wijzen.
Misschien is een bijeffect hiervan wel dat we steeds meer gaan vinden dat we recht hebben op geluk en dat elke verstoring van ons ideaal op een ander verhaald mag worden. In navolging van de Verenigde Staten zien we ook hier de claimcultuur opkomen: je mag de schuld op een ander verhalen, ook als het toeval je treft.
We hebben het misschien niet direct door, maar ook in organisaties zoeken we nogal eens zondebokken. Het middenmanagement vormt de kleilaag, medewerkers vertonen weerstand, dat team moet nu echt meebewegen want anders moeten er ingegrepen worden, de directie heeft geen visie.
Natuurlijk, soms ligt het aan die kleilaag, die medewerker, het team of de directie. Heel vaak zijn zij echter niet de oorzaak van de onmacht die we voelen. De zondebok is niet het knelpunt, maar een bliksemafleider voor het onderliggende probleem. Je haalt onmacht niet weg door dit stukje van een groter fenomeen te straffen, te disciplineren of weg te organiseren.
Luid uitgesproken onvrede
Veel onmacht krijgt in deze tijd uitdrukking in geschreeuwde onvrede. Onmacht wordt vertaald in slachtofferschap en slachtofferschap legitimeert dat je het onrecht luid mag benoemen en je recht mag opeisen. Hier is als het ware sprake van een omgekeerde zondebok, waarbij recht en eigen gelijk synoniem zijn geworden. Het wordt steeds meer een recht om alles over iedereen te roepen – we leven tenslotte in een land met recht op vrije meningsuiting. De publieke opinie, dat ben jij.
27 oktober Seminar Onmacht in organisaties
Met het eigenzinnige auteursduo Leike van Oss en Jaap van ’t Hek
ʻIk vertrouw de stikstofmetingen niet, want ik ben het er niet mee eens,ʼ zei een boerin op Radio 1 over het RIVM-onderzoek naar het stikstofbeleid.
Ook hier versterken social media het lawaai. Ze vormen een universum waarin onvrede ongenuanceerd geventileerd kan worden. Met veel likes heb je blijkbaar gelijk, want anderen vonden het ook. Als je meningen optelt, worden het feiten.
In organisaties vormen onvrede en boosheid een belangrijke drijfveer. Er zijn organisaties waar je luid mag afgeven op management of waar je mag ventileren dat de staf nergens goed voor is. En je kunt protesteren tegen besluiten waarmee je het niet eens bent. Het is natuurlijk winst dat mensen zich kunnen uitspreken zonder zich direct zorgen te hoeven maken om hun inkomen of positie. Maar dat eenzijdig aanklagen en zelf alleen maar slachtoffer zijn, maakt de problemen niet kleiner.
De media hebben hierop een versterkend effect. Menige organisatie en bestuurder is gesneuveld door trial by media. Dat was soms natuurlijk terecht.
We moeten ons echter realiseren dat op deze vorm van aanklagen eigenlijk geen goede reactie meer mogelijk is. ʻI am not a crook’, zei Nixon ooit. En het is precies deze ontkenning die de negatieve framing versterkt.
Organisatie en bestuurder staan klem in de beschuldiging. Alles wat ze doen, wordt in het licht van de verontwaardiging gezien. Dat maakt organisaties en mensen minder lerend en verkleint het vermogen om al werkend te verbeteren. En daarmee is helemaal niemand geholpen.
Waarden onder druk
Met de nieuwe manieren van organiseren, veranderen ook de waarden en inzichten over hoe onze maatschappij zou moeten functioneren. Daarover kun je verheugd zijn als de nieuwe idealen je passen. Het kan ook frustreren. Als je hiermee iets kwijtraakt waaraan je gehecht was, als het zekerheden onder je bestaan wegneemt, dan voelt dat niet fijn.
Het is de onmacht die mensen voelen als hun functie verdwijnt; alsof ze jaren werk hebben gedaan dat er eigenlijk niet toe deed. Het is de onmacht die ontstaat als je zzpʼer wordt omdat je anders geen werk meer hebt, terwijl je omgeving je doet geloven dat dit je eigen keuze is. Het is de onmacht die je voelt als je niet meer voor die cliënt mag zorgen, omdat het nieuwe beleid voorschrijft dat die nu voor zichzelf moet zorgen; voor alleen op afstand ondersteunen, was je het vak niet ingestapt. Het is de onmacht die ontstaat, omdat je vakmanschap wordt ingekaderd in protocollen, KPI’s en verantwoordingstabellen. De inhoudelijke waarden maken plaats voor abstracties en kwaliteit wordt ingeruild voor kwantiteit; alleen wat opgeteld kan worden, lijkt van waarde.
Ook als nieuwe idealen je wel passen, kun je je onmachtig voelen. Omdat al die anderen het niet begrijpen. Omdat het niet werkt zoals je had bedacht. Omdat ambtelijke molens traag gaan terwijl jij snel wilt. Omdat die oude wereld niet begrijpt dat het nodig is om fundamenteel te veranderen.
Het is de onmacht die je voelt als je tijdens een demonstratie tegen het klimaatbeleid wordt gevraagd naar je eigen bijdrage aan de verbetering daarvan; alsof jij het alleen kunt oplossen en de regering er geen verantwoordelijkheid voor draagt. De onmacht die ontstaat als ondanks pogingen om opgavegestuurd en wijkgericht te werken opnieuw een bureaucratische reflex optreedt, terwijl we toch echt minder regels wilden. Het is de onmacht van de stagnatie, het onvermogen om beweging te krijgen in vastzittende patronen. Het is de onmacht die je voelt als het systeem steeds opnieuw terugveert en vastloopt in oude patronen, terwijl je zulke mooie alternatieven voor je ziet en die maar niet gerealiseerd krijgt.
Fundamentele verandering, verandering van de uitgangspunten van je werk, leidt altijd tot onvermogen, hoe hard veranderaars je ook willen doen geloven dat dit niet zo is. Verandering brengt nu eenmaal ongemak, onhandigheid en onzekerheid met zich mee. Als het onvermogen dat daaruit voortkomt te groot is om op te lossen, kan dat onmachtig maken.
Bron: Onmacht
Door: Jaap van ’t Hek en Leike van Oss