Wie macht heeft, wil méér macht, aldus de psychologie. Geen wonder dus dat topmannen als Cees van der Hoeven hun bedrijf ten gronde richten. Nieuw onderzoek suggereert dat die machtsverslaving niet klopt. Dat blijkt uit wetenschappelijk onderzoek van Intermediair onder ruim 1.000 hoogopgeleiden in samenwerking de Rijksuniversiteit Groningen en de Universiteit van Tilburg.
Het resultaat is opmerkelijk, omdat de psychologie er altijd van uit is gegaan dat machtsverlangen juist toeneemt naarmate mensen hoger klimmen op de maatschappelijke ladder.
Het bedrijfsleven kent zijn aan macht verslingerde ceo’s die diep gevallen zijn. Neem Enron-directeur Jeffrey Skilling die het Amerikaanse energiebedrijf Enron naar de ondergang bracht door te snelle expansie (en fraude). Het scheelde weinig of met het Nederlandse Ahold was hetzelfde gebeurd door de expansiedrift en bijbehorende boekhoudfraude van bestuursvoorzitter Cees van der Hoeven.
Onblusbaar verlangen
Macht hebben en naar nog meer macht verlangen: die combinatie is praktisch onvermijdelijk, verkondigen nogal wat managementgoeroes. Het is de kern van de ‘Power distance theory’ van de Nederlandse leiderschapdeskundige Mauk Mulder. Ook Manfred Kets de Vries, hoogleraar leiderschap en organisatieverandering aan de prestigieuze business school Insead in Fontainebleau, is een aanhanger van de gedachte dat macht topmannen doorgaans corrumpeert. Macht als een onblusbaar verlangen: Sigmund Freud zei het al.
‘Die gedachte overheerst in de psychologie’, zegt Joris Lammers, sociaal psycholoog aan de Universiteit van Tilburg. Omdat vrijwel al het bestaande onderzoek naar macht en machtsverslaving gebaseerd is op experimenten met studenten, diepte-interviews (wetenschappelijk niet erg hard) en twijfelachtige praktijken als inktvlektesten, besloten Lammers en een aantal collega’s (onder wie hoogleraar leiderschap Janka Stoker in Groningen) om samen met Intermediair een echt empirisch onderzoek te doen naar de machtsverslavingshypothese. Een grote groep hoogopgeleide lezers van Intermediair – onder wie veel managers – kreeg een vragenlijst toegemaild over hun machtsverlangen. Ruim duizend ingevulde vragenlijsten kwamen retour: een ruime, statistisch significante respons waarvan de resultaten kwantificeerbaar zijn (een zeldzaamheid bij leiderschapsonderzoek).
Autonomie
De conclusies van het onderzoek gaan regelrecht tegen de heersende opvatting in dat macht verslavend werkt. ‘Het machtsverlangen van niet-leidinggevenden, en mensen in het lagere en in het middelmanagement blijkt vrijwel even hoog’, zegt Lammers. Maar dan het totaal onverwachte: de leidinggevenden aan de absolute top, de ceo’s en raad-van-bestuursleden, blijken een beduidend lager machtsverlangen te hebben. Macht interesseert hun minder dan anderen, ze dromen er ’s nachts ook nauwelijks van. Een andere opvallende conclusie uit het onderzoek (de Groningse en Tilburgse onderzoekers werken aan een wetenschappelijke publicatie) is dat macht voor mensen geen doel op zich is, geen manier om hun zelfwaardering op te krikken. Nee, macht is een middel tot vrijheid, autonomie: zelf kunnen doen wat je wilt, zonder dat anderen jou dat vertellen.
Sociale wenselijkheid
Een zwakke plek heeft het onderzoek wel, erkennen Stoker en Lammers: de conclusies zijn gebaseerd op ‘zelfrapportage’. Gaven de deelnemende topmanagers – ook al waren ze anoniem – niet gewoon sociaal-wenselijke antwoorden? Tja, dat zou dan net zo goed moeten gelden voor die middelmanagers en nog lageren in de hiërarchie. Geen echt tegenargument dus, vinden beide psychologen.
Daar denkt Manfred Kets de Vries, auteur van vele boeken over de psyche van leiders, toch anders over. ‘De factor sociale wenselijkheid geeft bij surveys naar gevoelige onderwerpen als macht serieuze afwijkingen’, laat hij per e-mail weten. ‘Mijn jarenlange klinisch onderzoek laat iets heel anders zien. Ik blijf daarom bij het adagium: macht corrumpeert en absolute macht corrumpeert absoluut, uitzonderingen daargelaten.’
Klassieke ceo’s
Ralf Knegtmans, managing partner van executive-searchbureau De Vroedt & Thierry, zoekt al vele jaren voor opdrachtgevers nieuwe directeuren en andere hooggeplaatsten; er zijn weinig raad-van-bestuursleden in Nederland die hij niet kent. ‘De meeste topmensen hebben echt een groot verlangen naar macht of invloed’, constateert hij. ‘Dat is overigens niet per definitie fout, zoals vaak gedacht wordt, zolang een topman zich maar blijft omringen met sterke, kritische mensen.’
Toch ziet ook Knegtmans een verschuiving optreden. ‘Er is een heel nieuwe generatie opgestaan die het machtsspel anders speelt.’ ‘Dienende leiders‘, zo betitelt de nieuwe generatie ceo’s zichzelf. Maar of ze minder belust zijn op macht?
Knegtmans betwijfelt het. ‘Ze spelen het anders, subtieler, socialer, ze hebben lessen getrokken uit het verleden.’ Zelfde karakter, andere verpakking.
Tegelijk ziet hij wel dat het zelfbeeld en levensgeluk voor deze nieuwe generatie topmannen minder afhankelijk is van hun positie in het bedrijf. ‘Ze vinden tijd met hun gezin belangrijk.’ En ze redden zich sociaal ook buiten de muren van de onderneming. Knegtmans: ‘Ik heb redelijk wat klassieke ceo’s gekend die zich helemaal niemand meer voelden zodra ze met pensioen gingen. Hun hele persoonlijkheid was opgehangen aan hun maatschappelijke status. Nu moesten ze ineens zelf naar Albert Heijn, en niemand keek meer tegen hen op.’
Bronnen en meer informatie: Managersonline.nl en Intermediair.