De opkomst van platformen maakt netneutraliteit steeds meer een universeel vraagstuk.
Eind januari van dit jaar kregen KPN en Vodafone een boete voor het schenden van netneutraliteit. KPN had bij zijn gratis WiFi-hotspots op treinstations en Schiphol de mogelijkheid voor internetbellen en downloaden via Bittorrent geblokkeerd. Wie dat wilde, moest klant worden van KPN. Vodafone liet zijn klanten drie maanden gratis naar de betaalzender HBO GO kijken via de mobiele app, ter promotie van het 4G-netwerk. Om te voorkomen dat de mobiele databundel van de meeste klanten snel op zou zijn, liet Vodafone het kijken naar HBO niet ten koste gaan van de databundel. De aanbieders overtraden daarmee volgens de mededingingsautoriteit de regels ten aanzien van netneutraliteit.
Netneutraliteit
Netneutraliteit verbiedt aanbieders van internettoegang om bepaalde diensten of internetverkeer te discrimineren door ze te blokkeren of hun bandbreedte af te knijpen (of je anders er extra voor te laten betalen), of door diensten juist voor te trekken bijvoorbeeld door ‘zero rating’ (gaat niet ten koste van je bundel) of ‘fast lanes’ (extra snelle verbindingen).
Het doel van netneutraliteit is om een vrij en open internet te waarborgen: gebruikers kunnen vrij gebruik maken van al het aanbod op internet en worden niet gestuurd in hun gedrag omdat bepaalde diensten goedkoper of sneller zijn. Daarmee krijgen kleine bedrijven en doehetzelvers een gelijke kans om diensten te ontwikkelen en aan te bieden op internet. Dat kan innovatie ten goede komen en voorkomen dat slechts enkele grote kapitaalkrachtige spelers de dienst op internet uitmaken en vernieuwing tegenhouden.
Niet eerlijk en niet veilig?
Deze redenering klinkt heel redelijk maar is vanuit de markt bekeken niet per se eerlijk. Netflix en YouTube nemen op piekmomenten de helft van het internetverkeer voor hun rekening, zonder daarvoor extra te hoeven betalen aan de internetserviceproviders, die op hun beurt fors moeten investeren om de groeiende vraag naar bandbreedte bij te benen.
Lees het hele artikel van Maurits Kreijveld.