In hun nieuwe boek Onderweg laten Leike van Oss en Jaap van ’t Hek zien hoe duurzame verandering plaatsvindt. De sleutel is het pragmatische vermogen van de organisatie zelf.
Wat kun je als veranderaar doen?
Wat kun je als veranderaar doen vanuit het besef dat organisaties robuust en deels onveranderbaar zijn? Hoe verander je het dagelijks handelen van mensen in een context die ze nu juist prikkelt om te blijven doen wat in het verleden tot succes leidde? Kortom: hoe worden organisaties veranderbaar? Van Oss en Van ’t Hek hebben een realistische en pragmatische benadering van veranderen.
In de woorden van prof. dr. Léon de Caluwé (onder meer bekend van zijn kleurentheorie rond veranderen), in het voorwoord: ‘Geen grote woorden, halfzachte dromen, vaagheid of ambiguïteit. Maar juist met twee voeten op de grond, vaak relativerend.’ Van Oss en Van ’t Hek hebben veel aandacht voor de change agents – de consultants en managers die het moeten doen, die willen weten waarom het niet lukt, wat er speelt, wat de valkuilen zijn en hoe het wél slaagt. Maar ook de ‘slachtoffers’ – degenen die de verandering over zich heen krijgen – krijgen alle aandacht. Wat maken zij mee? Wat zijn de valkuilen? Het boek bevat 35 praktische oefeningen en checklists – van ‘de biechtstoel’ en een checklist knutselinterventies tot de ‘confrontatiematrix bedoelingengedoe‘. Je kunt er als veranderaar direct mee aan de slag.
Onderweg-oefening 21: Routekaart van voetangels en klemmen
- Wat is het?
Deze oefening brengt de ongeschreven regels in kaart waarmee mensen in een organisatie overleven. - Voor wie?
Voor mensen die samen proberen te begrijpen welke ongeschreven regels gelden voor het overleven in de organisatie waar ze werken. Geschikt om de ‘smerige’ kant van de organisatie in kaart te brengen. Kan alleen met een groep mensen die de organisatie kennen en er deel van uitmaken. Maximale grootte: niet van toepassing. - Wanneer?
Als mensen proberen te begrijpen waarom het soms zo taai of ingewikkeld is om in de organisatie dingen voor elkaar te krijgen of positie in te nemen. Je brengt in kaart wat niet gezegd mag worden. - Wanneer niet?
Als er sprake is van een conflict. - Wat doet het?
Het geeft inzicht in de minder mooie kanten van de organisatie en de onuitgesproken strategietjes die mensen hebben om dingen voor elkaar te krijgen of juist te voorkomen. - Wat heb je nodig?
Flip-overvellen, stiften (facultatief: ander teken-, knip- en plakmateriaal). - Hoe lang duurt het? Een tot twee uur.
Routekaart van voetangels en klemmen
- Verdeel de groep in groepjes van vier tot vijf. Geef ze de volgende opdracht
Stel, je krijgt een nieuwe collega. Vertel het verhaal dat niet verteld is in het sollicitatiegesprek. Wat vertel je over wat nooit gezegd wordt maar er wel is? Wat vertel je over de typische organisatievalkuilen, -voetangels en -klemmen die de nieuwe collega moet zien te ontlopen om te overleven en hoe hij dat het beste kan doen? - Maak je verhaal zo beeldend mogelijk. Lichtelijk overdrijven mag, maar houd het realistisch als je beschrijft wat je nieuwe collega kan tegenkomen. Teken op grond van de uitkomsten van het gesprek de routekaart. Daarop maak je zichtbaar wat onzichtbaar is en welke routes een nieuwe collega kan volgen om te voorkomen dat hij slachtoffer wordt.
- Inventariseer de verhalen en ga samen in op de volgende vragen:
- Wat wordt niet gezegd maar is er wel? Waarom is dat ingewikkeld?
- Welke valkuilen, voetangels en klemmen zijn er in de organisatie waar je je verre van moet houden?
- Welke strategieën zijn er om dat te doen?
- Wat betekent dat voor organisatieontwikkeling en -verandering?
Bron: Onderweg