Beste Leike,
Arnon Grunberg vertelde in Buitenhof dat hij vindt dat dat we niet zo moeten moraliseren. Op LinkedIn herhaalde hij zijn standpunt nog eens: “Er wordt tegenwoordig veel te veel gemoraliseerd, veel oordelen zijn niet nodig. Als je iemand de maat wilt nemen om de wereld eerlijker te maken, dan moet je jezelf de maat te nemen. Je kunt beter van iemands identiteit afblijven omdat je daarmee een machtspositie inneemt.” Het interview is hier terug te zien.
Dat klinkt natuurlijk heel sympathiek, verbeter de wereld, begin bij jezelf en blijf weg van de macht, want dat deugt niet.
Ik vind dat hij hier de tijd niet goed verstaat. We moraliseren helemaal niet te veel, maar eerder te weinig.
Nederland ooit gidsland
Herinner je je nog hoe we als Nederland ooit gidsland waren, of onszelf in ieder geval graag zo zagen? We gaven een vast percentage van ons BBP uit aan ontwikkelingssamenwerking, liepen te hoop tegen de verspreiding van kernwapens (Hollanditis werd dat in het buitenland genoemd), we hadden het eerste homohuwelijk, gedoogden softdrugs en liepen voorop in euthanasie en abortus. Dat alles omdat we de moraal iets zagen als iets levends, iets dat in ontwikkeling was, iets wat je in debat kon onderzoeken. Voor een deel was dat een moraal met stevige opvattingen over individuele vrijheid en sociale verantwoordelijkheid, voor een ander deel was het een moraal van weg met de moraal. Geert Mak schetste ooit mooi hoe we onszelf van oudsher zagen als een volk van dominees en kooplieden. De eerste als de moralist die het goede nastreefde. De tweede als zijn pragmatische evenknie die uit was op geldelijk gewin. Die twee hielden elkaar in balans en juist die balanseeract tussen moraal en pragmatiek vond ik wel mooi.
De tijd van het gidsland is inmiddels lang achter ons. Er zijn zelfs partijen die menen dat het een deugd is om juist niet voorop te lopen. In het regeerprogramma staat zelfs: “Wat betreft dit kabinet komen er geen nationale koppen op Europees beleid.” Het is ons jarenlang aangeraden geen idealen te hebben, maar problemen te fixen. Ideologische veren werden afgeschud, normaal doen werd de norm. De koopman overwon de dominee.
Moraal naar privévertrekken verbannen
De moraal hebben we naar de privévertrekken verbannen, of naar bubbels waar je het lekker met elkaar eens kan zijn. We wilden geen opgeheven vingertje, de burger/consument is volwassen, zelfredzaam, participerend en rationeel. Die maakt zijn eigen individuele keuzes, daar heeft hij anderen niet bij nodig.
Grunberg lijkt dit een fijne ontwikkeling te vinden, geen gemoraliseer. Maar dat kan de Grunberg van de prachtige 4 mei lezing toch niet menen?
Ik denk dat zijn niet-moraliserenstandpunt een grote misvatting is over wat we nodig hebben. Het individualisme is zo doorgeslagen dat de samenleving verweesd is, het individu geïsoleerd is geraakt van zijn omgeving. Ik vind dat ontmenselijkend.
Menszijn betekent juist ingebed zijn in gemeenschappen, in familie, vriendschappen, collega’s, teamgenoten, buren, medeclubleden. Dat betekent dat je ook ingebed bent in machtsstructuren, gedoetjes, afhankelijkheden, pijn en liefde. Er zijn geen machtsvrije relaties en in waardevolle relaties zorg je voor elkaar, bekritiseer je elkaar, permitteer je je risico’s omdat de ander belangrijk voor je is. Je moraliseert met echte vrienden tot je een ons weegt. Je onderzoekt je waarden uit en zoekt welke normen daarbij passen. Omdat we geen van allen zonder goede feedback en eerlijke kritiek kunnen. Ik heb liever een debat over wàt niet deugt dan over wíe niet deugt, zoals steeds meer de mode is.
Moraliseren hoort bij burgerschap
Wat mij betreft hoort moraliseren ook bij burgerschap. Er iets van vinden als iemand een weekendje gaat shoppen in New York. Er iets van zeggen als iemand zijn man slaat. De buschauffeur vragen zijn motor af te zetten als hij tien minuten op het busstation moet wachten. Het is makkelijker om je mond te houden, maar is het ook menselijker?
“Ben ik mijn broeders hoeder?” antwoordt Kaïn in de Bijbel als God hem vraagt waar zijn broer Abel is gebleven. Dat was natuurlijk een suggestieve vraag, want God wist het antwoord best wel. Maar in het antwoord toonde Kain nog eens dat hij niet deugde. Je bent wèl je broeders hoeder, dacht de Almachtige en hij strafte hem zwaar.
Groet, Jaap