De titel verwijst naar het fenomeen: leeglopende kerken en weinig geld van kerkbesturen. Nog afgezien van het feit of het gaat om
De titel verwijst naar het fenomeen: leeglopende kerken en weinig geld van kerkbesturen. Nog afgezien van het feit of het gaat om een (rijks)monument of niet, kun je á priori niet kiezen voor ‘ja’ of ‘nee’. Kerken kunnen een bestemming krijgen als woning, buurthuis, kunstatelier, enzovoort. Maar dan zijn het geen godshuizen meer. Is er nog toekomst voor slecht bezochte godshuizen luidt dan de vraag.
Vorige week woensdag wierp voor mij enig licht op deze vraag. Mijn ochtend begon met de ontvangst van een groep senioren van een nabijelegen zorgcentrum. De ouderen kregen een fototentoonstelling en een bezichtiging van de kerk voorgeschoteld.
Het gesprek dat eerst over de veranderde omgeving was gegaan nam een wending en ging toen over leeglopende kerken. Een oudere heer veronderstelde dat de kerk over tien jaar niet meer zou bestaan. Ik antwoordde dat ik daar niet geheel zeker van was. En niet alleen omdat ik dat als kerkbeheerster hoop.
Naast mij zat onze begeleidster Maatschappelijk Stage (MaS) die die middag weer met een groepje MaS-stagiaires aan het werk zou gaan. Zij zelf is 25, afgestudeerd in antropologie en geïnteresseerd in de betekenis van christelijke symbolen. De afgelopen weken heeft ze leerlingen foto’s laten maken van de inrichting van de kerk en laten beschrijven voor flyers in verband met actiiteiten.
De afgelopen 4 maanden hebben we ongeveer 15 jongens van verschillende schooltypen en verschillene openbare scholen over de vloer gehad. De meesten hadden belangstelling voor de kerk, als historisch object/gebouw, maar ook tot op zekere hoogte voor het spirituele. Zo zeiden sommige jongens uit zichzelf dat ze geloven in een hogere macht, al of niet door meegemaakte gebeurtenissen. Anderen vroegen naar onze ervaring met geesten. Ook hadden we een koptisch orthodoxe jongen, die vertelde dat het aantal koptische kerken in Nederland groeit (nu 11) en die van Amsterdam telt 400 zielen.
Als docent maak ik mee dat Geschiedenis, dat tien jaar geleden nog het saaiste vak was, een herwaardering heeft gekregen. Veel leerlingen, waaronder veel jongens, zijn het vak Geschiedenis gaan ontdekken. Er is belangstelling ontstaan voor figuren uit de canon, als Michiel de Ruijter, Willem van Oranje, Erasmus, De Tachtigjarige Oorlog. In het kielzog hiervan, met dank aan de religieuze betrokkenheid van nieuwkomers als Turkse, Marokkaanse, Ghanese groepen, gaan Nederlandse kinderen langzamerhand hun eigen roots ontdekken, inclusief het bijzondere religieuze erfgoed. Mooi meegenomen is dat oude kerken ook weer gave nisjes, hoekjes, zolders hebben. Kortom: bouwkundig interessant zijn. En dat je in de tuinen vaak interessante historische voorwerpen tegenkomt, zoals een van onze stagiaires ontdekte.
En wie weet, als de economische crisis aanhoudt , kan het zijn dat met elkaar samenkomen en mediteren een vacuüm opvult, omdat er niet meer kan worden voorzien in sommige technische materiële behoeften en geestelijke waarden nieuw leven worden ingeblazen
Tot slot: afgebroken of heringerichte kerken keren niet terug. Als het weg is, is het voorgoed weg.
Carolien Kok is docent Informatiekunde aan het Kennemer College Beverwijk en mediacoach. Ze publiceerde het boek ‘ Efficiënt werken met gratis webtools’. Meer informatie over haar: ga naar haar site.